Rik Delrue werd in 2000 uitgenodigd voor het 24ste internationale symposium van keramisten in het Poolse Walsbrzych. Wanneer hij met de wagen de Duits-Poolse grens passeerde, werd hij vooral getroffen door de onnoemelijk veel tuinkabouters die langs de weg te koop werden aangeboden.
Rik Delrue en de 'intellectual gnome'
Ze waren er in alle vormen en formaten, voorzien van tal van attributen. Zijn keramisch oeuvre, zoals ik het ken, was eerder wars van het anekdotische, eerder het conceptuele werk. Maar blijkbaar werd hij door de massale aanwezigheid van tuinkabouters sterk geïnspireerd en hij besloot om in samenwerking met de lokale porseleinindustrie een witporseleinen kabouter te ontwerpen. De kabouter werd 45 cm groot en daarbij voorzien van een pancarte. Op deze pancarte kwam een uitsnede - geen steekhoudend fragment, geen citaat - van een filosofische, kunstkritische of psychoanalytische tekst. De 'lntelligente krasnale" of de intellectuele kabouter was geboren.
Ogenschijnlijk staat deze creatie helemaal buiten zijn vroeger oeuvre. Toch is dat niet zo. Psycho-analyse heeft Delrue geholpen om een beter inzicht in zijn eigen persoonlijkheid te verwerven. "Ik heb me beter kunnen situeren in de maatschappij en in mijn leefomgeving", zegt hij zelf. Vanuit het inzicht dat je persoon mee bepaald wordt door je verleden, heeft hij belangrijke data uit zijn levensloop in tegels geprent. Hij waakte erover om als werkmateriaal juist die elementen binnen de keramiek te gebruiken die als niet zo waardevol worden beschouwd, zoals tegels en bakstenen.
Ook kabouters zijn een consumptieproduct. Delrue was aangesproken, zeg maar ontroerd, door de liefde en de zorg waarmee de volksmens omgaat met de kabouter. Hij geeft een vingerwijzing naar diegenen die met geringschatting neerkijken op die mensen en hun tuinkaboutercultuur. Hij ontwaart iets van echtheid en eenvoud, iets ontwapenends en naïef in die zogenaamde "low culture". Hier zijn dan ook de foto's te kaderen die hij maakte met mensen van zijn dorp, die met zijn kabouter poseren.
Vanaf het prille begin was het zijn bedoeling om met deze nieuwe creatie een participatieproject op te zetten. Hij contacteerde keramisten van overal ter wereld en zond hen een kabouter op met de vraag om die naar eigen inzicht en vermogen te bewerken. Praktisch alle aangesproken kunstenaars reageerden enthousiast op zijn voorstel en in de loop van tijd kwamen de uitgezonden boodschappers terug. Van serieproduct van één kunstenaar zijn ze uitgegroeid tot individuen met een eigen leven, een schitterend voorbeeld van een multiculturele kaboutermaatschappij!
Terwijl het project lopende was en de kabouters uitgezonden, werd Rik Delrue, mede op instigatie van ondergetekende, uitgenodigd om mee te werken aan een origineel en interessant project van het Gentse Huis van Alijn, het voormalig Museum voor Volkskunde. De nieuwe jonge ploeg van dat museum wou een tentoonstelling wijden aan de kabouter maar duidelijk niet alleen bij de kneuterigheid blijven. Ze deden daarom ook beroep op kunstenaars die met die kabouters enige verwantschap bezaten. Het project van Rik Delrue inspireerde op zijn beurt de enthousiaste museummedewerkers. Er werd besloten om in Gent op een drietal data kabouterinvasies te organiseren. Hiervoor heeft Rik Delrue vele duizenden afgietsels van zijn oorspronkelijk ontwerp in verkleinde vorm en in gips gegoten. Ze werden door tal van medewerkers en vrijwilligers in de loop van drie nachten in de binnenstad verspreid. De mensen die bij het ochtendgloren met kabouters werden geconfronteerd konden die meenemen en op een of andere manier beschilderen of bewerken. Die met veel liefde geadopteerde kabouters werden in het museum geëxposeerd naast tal van historische beeldjes. De invasies haalden de nationale media én de bezoekers naar het museum.
De designkabouter werd een individu
Sommige participerende kunstenaars hebben hun ingreep sterk beperkt, wat niet wil zeggen dat die ingreep niet veelzeggend kan zijn.
Jos Devriendt ging hierin misschien wel het verst. Hij raakte de kabouter niet aan maar greep in op de pancarte, die werd gewoon zwart geschilderd. Kunstkenners zullen hierbij onwillekeurig aan het bekende zwarte vierkant van Malevich denken, tenslotte een mijlpaal in de geschiedenis van de schilderkunst. Het lijkt me een referentie naar het resultaat: van een doorgehouden denken over schilderen, een quasi puur intellectuele ingreep, iets wat je van een intellectuele kabouter mag verwachten. Toch moet ik hier ook een beetje denken aan de "Schilderijenoptocht" van Roger Raveel waarbij in zijn concept schilderijen die van grote betekenis zijn voor de (zijn) kunstgeschiedenis publiekelijk worden rondgedragen.
