Weergave van een interview met Mevr. M.R. Bentein, conservator van het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim.
Het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim is in 1950 ontstaan als gevolg van een zeer succesvolle eerste tentoonstelling van beelden in de open lucht. Was Middelheim daar niet erg vroeg mee in relatie tot de rest van Europa?
In 1948 en 1949 waren in Batterseapark in Londen en in Park Sonsbeek in Arnhem al openluchttentoonstellingen voor beeldhouwkunst gehouden. Het had misschien te maken met het vrijheidsgevoel van kort na de oorlog. Men werd zich bewust dat beelden de ruimte nodig hebben, dat de ruimte ook op de beelden inwerkt. Beelden krijgen ook telkens een ander karakter met de wisselende lichtval en de steeds weer verschillende achtergrond in de diverse seizoenen...
Die openluchttentoonstellingen waren een openbaring en onze burgemeester die ze bezocht, besloot dat in Antwerpen ook te doen. Vooral het voorbeeld van Arnhem heeft hem gestimuleerd.
Reeds een jaar later, in 1950, werd in het Middelheimpark de eerste tentoonstelling van beeldhouwkunst in de open lucht geopend. Toen is hier in Antwerpen de nieuwe idee ontstaan om er een permanent beeldenpark van te maken: als besluit van de tentoonstelling heeft de burgemeester, de heer Craeybeckx, de gemeenteraad het voorstel gedaan een openluchtmuseum op te richten en direct de eerste aankopen te doen. We hebben het bijzonder getroffen met deze burgemeester; hij heeft een zeer brede culturele belangstelling, niet alleen op het gebied van de beeldhouwkunst.
Hij heeft zelf kunstenaars in hun atelier bezocht en aankopen gedaan. Deed hij dat alleen?
Hij heeft zich steeds laten adviseren door vakbekwame mensen, al heeft hij zelf wel een bepaalde visie. Er is direct een raadgevende commissie opgericht, waar beeldhouwers, critici en museummensen in zetelen. Op het ogenblik is het Comité Middelheim uit negentien mensen samengesteld. Ambtshalve zitten er natuurlijk een aantal schepenen (wethouders) in, de artistieke adviezen worden echter uitsluitend gegeven door beeldhouwers en museummensen.
Los daarvan zijn beeldhouwers als Henry Moore en Ossip Zadkine van het begin af aan bij dit initiatief betrokken geweest.
Zadkine is nu overleden, maar Henry Moore wordt nog wel eens geraadpleegd, zoals bij de tentoonstelling van Engelse beeldhouwkunst, die wij enkele jaren geleden hier in Middelheim georganiseerd hebben.
Dat raadplegen van kunstenaars, gebeurt dat nog steeds?
Ja zeker, als de burgemeester met een Italiaanse inzending voor de biënnale bezig is, laat hij niet na om bijvoorbeeld Marino Marini op te zoeken en zijn advies in te winnen.
Het is van het begin af aan de bedoeling geweest met dit beeldenpark een overzicht te geven van de twintigste-eeuwse beeldhouwkunst. Is dat naar uw mening gelukt?
Daarin zijn we gedeeltelijk geslaagd, maar we beschouwen het park nog altijd als een levend iets, wat nog niet is afgesloten. Wij zijn ons ervan bewust dat er bepaalde hiaten zijn, maar wij hopen nog altijd - mits de middelen beschikbaar zijn - er werken aan te kunnen toevoegen.
Zou u zelf bepaalde hiaten kunnen noemen? Namen van kunstenaars waarvan u het jammer vindt geen werken te bezitten?
