Het is begin april en erg koud in het atelier. De verwarming doet het niet, maar Sofie Van der Linden houdt zich staande met wat warme thee. De frêle verschijning verbergt een jonge, sterke vrouw.
Sofie Van der Linden - Wonen in een tekening
Handschoenen in Helsinki
Sofie Van der Linden (°1986, Turnhout) schreef zich in voor het ‘Experimenteel atelier’ in Sint-Lucas Gent. Dat was in 2004, het atelier bestond pas voor het tweede jaar en stond onder de bezielende begeleiding van Wim Lambrecht (°1973) en Marc De Blieck (°1958). “Het was nog allemaal heel onduidelijk,” herinnert Sofie Van der Linden zich: “ Ik was nog zeer jong, achttien, als ik nu terugkijk eigenlijk veel te jong. Ik heb toen heel weinig getekend.”
In het derde jaar maakte ze gebruik van de mogelijkheden die de Erasmusuitwisselingen bieden en trok ze naar Helsinki. Ze ging er naar de academie. “Er was een heel groot verschil met Sint-Lucas, het was veel professioneler. Dat heeft te maken met het onderwijssysteem daar. Ik was zowat de jongste studente van de hele school. Het was zeer leerrijk voor mij. Alle studenten hadden hun eigen atelier, dat kon je bij ons niet voorstellen.”
Sofie Van der Linden werkte mee aan The unknown city project, georganiseerd door de Finse kunstenaar Erkki Soininen. Ze verzamelde handschoenen die ze op straat vond. Omdat het in Helsinki nogal lang winter kan zijn, raken er blijkbaar nogal wat handschoenen verloren, want na een tijdje had ze een hele collectie. En dan doet ze daar toch iets merkwaardigs mee: van dit hele zootje vormt ze paren die ze aaneen naait zodanig dat het lijkt of de ene handschoen de andere de hand drukt. Ze legt die dan terug op de plaatsen waar ze die gevonden heeft, met daarbij de boodschap om er één van aan te doen en de andere door te geven. Connecting people is de hoofding waaronder ze de boodschap aanbrengt. Het is een mooie hint om mensen bij elkaar te brengen. Het is wel interessant om vast te stellen dat ze op die manier streeft naar sociale interactie zonder er zelf echt aan deel te nemen.
Binnen op straat
Na een tussenstop in Göteborg komt Sofie Van der Linden terug naar België en legt een proef af in het RITS, want ze heeft ook interesse voor theater. Daar komt niets van terecht en ze schakelt over naar de Gentse Academie waar ze de afdeling Multimedia volgt bij Sjoerd Paridaen (°1951) en René Van Gijsegem (°1958). In 2009 studeert ze af als master in de kunsten.
In de jaren na Helsinki had ze tekeningen gemaakt van de huizen waarin ze had geleefd. “Ik had nog niet echt getekend en ik weet zelf niet waarom ik dat deed.” Ze heeft die tekeningen bewaard. Het zijn schetsmatige weergaven van de huizen die ze zich herinnert. Ze geven een ruimtelijk beeld van de indeling en van de inrichting. Het is helemaal niet evident, je kijkt door de wanden heen. Het is wel het prille begin van wat ze tijdens haar laatste studiejaren als haar eindwerk zal presenteren.
Sofie Van der Linden is op kot in een huis dat ze samen met anderen huurt in de August Van Lokerenstraat te Ledeberg. Ze maakt een flyer die ze richt aan de buren. Ze stelt zich daarin voor als een kunststudente aan de academie. “Omdat ‘ergens wonen’ voor mij meer is dan een huis met een voordeur, een bed, een tafel en een stoel, wil ik in het teken van mijn schoolwerk iets maken rond wat dat ‘wonen’ dan wel mag betekenen en ik wil graag te weten komen wat een huis mij kan vertellen over haar bewoners,” schrijft ze. Verder vraagt ze om een bezoekje te mogen brengen aan de huizen om daar dan tekeningen van te maken die in boekvorm zullen worden gepresenteerd. Op haar kleine actie komen geen reacties. Ze gaat dan maar aanbellen bij haar directe buurvrouw, een oudere dame. Ze mag het hele huis zien. Een zekere verlegenheid weerhoudt haar om de verdiepingen te bekijken, ze beperkt zich tot het gelijkvloers. “Ik schets een beetje en ik schrijf wat geheugensteuntjes op. Ik probeer de situatie wat in me op te nemen, hoe groot de dingen zijn, waar alles staat.”
