Als de klassieke, witte poort opengaat zie je geen imposante hal, nee, je komt gewoon en heel verrassend in een verdoken straatje te staan. Het is een kasseiweg die leidt naar een voormalige fabriek. In een van die gebouwen heeft fotograaf Sander Buyck een bijzonder leuke stek gevonden. We zitten in de buurt van Portus Ganda en op een boogscheut van de aloude Sint-Baafsabdij. Maar hier heerst rust en kalmte en is er zelfs merkwaardig veel groen.
Sander Buyck - De harde schoonheid van mensen in de marge
Niet voor de media
Geboren in Gent groeide Sander Buyck (°1984) op bij geëngageerde ouders. Ze waren in Belsele een inwonend opvoederskoppel in een home voor geplaatste kinderen. Sander Buyck: “Ik ben opgegroeid in een familie met tien tot twaalf zussen en broers. Ik denk daar nog altijd aan terug als aan een zeer dynamische omgeving. Het was ook een prachtig huis op de oude baan naar Antwerpen.” Dat sociaal milieu en het engagement van zijn ouders hebben ongetwijfeld hun sporen nagelaten in zijn manier van leven en in zijn werk als fotograaf.
Hij heeft zijn secundaire studies in een Gents atheneum gedaan en had bewust voor het aso gekozen. “Ik vond middelbaar kunstonderwijs iets voor mensen die niet goed wisten wat te kiezen. Ik was vanaf mijn zestiende wel al met fotografie bezig. Ik mocht af en toe werken met de toestellen van mijn broer, mijn vader of mijn grootvader. Mijn vader en mijn broer zijn ermee gestopt toen ze me zo gepassioneerd bezig zagen. Ik wist toen al dat ik na mijn middelbaar naar de academie zou gaan om fotografie te studeren.”
Sander Buyck voelde zich in het begin erg aangetrokken tot de journalistieke fotografie. Het was de periode dat De Morgen dagelijks uitpakte met foto’s van onder anderen Stephan Vanfleteren (°1969) en Filip Claus (°1957), een beperkte groep van een tiental fotografen. “Vanfleteren mocht altijd de artistieke portretten maken in zwart-wit. Ik weet nog SANDER BUYCK De harde schoonheid van mensen in de marge dat andere fotografen er soms over klaagden dat zij geen zwart-witbeelden mochten maken. Mensen hebben nog altijd de neiging om zwart-wit als kunst te zien. (…) Toen ik dan uiteindelijk op de KASK begon te studeren, zag ik stilaan dat fotografie voor de media niet aan mij besteed was. Ik herinner me hoe Vanfleteren, bijvoorbeeld, een schitterend beeld heeft gemaakt van de witte mars waarbij hij een kind had gefotografeerd met een traan op het gezicht. De traan was scherp, het gezichtje iets minder en daarachter dan die onoverzichtelijke massa. Maar zoiets kan je niet alle dagen doen.”
Vrijheid
Op de vraag of hij iets geleerd heeft in de KASK, bekent Sander Buyck dat hij geen makkelijke student geweest is. Hij vond de opdrachten niet echt inspirerend. Hij wou stoppen na het tweede jaar. Op aandringen van een vroegere leraar is hij opnieuw begonnen, maar dan niet in de fotografie wel bij de toen net opgerichte richting ‘Nieuwe media’ binnen de vrije kunsten.
Hier kreeg hij les van Danny Matthys (°1947), Jerry Galle (°1969) en Anouk De Clercq (°1971) die al vele kunstenaars hebben geïnspireerd. Sander Buyck: “Het grote verschil was dat ze de eerste dag dat ik er aankwam aan mij vroegen: ‘Wat maak je? En waarom maak je dat?’ Dat was mij bij de fotografie nooit gevraagd, daar zegden ze wat je moest maken.” Dat is natuurlijk een heel andere instelling en dat dwingt je om naar de essentie te gaan, het eigen werk voortdurend te bevragen. Hij is tijdens die opleiding wel blijven fotograferen. “Ik denk wel dat mijn aantrekking tot de fotografie er altijd geweest is dat ik het gevoel had dat ik daar vrijheid mee kon bereiken. Als ik mijn eigen ding kon doen met de fotografie, kon ik gelijk waar in de wereld naartoe. Ik hoefde dan niet altijd binnen te zitten achter een bureau en de computer.”
