Ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen vierden vele honderden abonnees feest op 15 november 2003 in het Brusselse Jubelpark. De abonneedag begon met een Klara ontbijtuitzending, gevolgd door rondleidingen in het Legermuseum, rond het jubelpark en op de tentoonstellingen 'Vietnam' en 'Da Pompei a Roma'. Tijdens de abonneedag organiseerde OKV een academische zitting en een museumdebat.
REPORTAGE. Kunstbezit openbaren
Terugblikken en vooruitkijken
Jean-Pierre Van der Meiren, voorzitter van de Raad van Beheer van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, opende de academische zitting met een korte historiek en concludeerde: "Architectuur, het kunstambacht, kleinere en vergeten musea: alles kreeg en krijgt op een kwaliteitsvolle manier aandacht van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, dat een erfgoedtijdschrift is nog voor de term ingeburgerd geraakte. Wie de grote diversiteit van veertig jaar OKV bekijkt, kan alleen maar vaststellen dat de impact van de honderden afleveringen die generaties Vlamingen hebben gelezen onmeetbaar is."
Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, jeugd en Ambtenarenzaken, hield een opgemerkte feestrede. Hij feliciteerde OKV, "een erfgoedpartner met een lange staat van dienst die een schitterende opdracht heeft vervuld." De minister benadrukte dat er de voorbije veertig jaar in het Vlaamse erfgoedlandschap heel wat ten goede is veranderd: beeldende kunsten zijn niet meer het privilege van een elite, musea zijn niet langer verlaten tempels, de overheid verfijnde de regelgeving en verhoogde de subsidies, er kwamen nieuwe organisaties die mee zorg dragen voor en nadenken over ons erfgoed, die het publiek er laten mee kennismaken. "Tussen al dat jong geweld heeft Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen een eigen plaats," zei Paul Van Grembergen. Hij nodigde OKV uit de discussie over die specifieke positie niet uit de weg te gaan: "Kiest het tijdschrift het standpunt van bevoorrechte getuige en kritische stem in een veranderende wereld? Blijft de optie behouden een mooi uitgegeven publicatie aan te bieden temidden van de vluchtige kunst- en cultuurbijlagen van kranten? Dient Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen zich te concentreren op musea en tentoonstellingen of de focus te verruimen tot het brede erfgoed?"
Kunst is er voor iedereen
Op de academische zitting stelde professor Willem Elias, hoogleraar aan de VUB en voorzitter van de Vakgroep Sociale en Culturele Agogiek, dat OKV de voorbije veertig jaar de boodschap heeft uitgedragen dat kunst begrijpbaar is, dat kunst er voor iedereen is. " Deze vanzelfsprekendheid heeft zijn gevaren," aldus Willem Elias. "OKV had een soort educatief middel kunnen zijn dat, zoals zo vaak gebeurt, het omgekeerde bewerkstelligt van wat het beoogt. Ik meen dat dit gevaar op pedanterie veertig jaar lang omzeild is geworden. Het 'openbare' van OKV is niet zozeer dat ze kunstwerken effectieftoegankelijk maakt, maar vooral dat ze de boodschap uitzendt dat elk kunstwerk openbaar kan gemaakt worden.
Men moet inderdaad deze boodschap van de museumdaken schreeuwen. Men kan in een gemeenschap nooit genoeg het belang van kunsteducatie benadrukken. Een kunstwerk is maar kunstwerk in de mate dat het begrijpend of aanvoelend geïnterpreteerd wordt. Hoe meer interpretatie, hoe meer kunst. De reconstructie, recreatie van het kunstwerk in de hoofden van de toeschouwers is even belangrijk als de creatie door de kunstenaar.
Een educatie is een 'interesse', er tussen zijn, er iets mee te maken hebben, participeren. Het educatieve is niet gelegen in de kennisvergaring over objecten, al dan niet met het oog op het zich toe-eigenen van een cultuur die nodig is om bij een sociale groep te horen. Maar het zit wel in het overwinnen van de moeilijkheidsgraad om zicht het vreemde eigen te maken. Het openbare mag zich dan ook niet beperken tot het ontsluiten van verborgen kunstwerken, het moet ook het werk openen in de geest van de toeschouwer. Het kunstbezit moet niet alleen openbaar gemaakt worden, het moet geopenbaard worden."
Musea morgen
Nog op de abonneedag organiseerde Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen een debat over de toekomst van onze musea. Panelgasten waren: Sylvie Dhaene, directeur van het Gentse Huis van Alijn; Paul Huvenne, directeur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen; Patrik Lefevre, conservator-directeur van het Koninklijk Legermuseum, en Peter Van Mensch, docent Theoretische Museologie aan de Reinwardtacademie in Amsterdam.
Joris Capenberghs, kunstwetenschapper, antropoloog en docent aan de Opleiding Cultuurmanagement van de Universiteit Antwerpen, lanceerde het debat met stellingen zoals: musea zijn niet langer de stoffige, statische encyclopedieën die ze vroeger wel waren; de meeste traditionele musea bezitten heel veel objectgerichte maar weinig publiekgerichte kennis; musea zijn oorden van herinnering en verbeeldingspaleizen; objecten, relicten en kunstwerken spreken niet voor zich maar behoren interpretatie. Dat musea oorden van herinnering zijn, daar was iedereen rond de tafel het over eens. "Musea hebben als essentiële opdracht het erfgoed te bewaren voor het collectief geheugen," benadrukte Paul Huvenne. Maar focussen ze niet te veel op mediagenieke tijdelijke tentoonstellingen? Patrik Lefevre verklaarde ze vanuit de noodzaak extra middelen en aandacht te genereren. Sylvie Dhaene was duidelijk: " Musea zijn geen decors waar mensen moeten doorlopen om een tentoonstelling te bezoeken. Het is de hoogste tijd dat we daar tegen ingaan." "Het zal niet gemakkelijk zijn," sloot Paul Huvenne daar bij aan, "maar laat ons tentoonstellingen maken over onze permanente collecties, even mooi en fris als de tijdelijke evenementen."
Peter Van Mensch kwam cru uit de hoek met de stelling dat een museum met tijdelijke tentoonstellingen een 'mislukt' museum is. "En dat geldt ook voor een museum met een educatieve dienst," voegde hij er aan toe. "Educatie moet geïntegreerd zijn in alle museumactiviteiten." Dit ontlokte bij de Vlaamse panelleden de bemerking dat wetenschappelijk onderzoek over publiekswerking en communicatiespecialisten meer dan welkom zijn. "Geef ons de ruimte en de middelen," klonk het in koor.