Dacht hij wellicht aan zijn vrouw en kinderen, die hij in Denemarken had moeten achterlaten, waar hij te vergeefs gepoogd had, met de hulp van zijn schoonouders, een nieuw beroep te vinden, of dacht hij aan zijn vriend Vincent van Gogh, met wie hij, vorig jaar nog, te Arles verbleef, maar die intussen wanhopig aan zijn einde kwam, in dezelfde strijd voor een hernieuwde kunst?
Hij zal echter niet zwichten. Terwijl hij zijn eigen lijdensweg uitbeeldt, onder de symbolische gedaante van de Nood-Gods, een arme boerin en een zwart schaap, blijft hij, ondanks alles, vertrouwen in de toekomst. Rondom het calvariebeeld schildert hij het heuvelend, heerlijk landschap. Het leven gaat er verder. De kleine, nietige mensen werken voort. Boven op de hellingen grazen de koeien het magere gras. Heel nabij wenkt de donker-blauwe, eindeloze zee. En hij schildert een witte boot, die hem naar het land van zijn dromen zal brengen, naar het tropisch paradijs, waar hij zeker de rust zal vinden voor de vervulling van zijn artistiek ideaal...
Dat is de geestelijke, literaire inhoud van zijn ontroerend schilderij. Van meer betekenis nog, voor de geschiedenis van de schilderkunst, is de vereenvoudigde, synthetische stijl, de meesterlijke compositie. De kleuren, de vormen, in een woord de plastische vormgeving, noemde Gauguin het muzikaal gedeelte van elk goed kunstwerk. Hij was meer visionair dan visueel aangelegd. Hij schilderde emotionele, expressieve waarde van de kleur, bijna als een zelfstandig element van het schilderij.
Terwijl hij, onbewust wellicht, samen met van Gogh, de voortrekker was van het expressionisme, dat pas na de eerste wereldoorlog zal doorbreken, wees hij reeds de weg naar de abstracte of niet-figuratieve kunst. Te Tahiti bracht zijn opstandig en brutaal overboord gooien van de traditie hem tenslotte tot het uitbeelden van de absolute orde en de idyllische rust. niet rechtstreeks naar de natuur, zoals de impressionisten het deden, zoals Van Gogh zelfs te werk ging.
Slechts na vele schetsen en rijpe overweging, schiep hij zijn eerder symbolische doeken op het atelier. Bij deze opbouw gehoorzaamde hij, instinktmatig aan een haast klassieke evenwichtigheid. Deze kloeke bouw is wel een der verdienstelijke eigenschappen van zijn 'Calvarie'. Het hoofdmotief is in een driehoek besloten, met als toppunt de opgaande pilaar van het onzichtbaar kruis. De driehoek is enigszins naar rechts geschoven, om een gewilde indruk van onrust te scheppen, terwijl anderzijds een ruimte wordt uitgespaard voor het uitbeelden van het landschap links, tevens het symbool van Gauguin's bevrijding of ontvluchting. De grote effen, omlijnde kleurvlakken kenmerken zijn nieuwe stijl. Alleen om het levensblije, het zonnige van het omgevend landschap te vertolken, gebruikt hij nog zijn vroegere stippel-of streepjestechniek, eigen aan zijn eerste raadgever Pissaro.
Gauguin was een der eersten om de nadruk te leggen op de de emotionele, expressieve waarde van de kleur, bijna als een zelfstandig element van het schilderij. Terwijl hij, onbewust wellicht, samen met Van Gogh, de voortrekker was van het expressionisme, dat pas na de eerste wereldoorlog zal doorbreken, wees hij reeds de weg naar de abstracte of niet-figuratieve kunst.
Te Tahiti bracht zijn opstandig en brutaal overboordgooien van de traditie hem tenslotte tot het uitbeelden van de absolute orde en de idyllische rust.