In 1947 werden er aan de loketten nieuwe biljetapparaten in dienst genomen, De lokettenzaal in het station van Tongeren, NMBS

Links: In 1947 werden er aan de loketten nieuwe biljetapparaten in dienst genomen

Rechts: De lokettenzaal in het station van Tongeren

Dit najaar slaat de NMBS haar tenten op in de Dexia-galerie in Passage 44 voor een knappe overzichtstentoonstelling over het Belgische spoor, dit naar aanleiding van haar 75ste verjaardag. 

De tentoonstelling is veeleer thematisch dan chronologisch opgezet. Ze is opgedeeld in vijf zones: het belang van de trein, de mobiliteit, de stations, de infrastructuur en het rollend materieel, en de verschillende jobs binnen de NMBS. 

In elke zone wordt er dieper ingegaan op de voornaamste aspecten van het verleden, de huidige situatie en de initiatieven voor de toekomst. je kunt er bijvoorbeeld de prachtige maquette van het toekomstig station Luik-Guillemins vergelijken met de oude spoorwegkathedralen van de 19de eeuw. Het weelderige interieur van de koninklijke treinen van Leopold II en Leopold III kan je er bewonderen, net als de zetels 1-ste klasse ontworpen door Henry Van de Velde. Daarnaast vind je ook, in avant-première, het rijtuig M6 met twee verdiepingen dat vanaf 2002 in gebruik wordt genomen. 

In België begint de geschiedenis van de trein op 5 mei 1835, met de inhuldiging van de spoorlijn Brussel-Mechelen. Op het vlak van de spoorwegen heeft België een baanbrekende rol gespeeld: deze lijn was de eerste spoorlijn op het Europese continent. Tussen 1835 en 1926 evolueert de infrastructuur op spectaculaire wijze. De belangrijkste assen worden gebouwd en uitgebaat door de overheid, de kleinere door private maatschappijen. Er worden echter verschillende tarieven gehanteerd en het wordt steeds moeilijker het drukke spoorverkeer te organiseren. 

Het interieur van de koninklijke trein Leopold II, NMBS

Het interieur van de koninklijke trein Leopold II    

Daarom richt de overheid in 1926 de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen op. Ze heeft zo'n 120.000 werknemers, 4.800 km spoor en 1.368 stations en haltes, en natuurlijk veel wagons en locomotieven. 

De Tweede Wereldoorlog heeft een zware klap toegebracht aan de Belgische spoorwegen: in 1945 was de helft van het spoornet vernield en een groot deel van het materiaal onbruikbaar. Het zou jaren duren eer die schade hersteld was. 

De jaren '50 staan in het teken van de modernisatie. Op 4 oktober 1952 huldigt koning Boudewijn in Brussel de Noord-Zuidverbinding in. In '53 was begonnen met de elektrificatie van het spoornet, een proces dat de jaren daarna onverminderd voortging. In die periode begint de concurrentie van de auto en het vliegtuig steeds zwaarder te wegen, tot de trein uiteindelijk zijn eerste plaats in de rangschikking van de transportmiddelen moet prijsgeven.

In de jaren '70 slaat de economische crisis toe en de staat vermindert drastisch zijn investeringen. Het reizigersvervoer houdt ondanks alles stand, maar het goederenverkeer heeft zwaar te lijden onder de recessie. 

Vanaf het begin van de jaren '90 klimt de NMBS uit het dal en zet een nieuwe periode van ontwikkeling in. Naast een omvangrijk plan om het bestaande spoorwegennet te vernieuwen, zijn er de TGV's die met een snelheid van 300km/u van Brussel naar Parijs zoeven, terwijl er ook richting Duitsland en Nederland hogesnelheidslijnen worden aangelegd. De NMBS ontwikkelt ook een ambitieus project voor een voorstadsnet in Brussel, dat net zoals in Parijs het mobiliteitsprobleem in de hoofdstedelijke regio moet aanpakken. 

De revisie van stoomlocomotieven, begin jaren '50, in de centrale werkplaats in Mechelen, NMBS

De revisie van stoomlocomotieven, begin jaren '50, in de centrale werkplaats in Mechelen

Praktisch

Van 15 september 2001 tot 27 januari 2002 - Dexia Galerie, Passage 44, 1000 Brussel.

Download hier de pdf

Spoor 44, NMBS 75 jaar.pdf