Een andere moeilijkheid om Fontana juist te benaderen, ligt in het feit dat we dit werk uit de laatste periode op zichzelf beschouwen, los van de evolutie waaruit het voortkomt en waartoe het behoort. Het bezit natuurlijk wel enige zelfstandigheid, maar uit de beschouwingen die we hebben gemaakt, blijkt dat deze niet zo belangrijk meer is. Wanneer we een laat werk van Rubens bekijken, staat dit op zichzelf. Het is mogelijk om door vergelijking met een vroeger werk een ontwikkeling aan te geven, maar die verandert de opvatting over het schilderij niet: de kennis van het ene schilderij voegt niets wezenlijks toe aan het begrip van het andere. Het oeuvre van een Rubens bestaat immers uit een aantal schilderijen waarin hij telkens opnieuw zijn hele schilderkunstige visie op een min of meer geslaagde manier weergaf. Van het oeuvre van Fontana en van heel veel hedendaagse kunstenaars kan men niet meer hetzelfde zeggen. Elk werk of elke groep werken is slechts een stap in een eindeloos vooruitschrijden, een eindeloos zoeken naar het onbekende, hét onbekende dat voortdurend geponeerd en tegelijkertijd genegeerd wordt, hét onbekende dat de reden van bestaan van de mens en zijn kunst is geworden. Kunst is niet langer het verheerlijken (of het vervloeken) van een bepaalde werkelijkheid, zij is het scheppen van werkelijkheid zonder meer. Voor Lucio Fontana heette die werkelijkheid ruimte. Zo goed als zijn gehele oeuvre gaf hij de naam mee van 'concetto spaziale', ruimtelijk ontwerp. De naam alleen wijst er reeds op dat het besproken werk niet uit deze context mag gehaald worden. Een enkele keer spreekt hij ook van 'natura', natuur, maar dit komt op hetzelfde neer. In zijn vele manifesten, waarvan het oudste, het witte manifest, van 1946 dateert, geeft hij een verklaring voor deze begrippen. Wat we er hier van kunnen onthouden is dat 'ruimtelijk' voor Fontana zoveel betekent als tegengesteld aan beredeneerd, statisch, idealistisch, abstract. 'De rede is niet creatief. In het scheppingsproces is de functie van de rede ondergeschikt aan het onderbewustzijn. In al zijn activiteiten werkt de mens met het totaal van zijn geestelijke gaven. Hun vrije ontwikkeling is een fundamentele voorwaarde voor het scheppingsproces en in de interpretatie van de nieuwe kunst' (Het Witte Manifest). Ruimtelijk slaat dus voor Lucio Fontana op de totaliteit én de directheid van de werkelijkheidservaring, die zich niet in het ijle realiseert, maar in een concreet evoluerende materie, de materie van het kunstwerk. In en met deze materie immers moet de nieuwe kunst zich verwerkelijken. De evolutie van Fontana is één strijd geweest tegen het kunstwerk als ikoon, als een vergeestelijkte, idealiserende afbeelding van de werkelijkheid.
Lucio Fontana werd geboren te Rosario de Santa Fé, Argentinië, in 1899, uit Italiaanse ouders. Op zijn tiende jaar komt hij naar Italië en vestigt zich te Milaan. Daar volgt hij enkele lessen op de Brera-academie en begint een artistieke loopbaan. In 1926 heeft hij zijn eerste tentoonstelling in Rosario. Het duurt echter tot omstreeks 1930 voor hij zijn eigen weg ontdekt. Deze zet in met 'l'uomo nero', de zwarte mens uit teer en gips, gevolgd door enkele witte, zwarte of vergulde gipsbeelden, die niet zonder invloed gebleven zijn op de jongere generaties. Daarop volgde een serie abstracte betonnen platen, wit en zwart, een enkele keer rood. De abstractie is echter voor Fontana te eenzijdig, te onvolledig, te weinig leven: op die vlakke platen krast hij graffiti. Om diezelfde reden zal hij later zijn monochrome schilderijen doorboren. Voor hem zijn in die tijd ook de traditionele begrenzingen van schilder- en beeldhouwkunst, van grote kunst en decoratie, reeds achter de rug. Hij weet zich alles in één, ruimtelijk. Materiaal en verbeelding zijn één geworden. In 1934 wordt hij lid van de Parijse groep Abstraction-Création, maar dit belet hem niet voor de porseleinfabrieken van Sèvres te werken. Gedurende bijna zijn hele carrière is hij met keramiek bezig geweest en dat is niet zonder betekenis. Op de muur van zijn atelier zou hij in grote letters 'terra madre' moeder aarde, schrijven. Zijn terugkeer naar zijn geboorteland Argentinië sluit zijn vooroorlogse periode af.
In 1947 is hij terug in Milaan, waarbij een heel snelle evolutie begint. Fontana gaat door zijn felle persoonlijkheid de kunstwereld beheersen. De jongeren vooral kijken naar hem op. Hij betekent voor hen de aflossing van de vooroorlogse bewegingen van het kubisme, expressionisme, surrealisme. In 1947 maakt hij zijn 'Ambiente spaziale nero', een zwart ruimtelijk milieu, de letterlijke toepassing van de theorieën die hij gedurende zijn verblijf in Argentinië had ontwikkeld en neergelegd in het witte manifest.