Wat doet Sander Buyck met die vrijheid? Wil hij iets vertellen? “Wel, ik weet dat eigenlijk niet. Een van de beelden waarover ik het meest tevreden ben en dat ik in Cuba gemaakt heb, is een poëtisch beeld.” Poëzie kan natuurlijk ook heel veel vertellen, op een zeer gebalde manier. Hij verwijst naar zijn fotoreeks van vergane affiches van Palestijnse martelaren. Het is een naar de keel grijpende reeks. “Ik denk dat de verhalen daarachter nuttig zijn om een project te kaderen, maar zeker niet altijd het belangrijkste zijn voor mij.” De esthetiek blijft een zeer grote rol spelen in zijn werk, hij wil het juiste beeld maken.
Op 24 juni 2011 opende in Ramallah in de Palestijnse gebieden een merkwaardige tentoonstelling die de geschiedenis in is gegaan als Picasso in Palestine. Het was een gezamenlijk project van het Nederlandse Van Abbemuseum en de International Art Academy Palestine (IAAP), geconcipieerd door de kunstenaar en artistiek directeur Khaled Hourani (°1965). Picasso’s werk Buste de Femme was door de studenten van het IAAP gekozen als een icoon voor het modernistisch denkpatroon en werd er een maand lang in een speciaal gecreëerde ruimte aan het publiek getoond. Sander Buyck werd door het Belgisch magazine A Prior gevraagd om heel deze actie op beeld vast te leggen. Hij maakte hierbij uitgebreid kennis met de concrete situatie in het land. Hij werd getroffen door de alomtegenwoordige affiches van Palestijnse martelaren. Tijdens een aantal verblijven op de Westelijke Jordaanoever fotografeerde hij de affiches zoals ze erbij hingen: half vergaan, gescheurd, overplakt. Zijn beelden doen denken aan de décollages van Jacques Villeglé (°1926) en Raymond Hains (1926-2005) ten tijde van het Nouveau Réalisme. Ze zijn een poëtische vertaling van een, in dit geval gruwelijke, werkelijkheid en hebben een eigen esthetiek. Ook wie de achterliggende informatie niet heeft, kan de schoonheid ervan ervaren. Hij geeft een titel aan dit project: We meet in paradise.
Leren selecteren
Even terug in de persoonlijke geschiedenis van Sander Buyck. Hij heeft zijn bachelordiploma gehaald in de richting ‘Nieuwe media’ (ondertussen alweer van naam veranderd) en besluit zijn master toch te doen in de richting fotografie. Dat werd hem niet in dank afgenomen door de docenten fotografie, maar door de nieuwe regels als gevolg van de Bolognaverklaring en de daaropvolgende overeenkomsten, kon deze overgang perfect. Sander Buyck: “Ik ben de eerste die aan de KASK een master in de fotografie heeft behaald zonder een bachelor in die richting te hebben. Ik moest wel een ingangsproefje doen en kon daar mijn foto’s die ik in het derde jaar van mijn bachelor had gemaakt voorleggen en zo werd ik toegelaten.” Hij koos als promotor voor zijn eindwerk geen fotograaf maar de ondertussen internationaal gerespecteerde filmmonteur Nico Leunen (°1974). Die leerde hem vooral hoe te selecteren in het overvloedige beeldmateriaal. Sander Buyck: “Ik fotografeer ontzettend veel, het belangrijkste proces is wat daarna gebeurt en ik heb soms de neiging dat wat van mij af te schuiven. Het selecteren is ontzettend belangrijk.”
Hij is afgestudeerd in 2009 en heeft dan drie maanden voor de KASK gewerkt om de verhuis van de oude academiesite naar de Bijloke in beeld te brengen. In 2011 kwam de opdracht in de Palestijnse gebieden voor A Prior. Zijn beelden toonde hij op de tentoonstelling van de prijs van Oost-Vlaanderen die hij in 2013 heeft gewonnen. Hij was eigenlijk geselecteerd op basis van een andere inzending, een drietal foto’s die hij zelf als ietwat ‘Hopperiaans’ typeert met dezelfde bevreemdende dromerige sfeer.
Pater Lievens achterna
Ondertussen heeft Sander Buyck al verschillende reizen naar India ondernomen. Hij heeft een adoptiezus van Indische origine. Op zijn reizen naar dat subcontinent heeft hij vooral aandacht voor minderheidsgroepen. Zo kwam hij terecht bij de Adivasi, een overkoepelende term voor diverse etnische in stamverband levende groepen die de oorspronkelijke bevolking van het gebied uitmaken. Ze maken geen deel uit van het kastensysteem en dat betekent dat ze helemaal onderaan de sociale ladder staan.
