Op 2 februari van ieder jaar wordt het feest van O.L. Vrouw-Lichtmis gevierd omdat, volgens het Joodse gebruik, Maria inderdaad slechts 40 dagen na de geboorte van Jezus, dus 40 dagen na 25 december, zich opnieuw naar de tempel mocht begeven. Anderzijds gebood de Joodse wet ook dat elk eerstgeboren zoontje aan God zou worden opgedragen. Het is wel zonderling dat deze gebeurtenis, hoewel zoveel belangrijker dan de andere, uit de geest van de moderne mens schijnt gewist: sedert bijna twee eeuwen spreekt men haast exclusief van 'Maria's purificatie' of 'O.L. Vrouw-Lichtmis' in verband met de feestdag van 2 februari, wanneer men op die dag veeleer 'Jezus' opdracht in de tempel' zou moeten herdenken. De openbare wijding van Jezus werd daarentegen in vroegere tijden geregeld afgebeeld : de oudste voorstelling prijkt sedert de 5de eeuw op de triomfboog van S. Maria Maggiore te Rome. Na de Franse Omwenteling is het onderwerp blijkbaar spoorloos uit de kunst verdwenen : de Vlaamse schilder Pieter Jozef Verhaghen is wellicht één van de allerlaatste kunstenaars die het thema nog behandeld hebben, o.m. in 1767 op aanvraag van Pater August De la Royère. Het wapen van deze magister in de godgeleerdheid versiert immers links de eerste trede van de altaartrap op het doek, dat aanvankelijk bestemd was voor de kerk der Dominicanen te Gent, en nu in het Museum aldaar bewaard wordt.
Volgens de afmetingen en het kostbaar uitzicht van de zuilen, die de achtergrond vullen, heeft Verhaghen duidelijk aan de reusachtige en pralerige bouw van Salomo's tempel te Jeruzalem willen herinneren. De personages zijn in drie groepen verdeeld. Vlak in het midden onderscheidt men de knielende en verwonderde timmerman uit Nazareth, achter zijn staande en veel jongere echtgenote, die zo pas het Kindje heeft overgemaakt aan de bejaarde Simeon, de hoofdfiguur van het linkerdeel. Meestal wordt Simeon, zoals hier, met rijke koorgewaden en zelfs met een Hebreeuwse mijter getooid ; toch was hij de grootpriester niet. De Byzantijnse gewoonte getrouw, draagt hij het Wichtje op een doek, als blijk van eerbied voor de Mensenzoon. Hij richt de ogen naar de hemel en spreekt zijn beroemde profetie uit : 'Nunc dimittis, Domine', 'Heer, laat nu uw dienaar gaan, want mijn ogen hebben uw Heil aanschouwd'. Vandaar de sprekende gebaren en uitdrukkingen van Jozef en Maria. Aan de linkerzijde van Simeon herkent men de 84-jarige profetes Anna en een oude priester die benieuwd toekijkt. Andere figuren nog vullen deze groep aan, o.a. de tempeldienaar en twee koorknapen, die elk een brandende kaars dragen.