Marc Verbruggen knakte de draagstok van het tekstbord en maakt hiermee een niet mis te verstane verwijzing naar de veelvuldig voorkomende 'vissende kabouter'. Aan de vislijn hangt een afdruk van het oog van de kunstenaar, op de achterzijde staat een vraagteken. De muts, de jas en de schoenen zijn wellicht ook met afdrukplaatjes van Verbruggen bewerkt, maar de afbeelding is onherkenbaar geworden.
Rik Vandewege, één van de belangrijke keramiekkunstenaars in Vlaanderen, heeft zijn kabouter met goudglazuur bekleed, enkel de ogen krijgen een accent door de zwarte stippen. Hij verwijst met zijn ingreep naar het vele nepgoud, naar de valse chic, de voorliefde voor glitter en glamour, de oppervlakkige rijkdom die in het rijke Vlaanderen bestaat. Door de goudkleur wordt de kabouter hier een beetje een idool in de oorspronkelijke betekenis van het woord.
Achiel Pauwels geniet een grote bekendheid in Vlaanderen omwille van zijn typerende figuren in keramiek. Hij heeft de kabouter een groene en een zwarte kant gegeven. Er zijn vegetale motieven te bespeuren in zijn 'Ecologische kabouter'. Maar opgepast, niet alles is positief aan deze figuur!
Kris Campo heeft de kabouter opnieuw gebakken in raku, een techniek die zij meesterlijk beheerst. Hierdoor krijg je de indruk dat het hier om een oud, gepatineerd stuk gaat met een lange geschiedenis. De ogen benadrukken de hoge leeftijd van de kabouter, de mond heeft een wat clowneske grijs gekregen, een wijze kabouter met binnenpretjes lijkt het wel.
Philippe Bouttens, schilder en keramist, zit nooit verlegen om fantasie. Hij gebruikt optimaal de gegeven vorm en accentueert die hier en daar vanuit zijn schildersachtergrond met gevoelige toetsen. De puntmuts wordt voorzien van een wellustige slang. Vrouwelijke wezens voor en achter maken van deze kabouter een vriendelijke verleider, niet echt te vertrouwen lijkt me. De kunstenaar heeft zich beperkt tot zwart en grijswaarden en laat hierdoor het witte porselein nog sterker tot zijn recht komen.
Vincent Kempenaers maakt meestal porseleinen figuurtjes met zwarte beschildering, nu deed hij niet anders. Hij verwerkt in zijn beschildering tal van herkenbare motieven die zich evenwel verschuilen in het lijnenspel en een aandachtiger beschouwing vragen. Huisjes, ogen, tot een erectie toe, het is allemaal te zien voor wie wil kijken.
Patrick Picarelle laat een steeds weerkerend motief van rond- en spitsboogjes die boven elkaar groeien de figuur innemen als een woekerplant. Hij heeft een deel van de kabouter onbewerkt gelaten maar het zal niemand verwonderen als mettertijd de hele kabouter door boogjes is ingenomen of hoe een architecturaal motief een vegetatie wordt.
Het is verrassend om vast te stellen tot welke diversiteit aan interpretaties het kabouterproject aanleiding was. (Ik somde nog maar de Belgische participanten op.) En dat is natuurlijk waar het hier in wezen om ging en om gaat in heel dit project: het stimuleren van de fantasie om te komen tot creatie die op haar beurt weer bron kan zijn van nieuwe invallen, nieuwe zoektochten en groeimomenten, nieuwe contacten en verdiepte ontmoetingen. Zowel met het 'intellectual gnome'-project als met de activiteiten rond de tentoonstelling in het Huis van Alijn is Rik Delrue daar op overtuigende wijze in geslaagd. Het project kent trouwens een vervolg want de Nederlandse Stichting Kunst in de Openbare Ruimte wil een tweede reeks kabouters de wereld rond zenden. En zoals de 'intellectual gnomes' momenteel het Nederlandse Keukenhof ingepalmd hebben, veroveren Delrue's scheppingen de wereld, zij het dan op een erg vreedzame wijze...
Praktische informatie
Het 'intellectual gnome'-project wordt getoond in het STEDELIJK MUSEUM TE KORTRIJK van 9 tot 31 mei 2003. Er verschijnt eveneens een publicatie bij de tentoonstelling, hierin gaat Daan Rau nader in op het verschijnsel kitsch en de betekenis van de kabouter binnen de tuin.