Een Brancusi, een Picasso, een Gabo, een Pevsner, een Calder, ...dat zijn allemaal namen van beeldhouwers waarvan hier werk ontbreekt. Er zijn met verschillende van hen destijds onderhandelingen geweest. Brancusi bijvoorbeeld: u weet dat hij nooit iets wilde verkopen zonder dat hij de plaats had gezien waar het beeld zou komen te staan. Toen de afspraak in Parijs was gemaakt dat hij naar Antwerpen zou komen, had hij een ongeluk en is kort daarop gestorven. Achteraf zijn de werken van Brancusi praktisch onbetaalbaar geworden: op een recente veiling in New-York heeft een van zijn werken ongeveer vijfendertig miljoen frank (twee en een half miljoen gulden) opgebracht.
Ik neem aan dat u in financieel opzicht afhankelijk bent van het stadsbestuur van Antwerpen en die kunnen natuurlijk niet al te veel geld besteden aan Middelheim.
Dat kunnen ze zeker niet. En als u dan weet dat Antwerpen grote schulden heeft, dat de haven een enorm gedeelte van het budget opslorpt en dat het onderwijs hier sterk wordt uitgebouwd, dan begrijpt u wel dat de culturele sector maar een heel klein gedeelte van de begroting beslaat.
Vandaar dat uw collectie gedeeltelijk tot stand is gekomen dankzij schenkingen.
Er zijn belangrijke werken geschonken en ook daar heeft de burgemeester vaak voor gezorgd. Als u bijvoorbeeld bedenkt, dat de kring voor politiecommissarissen een beeld van Maillol geschonken heeft als geste tegenover hun burgemeester, dan is dat toch wel tekenend.
Dan is er een 'Vereniging tot verrijking van het Belgisch artistiek en folkloristisch patrimonium', die landelijk gelden ter beschikking stelt. Wij kunnen dan zelf bepalen welk werk wij noodzakelijk achten voor onze collectie; zij dringen ons hun keuze niet op.
En de zogenaamde Middelheim-promotors ?
Dat is een vereniging van vrienden, die zich tot taak stelt bepaalde beelden te schenken, de goodwill jegens het museum te vergroten en de kring van belangstellenden uit te breiden. Ze organiseren daarvoor bepaalde tentoonstellingen en manifestaties als het jaarlijks Jazz-festival, waardoor een ander publiek wordt bereikt dan gewoonlijk. Enkele jaren terug werden die concerten hier op het terrein gehouden, maar er kwam zoveel volk, dat het festival nu is verplaatst naar een aanpalend park. Doordat de concerten gedeeltelijk overdag worden gegeven, kan men tussendoor het beeldenpark inlopen. Zo blijft de naam Middelheim met het festival verbonden.
Sinds twee jaar bestaat in België de mogelijkheid om belastingaftrek te krijgen wanneer men een kunstwerk schenkt aan een openbare collectie. Heeft die maatregel het aantal giften aan Middelheim doen toenemen ?
Er is inderdaad aftrek van belasting mogelijk, maar we hebben daarmee nog niet al te veel gunstige resultaten geboekt. Misschien moeten we er iemand mee belasten om bij bedrijven, firma's en particulieren een en ander te bespreken.
Uw collectie wordt nu meestal aangevuld na 'biënnales', de tentoonstellingen van eigentijdse beeldhouwkunst die iedere twee jaar in Park Middelheim worden gehouden. Sinds wanneer organiseert u deze biënnales?
Tegelijkertijd met het besluit om een museum op te richten werd besloten om regelmatig, om de twee jaar, tentoonstellingen te houden. De bedoeling was dat deze een overzicht zouden geven van beeldhouwkunst van een bepaald land of een landengroep, wat natuurlijk ook bepaalde voordelen biedt in verband met transport.
Tijdens zo'n tentoonstelling heeft het comité dan ruimschoots de gelegenheid de beelden te bekijken en ze te confronteren met de rest van de collectie om dan uiteindelijk een keuze te kunnen doen.
Is het comité ook verantwoordelijk voor de plaatsing van die beelden?
Er is een plaatsingscommissie die bestaat uit beeldhouwers die ook lid zijn van de aankoopcommissie.