In september werd op een rondpunt van de Waterloolaan, ter hoogte van het Hiltonhotel, te Brussel een monumentaal beeld van Luk Van Soom onthuld.
Luk Van Soom: De man van Atlantis
Belofte werd realiteit
Een gelukkige stad die haar bewoners een blik gunt op de droom, die vrouwen, mannen en kinderen even weg doet kijken van het alledaagse, ze laat mijmeren en fantaseren, ze toelaat om - al was het maar even - met het hoofd in de wolken te lopen. Het beeld De Man van Atlantis is niet zomaar een beeld, het is de emanatie van een levensfilosofie.
Mijn eerste kennismaking met het werk van Luk Van Soom gebeurde in 1986 toen ik zelf meewerkte aan Initiatief 86, in die gedenkwaardige zomer waar Gent een beetje het centrum van de kunstwereld werd met Chambres d'Amis van Jan Hoet. Gosse Dosterhof had voor de centrale tentoonstelling in de Sint-Pietersabdij, naast een aantal andere kunstenaars, ook Luk Van Soom gekozen en schreef in de catalogus: "Bij hem is er geen sprake van zwaarwichtig vertoon maar wel van een reeds ontwikkeld vakmatig kunstenaarschap. Hij maakt simpele constructies die een heldere, doch ook humorvolle logica vertonen. Zijn beelden zijn lichtvoetig, soms zelfs 'aarzelend' te betitelen, maar tegelijk vol van belofte." Dat was dus zestien jaar geleden en luk was toen dertig. De belofte is realiteit geworden.
Poort naar ...
Een van de belangrijke motieven of thema's die bij Van Soom steeds terugkeren zijn poorten. De poort is natuurlijk een archetype en Van Soom is zeker niet de enige die met dit gegeven doende is. Bij hem is de aanleiding wel interessant. Hij haalt ze uit een verhaal van Kafka dat hem blijkbaar sterk heeft aangegrepen. Het verhaal Voor de wet vertelt over een man die een poort wil binnengaan en door een wachter tegengehouden wordt. De wachter deelt hem mee dat er nog tal van poorten volgen. De man blijft zitten aan die eerste poort en vraagt na vele jaren waarom hij eigenlijk niet door de poort mocht. Daarop antwoordt de wachter: "Dat heb je me nooit gevraagd, toch was de poort enkel voor jou bestemd." Luk Van Soom nodigt ons ook uit om door de poort te gaan, om onze eigen geborneerdheid te overstijgen, onze grenzen te overschrijden, de moed te hebben om de wereld van onze fantasie binnen te stappen. Hij droomt er in ieder geval van om die poort ooit in een reusachtige dimensie te realiseren.
Barok en wolken
Praten met Van Soom is heerlijk, ongemerkt sleept hij je mee in zijn wereld van droom én daad en voor je het goed beseft ben je mee aan het reizen. Zijn favoriete reisdoel is Rome. Het is een stad waar de cultuurlagen open en bloot op elkaar gestapeld liggen, een stad met poorten en bogen, een stad vol barokke beelden en gebouwen. De barok ligt hem nauw aan het hart en dat kan je ook in zijn beelden terugvinden. De barok geeft een momentopname, geen statische maar extatische beelden, beelden die de zwaartekracht tarten, die willen loskomen van de aarde. De kunstenaar wil in zijn beelden ook tegen de zwaarte ingaan, die druk naar beneden ontstijgen, de vrijheid voelen van de eindeloze ruimte. Het is niet toevallig dat wolken eveneens veelvuldig in zijn beelden en tekeningen naar voor komen. Is er iemand onder ons die als kind niet bij wolken heeft gefantaseerd?
Hij heeft ooit een beeld gemaakt dat een tempelachtige fabriek voorstelt: op het dak staan twee rijen schoorstenen waaruit grote rookpluimen omhoog kringelen. Het is een Wolkenfabriek - l'usine aux nuages - het is zijn antwoord op de vraag: "Papa, waar komen de wolken vandaan?"
In een catalogus van een groepstentoonstelling in 1993 staat de kunstenaar in bloot bovenlijf afgebeeld terwijl hij, de beide armen opwaarts houdend, met een meetlat in de weer is. Toen al was hij "de man die de wolken meet".
Geheimzinnige krullen
Een van die andere kenmerkende tekens, die voortdurend en in tal van verschijningsvormen, in het werk terug te vinden zijn is een soort sierlijke krul. Van Soom zet ze in glinsterend goud bovenop een dak van een cultureel centrum in Lommel, of laat ze net boven het watervlak drijven als zilveren zwanen. Ze siert prominent het monument aan het Financiëncentrum in Antwerpen. Ze ontstond als een reactie op het strakke van de academische opleiding waarin de kubus, de piramide en de bol een dwingende rol kunnen spelen. De krul is een spiraal, is leven, is organisch zoals het ontrollen van een varen, zoals de opbouw van een dennenappel, zoals de schelp van een nautilus. De krul is potentie, ze kan openrollen, openspatten en haar sporen verspreiden. Ze kan overal de fantasie en de verbeelding haar rechten laten opeisen. Ja, die krul is geheimzinnig én gevaarlijk! Ze dient met alle macht verdedigd, door ieder van ons.
Diezelfde krul is terug te vinden in De man die de toekomst zag, daar waar normaal de ogen zitten, komt die krul in tweevoud te voorschijn.
Wie is die vreemde man?
Ook bij De Man van Atlantis vinden we barokke elementen. De man staat op een rotspartij in het water tussen opborrelende fonteinen. Hij komt als het ware net opgedoken uit zijn waterwereld en stapt onze 'lucht'-wereld binnen. Hij is daartoe uitgerust met een soort duikbril. Merkwaardig is dat hij geen gestroomlijnd duikerpak aan heeft maar iets dat eerder geribbeld is, het is een pak dat hem moet beschermen tegen de lucht, niet tegen het water. Hij moet kunnen overleven in onze voor hem vijandige biotoop. Op zijn rug heeft hij een ransel waar overvloedig water uitstroomt, het water van Atlantis. Wat mij bij het gezicht het meeste opvalt is de snavel: hoort die tot zijn uitrusting of is dat zijn echte fysiek? Zijn voeten zijn erg groot, het lijkt me normaal voor iemand die veel moet zwemmen.
Wat komt die man hier doen? Is hij een vijand of een vriend? Of juist maar een nieuwsgierige toerist? Of de gezondene, de gezant van Atlantis? Zetten wij onze deuren open als hij hier wil blijven, omdat hij het hier beter vindt dan in zijn stille waterwereld, of barricaderen we ons achter versterkte muren en grenzen? Vreemd en boeiend is dat beeld. Sta er eens bij stil wanneer je naar de Europese hoofdstad gaat, dan bekruipt misschien ook jou dat droom gevoel. Alsof je echte leven niet hier is, maar het wel lijkt te zijn, alsof je echte leven zich afspeelt, dáár, een stukje dieper, hier vlakbij.