Uiteindelijk werkt ze tekeningen van drie huizen uit in het groot en zorgt ze voor wat ze zelf noemt “een rare performance.” Op een morgen neemt ze met tapijten een deel van het voetpad en de straat in. Hierdoor ontstaat een soort vloerplan met ‘kamers’. Ze brengt er enig meubilair aan en ze gaat dingen doen die je normaal binnenshuis verricht. Het leuke is dat de buren en passanten erop inspelen en dat er op die manier communicatie ontstaat.
Sofie Van der Linden houdt zich veel bezig met begrippen als ‘binnen’ en ‘buiten’, ‘publiek’ en ‘privé’. Wat later zocht ze naar een appartementsgebouw. Ze wilde een gebouw waarvan de onderdelen, de afzonderlijke flats meestal zeer gelijkend zijn, maar de inrichting verschillend, zoals de bewoners verschillend zijn. Tijdens haar speurtochten kwam ze bij het in Gent bekende kruispunt ‘de 1000 vuren’. Dat is de naam die in de volksmond bekend is omwille van het voormalige winkelpand met die naam dat daar gevestigd was. Nu is dat pand een appartementsgebouw met onderaan winkels. Het geheel heeft erg grote ramen en dat trok haar aan. Je kan van buiten uit al heel wat waarnemen. Ze maakt schetsen van die buitenkant en bezoekt met een makelaar een appartement dat te huur was. Weer vraagt ze via een strooiblaadje in de brievenbussen aan de bewoners om hun medewerking. Uiteindelijk zijn er drie flats die ze mag zien. Ze heeft met de bewoners soms lange gesprekken. Van haar doen en laten houdt ze ook dagboeken bij. Uiteindelijk wordt haar project in het S.M.A.K.in Gent geëxposeerd in de tentoonstelling Coming people.
Parcours, cuesta, façade
Na haar studie trekt Sofie Van der Linden een paar maanden naar Istanbul voor een residentie in Platform Garanti, een centrum voor hedendaagse kunst. Het is voor haar vooral een reflectieperiode: “Ik wilde nadenken over hetgeen ik aan het doen was.”
De jaren daarop is ze aanwezig op tal van tentoonstellingen. Michel De Wilde vraagt haar voor de tentoonstelling Parcours in De Bond te Brugge. Hij had haar in feite een geluidswerk gevraagd maar dat zag ze niet echt zitten. Ze tekent daarom haar impressies van het Walplein in Brugge. Toen ze het plein voor het eerst bezocht was het stil en wat verlaten, ze was zich niet echt bewust dat het midden in een drukke toeristische as gelegen is. Uiteindelijk ontstaat er een reeks tekeningen. Via een koptelefoon kunnen de bezoekers luisteren naar haar observaties op en om het plein.
De Wilde is ook curator voor Betoverd Bos, een privé- initiatief op een kasteeldomein in Maria-Aalter. Hij nodigt Sofie uit en ze toont een installatie. Ze heeft op een grasveld het grondplan van een hermitage, de woonst van een kluizenaar, nagemaakt door allerlei planken en hout van afbraak op het grasveld te leggen en daarna en mettertijd weer weg te nemen. Zo zijn er enkel nog de verbleekte sporen in het gras. Ze toont het publiek een montage van beelden van het verloop en laat ook het materiaal zien waarmee ze in het gras heeft getekend. Ze werkt wel meer met vergankelijke elementen, zoals in de tentoonstelling Cuesta te Tielt in 2010 waar ze tekeningen in krijtverf op de stoep heeft aangebracht.
Vorig jaar was Sofie Van der Linden te gast in Aalst voor het project Façade in Netwerk, centrum voor hedendaagse kunst. “Ik kende Aalst helemaal niet en ik heb er een weekje gelogeerd. De eerste avond maakte ik een wandeling en die heb ik daarna elke dag herhaald. Telkens weer heb ik geobserveerd en genoteerd. Zo kwam ik terecht in een complex van sociale woningen waar vroeger het moederhuis was gevestigd. Ik kwam in contact met een mevrouw die daar nu woonde en indertijd nog in die materniteit van een tweeling was bevallen.” Het was een voor Sofie interessante ontmoeting en ze heeft die woning dan ook uitgetekend. “Soms zie je aan het interieur al welk verhaal iemand heeft.”
