26 juli overleed Marcel van Jole. Kunstminnend België is een man kwijt die in de tweede helft van de twintigste eeuw van onschatbare waarde was voor de ontwikkeling van de nationale hedendaagse kunst.

De eerste vier jaren van zijn leven woont Marcel van Jole in Rotterdam. Zijn Antwerpse ouders zijn door de Eerste Wereldoorlog het land uitgevlucht. In 1920 keert het jonge gezin terug. Via zijn grootvader, een amateur-schilder, komt van Jole in aanraking met kunst. Hij studeert kunstgeschiedenis en wiskunde aan de Université Libre de Bruxelles. Nadat hij door de Duitse bezetter in 1940 een Berufsverbot opgelegd krijgt vanwege zijn kritiek op het regime, trekt hij zich even terug uit de kunstwereld. Na de oorlog trekt hij de grote plas over. Hij reist twaalf jaar lang op en af naar the Big Apple om enkele maanden kunstgeschiedenis te doceren aan de State University of New York.

Redder des vaderlands

Begin jaren zeventig trekt van Jole terug naar België. Hij maakt begin jaren tachtig naam als verantwoordelijke Schone Kunsten op het kabinet van toenmalig cultuurminister Karel Poma. Het blijft echter niet bij die post. Hij is één van de steunpilaren van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, nu beter bekend als de Filharmonie. Niet lang daarna engageert hij zich voor de oprichting van een Antwerps Museum voor Hedendaagse Kunst (M HKA). Hij was er jarenlang voorzitter van de Raad Van Bestuur. Zijn jarenlange vriendschappen met Picasso, Chagall, Magritte en vele andere kunsticonen van midden en eind vorige eeuw waren daar niet vreemd aan.

Een onmisbare schakel

Marcel van Jole was een van de belangrijkste figuren in de internationale uitstraling van de Belgische jonge kunst. Hij was de drijvende kracht achter tientallen groeps- en individuele tentoonstellingen. Confrontaties, dat van 1993 tot 1997 het werk van 111 Belgische en Luxemburgse kunstenaars  de wereld rond stuurde, is wellicht de bekendste. Daarnaast zette hij zich uiteraard in voor de Belgische kunstenaar: één van zijn eerste tentoonstelling was een retrospectieve van het werk van Frans Masereel in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Van 2000 tot 2008 was hij commissaris voor Art in the Park, de jaarlijkse tentoonstelling in het park van Beersel. Als criticus publiceerde Marcel van Jole meer dan veertig monografieën over en met kunstenaars als Paul Delvaux, Jan Vanriet, Paul Van Hoeydonck en Folon.

Van Jole bleef actief tot kort voor zijn overlijden. In 2008, op tweeënnegentigjarige leeftijd, organiseerde hij in het Poolse Krakow een tentoonstelling over het Belgische constructivisme en bracht hij een boek over beeldhouwster Hélène Jacubowitz uit. Marcel van Jole haalde net zijn achtennegentigste verjaardag niet. Met hem verliest de Belgische kunstwereld een boegbeeld.