Het monumentaal koorboek waartoe deze verluchte bladzijde behoort, is een antifonarium dat in de jaren 1540-1542 voor de benedictijner-abdij van Sint-Truiden uitgevoerd werd onder abt Joris Sarens. Het boek werd geschreven door de prior van de abdij, Dirk van Breedzip. Zoals het sinds de middeleeuwen gebruikelijk was bij het maken van dergelijke rijkverluchte handschriften werd, bij het schrijven van tekst en muziek, de plaats opengelaten voor het aanbrengen van de versierde initialen en van de geschilderde miniaturen en randversieringen. De uitvoering van deze laatste werd naderhand toevertrouwd aan een verluchter of miniatuurschilder. Het was in die tijd doorgaans een leek, een vakman die aangesloten was bij een schildersgilde. Waar dit handschrift werd verlucht en door wie, is in de huidige staat van de kennis der miniatuurkunst van de XVIe eeuw niet uit te maken. Dat neemt echter niet weg dat deze bladzijde, zoals de hele verluchting van het boek, heel goed in te schakelen is in het bekende verloop van de nabloei der miniatuurkunst in onze gewesten.
Het is inderdaad van nabloei dat hier moet gesproken worden. De grote bloeiperiode van de miniatuurkunst is immers in 1540 lang voorbij. Een bijzonder hoogtepunt werd nog bereikt in de jaren rond de eeuwwisseling van de XlVe naar de XVe eeuw wanneer verluchters uit onze gewesten o.m. de toon aangaven in de Franse hofkringen. In de loop van de XVe eeuw schijnt de briljante produktie van de paneelschilderkunst toch de miniatuurkunst in de schaduw te hebben gesteld, al mag niet vergeten worden dat miniatuurschilderkunst toen nog meermalen het proefveld zal blijken waar nieuwe vondsten, nieuwe genres ingeluid of voorbereid werden.