Herinnering
Het interessante aan het werk van Sofie Van der Linden is dat het geen architectuurtekeningen zijn die exact weergeven wat werd of moet worden gebouwd. Haar tekeningen zijn herinneringen aan wat ze heeft gezien en waargenomen. Haar herinnering aan een bepaalde locatie begint misschien bij een eerder rudimentaire weergave en wordt dan al tekenend scherper en scherper. Dat betekent dat er steeds dingen bijkomen, dat ze lijnen bijzet, dat kleine details hun intrede doen. Ze geeft niet enkel de ruimte weer, maar ook de plaats van de meubels en de voorwerpen, ze tekent evengoed de vaat die nog op het aanrecht staat of de verlengkabel met contactdoos die ze heeft gezien. We krijgen op die manier een inkijk in het echte leven van de mensen in de straat, in het huis dat ze tekent, niet een plaatje voor het interieurmagazine. Het is een vorm van voyeurisme misschien maar het voelt zo niet aan, het ontroert. We herkennen onszelf of juist niet, maar in elk geval raakt het ons.
Even belangrijk als haar tekeningen zijn haar notities en dagboekfragmenten, haar teksten kortom. Ze plaatsen de tekeningen in een context, ze bieden een bron van nuttige, emotionele en soms schijnbaar niet ter zake doende informatie. Die teksten hebben trouwens niet enkel een informatieve maar ook een formele functie in haar werk. Er zijn heel wat hedendaagse kunstenaars die werken rond herinnering. Eén daarvan, en niet de minste, was de Amerikaan Mike Kelley (1954-2012) die in het Brusselse Wiels het publiek verraste met een imposante maquette van de scholen en academies die hij ooit bezocht had, van kleuter tot student hoger kunstonderwijs. Die constructie is nu in het bezit van het Centre Pompidou (Musée national d’art moderne) in Parijs en is voornamelijk gebaseerd op wat de kunstenaar zich van die scholen herinnerde. Kelley stelde vast dat er in de herinnering tal van hiaten zijn, maar ook dat de herinnering zelf dingen invult en andere weer verdringt. Ook Luc Tuymans schildert beelden van herinnering, zoals hij zelf al meerdere heeft verklaard. Wat Sofie Van der Linden doet is dus niet zo wereldschokkend nieuw. Maar ze doet dit op zo’n manier dat de kijker willens nillens geboeid is door haar werk, door het natuurlijke van haar nieuwsgierigheid, haar betrokkenheid ook, een betrokkenheid die ver staat van pose. Op haar bijna naïef overkomende manier duwt ze ons met de neus op de wereld rondom ons, maar dan vanuit een ander perspectief. En is het niet zo dat een verandering van het oogpunt van waaruit we de dingen bekijken, ons heel veel kan leren? En heel confronterend kan zijn.
Sofie Van der Linden heeft ook meegewerkt aan het project van theatermaker en kunstenaar Simon Allemeersch rond de Rabottorens in Gent. De drie grote woontorens met sociale huisvesting worden afgebroken en Allemeersch wilde van binnenuit de geschiedenis van de torens en hun bewoners vastleggen. Hij deed hiervoor beroep op de medewerking van collega-kunstenaars. Ze organiseerden in één van de lege flats de mogelijkheid voor de nog aanwezige bewoners, zowat vijftig in getal op dat moment, om langs te komen en hun verhaal te vertellen. Sofie maakte tekeningen van de nog bewoonde flats, Maarten De Vrieze nam foto’s en Simon Allemeersch draaide en documentaire. Dit alles wordt dit najaar gepresenteerd in een film en een boek. “Het wordt een mooi boek,” zegt ze.
Tentoonstellingen
- Rooms, solotentoonstelling, Life is Art, Antwerpen, opening 6 juni 2013
- At Random, groepstentoonstelling, CC De Steiger, Menen, opening 7 september 2013
- Solotentoonstelling, Lokaal 01, Antwerpen, opening 10 oktober 2013