De Fransen zijn trots op hun cognac, voor de Schotten gaat er niets boven hun whisky, Duitsers verkiezen schnaps, Denen zijn verlekkerd op aquavit... Wij hebben al meer dan 400 jaar jenever. De boeiende historie van deze drank vertelt het Nationaal Jenevermuseum in Hasselt. Het museum is gehuisvest in een voormalige kloosterhoeve die sinds het einde van de achttiende eeuw werd verpacht aan stokersfamilies, zoals Stellingwerff en Theunissen. Na 1971 stond het gebouw leeg en dreigde de sloophamer. Een groep enthousiastelingen heeft de uitzonderlijke industrieel-archeologische site gered en de overheid warm gemaakt om ze te restaureren en er in 1980 een nationaal jenevermuseum in onder te brengen. Topstuk is de unieke stookinstallatie uit de negentiende eeuw, die werkt en sinds 1991 de museumjenever produceert.
De collectie van het Nationaal Jenevermuseum bevat een schat aan verpakkings- en promotiemateriaal in glas, keramiek en papier. Honderden flessen (waaronder de bijzondere kelderfles) en stopen en duizend borrel- en likeurglaasjes illustreren in geur en in kleur dat jenever zowel werd gesmaakt door eenvoudige burgers als door rijke patriciërs. De keramiekcollectie telt sierlijke kruiken en prachtige reclameschotels in art nouveau. Al even schitterend is de afficheverzameling. Gerenommeerde kunstenaars tekenden vanaf 1870 promotieaffiches voor de jeneverstokers, ook René Magritte.
Dit is het verhaal van jenever van de voorbije twee eeuwen. Maar waar komt die drank vandaan? De oudst gekende Westerse alchemistische traktaten (1224) zijn in het Middelnederlands geschreven. En wie alchemie zegt, zegt distillatie. Jacob van Maerlant publiceerde een beschrijving van het distilleren (1266). Op het einde van de vijftiende eeuw werd het uit wijn gedistilleerde geneesmiddel aqua vitae een genotmiddel, brandewijn. In 1552 verschijnt een boek van de Antwerpse arts Hermanni met het allereerste recept om jenever te maken. Terwijl de Vlamingen in de zeventiende eeuw het stoken in het buitenland introduceren (Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië), viel de productie in eigen land bijna volledig stil om zich pas in de achttiende eeuw te hernemen. Een graanstokerij van einde negentiende, begin twintigste eeuw geeft de bezoekers van het Nationaal Jenevermuseum een perfect beeld van het hele productieproces. Een voorsmaakje van dit alles vindt u op de volgende bladzijden.