Hij is op basis van een kaart van de jezuïet Constant Lievens (1856-1893), die als missionaris naar India trok, gaan rondreizen in een regio waar Lievens ook had gewerkt. De etnie van zijn adoptiezus is eveneens in die regio te situeren. Zij is Kurukh en in die streek is er een school opgericht door een Indische jezuïet waar de taal en de cultuur van de Kurukh in stand wordt gehouden. Sander Buyck kon in die school logeren, zijn ouders hadden er een jaar vrijwilligerswerk gedaan en dat is een goede introductie. Hij wou het historische aspect van pater Lievens als een kapstok gebruiken voor zijn exploratie in deze streken, waar trouwens tal van beelden aan de man zijn gewijd. Daar verblijven is evenwel geen evidentie. “Het is er enorm moeilijk om van de ene plaats naar de andere te komen, er is praktisch geen accommodatie, er is extreme armoede. Eigenlijk is het verboden om daar als toerist rond te lopen, het is zelfs gevaarlijk want er zijn groepjes maoïstische strijders die vechten tegen de Indiase overheid. Ze zijn zwaar bewapend en kunnen plotseling opduiken in die kleine dorpen. Ik ben op het einde moeten vluchten in de koffer van een jeep, ik mocht daar niet eens zijn, laat staan fotograferen. De politie had me al eens tegen gehouden en me verwittigd dat ik bij een volgende overtreding zou opgesloten worden. Mijn gids, een lokale schilder, en een helper hebben me naar een dorp gevoerd waar ik me twee dagen schuil moest houden en hebben me dan ’s nachts de regio buiten gesmokkeld.”
Het project in India was een samenwerking met KADOC, het documentatie- en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving in Leuven. Zij hebben in hun archief tal van foto’s van pater Lievens en de tocht van Sander Buyck was een herneming daarvan, honderd jaar later. Er kwamen een tentoonstelling en een kleine publicatie.
Op zoek naar de Kalbelia
India laat hem echter niet los. Hij exploreert telkens een klein gebied in de diepte. Het is de bedoeling om vanuit die diverse reizen tot een stevig fotoboek over dat deel van de wereld te komen. Ook nu plant hij een reis naar dat land. Hij wil niet zozeer een verhaal vertellen zoals dat van de Kurukh, hij wil graag beelden maken die op zich staan, die boeien als zodanig. Zo heeft hij een reeks foto’s gemaakt van de Kalbeliagemeenschap. Het is een nomadische minderheidsgroep die bekend is door hun omgang met cobra’s. Zij vangen de slangen, ze temmen ze en verwijderen de giftanden. Nu nog komen ze aan de kost als performers en dansers. De zigeuners zouden van die oorspronkelijke gemeenschap afstammelingen zijn. Sander Buyck: “Sommige families trekken nog rond en dat vind ik een zeer interessant gegeven. Ze zijn erg moeilijk te vinden. Vorig jaar ben ik met een gids rondgetrokken. Het is heel wat zoekwerk, je moet overal rondvragen. Zo had de gids tijdens het rondrijden een hond gezien die normaal bij de Kalbelia thuis hoort. We hebben die hond gevolgd totdat er een paar Sander Buyck, Essaouira, 2013 kinderen opdoken en we twee of drie kilometer verder midden de velden een paar karren met kamelen en ezels konden zien. Ze verplaatsen zich om de twee a drie weken en ze kappen het struikgewas om het te verbranden tot houtskool. Ze verkopen die dan. Ze zijn zeer arm. Ik was vooral aangetrokken door de puurheid van die mensen en de manier waarop ze leven.” Hij wil graag dit werk verder zetten en is daarom met een crowdfunding begonnen.
Het is duidelijk dat Sander Buyck geïntrigeerd is door de mens aan de rand van de samenleving, minderheden en mensen in de marge. Hij raakt er door geboeid en ontroerd. Hij ziet er de soms harde schoonheid van in en wil die vastleggen in dat ene beeld, in dat beeld dat beklijft.
Publicatie
- A Prior Magazine #22, Picasso in Palestine
- Diamond Barway. Adivasi Christians in India!
- Things Fall Apart, Artist Book