Lili Dujourie, Ibant Oscuri Sola Slib Nocte per Limbra, 1988, Marbre, velours

Lili Dujourie, Ibant Oscuri Sola Slib Nocte per Limbra, 1988, Marbre, velours, 288 x 192 x 35 cm

Haar laatste grote tentoonstelling had plaats in München, 3jaar geleden. Ze is spaarzaam met tentoonstellen. Lili Dujourie (°1941, Roeselare) geniet internationale bekendheid, maar krijgt in België nauwelijks de aandacht die ze verdient. In het Internationales Kunstzentrum Ostbelgien (IKOB) te Eupen toonde ze van 9/9/01 tot 21/10/01 een overzicht van haar werk. Een terugblik. 

COMPLEXE SOBERHEID 

De werken zijn uiterst zorgvuldig in de ruimte geplaatst. Al omvat dit overzicht een periode van 25 jaar, van stijlbreuken is hier geen sprake. De wandeling levert verrassende perspectieven op, omdat de werken duidelijk in dialoog treden en mekaar in hun impact versterken. Wars van alle trends kiest Dujourie voor uitgepuurde esthetiek, voor een visueel discours dat suggestief, associatief en poëtisch is. Geen anekdotiek of luidruchtigheid, maar stille concentratie. Uit angst voor eenduidige interpretaties, spreekt ze zelden over haar werk. "Voor mij gaat het niet zozeer om de woorden, maar om de stilte die ze omsluiten. Datgene wat tussen de regels wordt verteld" zei ze ooit in een interview. 

HET OOG VERLEIDEN 

Refererend naar haar videoperiode (72/81), waarin langzaam bewegende lichamen nadrukkelijk aanwezig zijn in 'real time', wordt hier een reeks zwart wit foto's getoond. Een naakt beweegt -als in een choreografie- op het parket van een kamer. Niets is wat het lijkt. Het vrouwelijk ogende lichaam is dat van een man. Het werk 'nu bleu' uit '79 vormt de schakel naar de sensuele beelden uit de jaren '80, waar ze grote bekendheid mee verwierf. Het zijn installaties met draperieën van fluweel, in een zwierige beweging gevangen. Met hun uitgesproken kleurkracht en de referenties naar de textuurschilderkunst van de Vlaamse primitieven balanceren ze tussen schilderkunst en beeldhouwkunst.  Vaak hangt Dujourie de fluwelen sculpturen aan de wand. De skeletachtige constructie is soms zichtbaar, de doeken "omarmen de leegte". 

Bart Cassiman beschreef de opgewekte suggestie als "de volle leegte", of verder: "Diverse werken lijken bewoond. Door mysterieuze personages die we niet te zien krijgen, al heeft het er de schijn van dat die er zopas nog waren. Net zoals een rokende schoorsteen menselijke aanwezigheid verraadt, ademen Dujouries sculpturen een zekere geladenheid. Geladenheid die voortvloeit uit een gemis, een afwezigheid waar een betovering van uitgaat ( ... ) en die een verlangen aanwakkert naar iets wat er ooit was, maar waarvan men weet dat het nooit terugkomt en wat alleen in de herinnering blijft leven." 

Mieke Bal ("Hovering between Thing and Event/ Encounters with Lili Dujourie") noemt Dujourie's sculpturen "barok". De plooien, golvingen en suggestieve vormen zijn dynamisch/theatraal en evoceren het chiaroscuro. Het rijke materiaal verwijst naar de achtergrond van de barokke representatie. Maar belangrijker nog, zij onderzoeken het lichaam in relatie tot de perceptie, een relatie gedefinieerd door de poging een link te leggen tussen de afstandelijkheid van de blik en de nabijheid van de aanraking. 

In Eupen toonde Dujourie "Jeu des dames'' (1987), een werk waarin de zinnelijkheid ten top gedreven wordt door de weloverwogen keuze van materialen. Het marmeren dambord als sokkel contrasteert met de bevroren beweeglijkheid van de intens blauwe drapage op de zwarte paravent. De geometrisch minimalistische vormentaal (Dujourie's werk is verankerd in het Minimalisme van de jaren '70) wordt weloverwogen gecombineerd met barokke overvloed. De gecreëerde polarisatie roept spanning op. "Mijn echte werk is dat onzichtbare magnetische veld, dat ondraaglijk spel van verleiding en afstoting tussen nooit te verzoenen polen," aldus Dujourie. 

DE SCHADUW VAN DE SCHADUW 

Met "Ibant obscuri sola sub nocte per umbra" 1988 ("Ils allaient obscurs dans une nuit déserte à travers les ténèbres") toont Dujourie drie rijzige zwarte silhouetten in een zwaar zwarte perspectivische omkadering. Bij nader inzien blijkt het om schaduwbeelden te gaan. In de marmerpartij onderaan tekent zich een strak onwerkelijke donker vlak af: het schaduwbeeld bezit zelf een schaduw. Zo lijkt dit beeld over "schijn" en "zijn" te gaan, en misschien over de vraag naar het wezenlijke van de schijn. 

In "Dimanche apres-midi à Berlin" (1990) lijkt de schaduw van een raam zich op vloer en muur af te tekenen. Het licht wordt gevangen in witte en zwarte marmer. Vergankelijkheid en tijdelijkheid. "Rozehoek" (1987) raakt plafond en muren. Hier wordt de ruimte subtiel door het roze marmer afgetast. 

MELANCHOLIE 

"Mille et une nuit" (1993) : 2 sober zwarte panelen tegenover mekaar geplaatst. Op elk paneel hangt een soepel vallende doek, ditmaal niet in fluweel, maar in gips. Broze bevroren plooien, maagdelijk wit. In de jaren '90 is Dujourie's werk doordrongen van het vanitas motief. Geen typische iconografie -schedel, zandloper, kaars ... - maar "afwezigheid" als thema. Haar "nature morte" uit 1992 bestaat uit een marmeren vensterbank waarop een soepel geplooid gipsen doekje ligt. 

Bedrieglijk licht ogen de zorgvuldig gedrapeerde lakens op eenvoudige houten of metalen dragers. Ze hangen in groepen frontaal of zijlings tegen de muur. Ze liggen opgeplooid op een rekje. In werkelijkheid zijn deze doeken letterlijk loodzwaar. Lood is weerom een symbolisch geladen materiaal. In de middeleeuwen zou het gebruikt zijn in preparaten tegen zwaarmoedigheid. Een trapeziumvormige sokkel bekleed met een loden drapering; "des point cardinaux" (1997) geeft de 4 windstreken (blikrichtingen ?) aan.

Het geheel rust op 2 dunne eenvoudige metalen buizen. Dujourie plaatste het werk tegenover "Jeu des dames", waardoor het aan zwaarte verliest

Dujourie's kunst wordt en werd bepaald door een attitude die zich afzet tegen sensationele, luidruchtige kunst. Hier is in alle stilte aan een groots en uiterst fijnzinnig oeuvre gewerkt. 

Louterende schoonheid. Een verademing. 

Download hier de pdf

Verstilde Schoonheid, Lili Dujourie.pdf