Lore Rabaut is één van de vele kunstenaars die voor hun atelier onderdak gevonden hebben bij de Gentse vzw Nucleo, die leegstaande gebouwen tot levende kunstencentra maakt. Lore kan in alle rust werken in één van de drie Gentse begijnhoven.

Gered uit de verwarring

Lore Rabaut (°1983) is geboren in Poperinge. Op haar veertiende besliste haar moeder om Lore naar het Instituut H. Familie, beter gekend als ‘de Maricolen’, in Brugge te sturen. Het was zeer tegen haar zin omdat ze een fervent competitiezwemster was en dat moest opgeven. Ze was een creatief kind dat graag met allerlei materialen experimenteerde. Ze hield het acht weken vol in Brugge en versaste uiteindelijk naar de kunsthumaniora van Sint-Lucas in Gent. Er heerste daar een iets grotere vrijheid dan bij de strenge zusters. Lore Rombaut: “Ik had het met de overstap naar Gent erg moeilijk. Het was weer een aanpassing en ik moest mijn sport en ook vriendschappen opgeven. De keuze voor kunst heb ik heel dubbel ervaren: ik heb er een liefde voor, maar tegelijkertijd betekende het ook letterlijk een stuk ontheemding. Ik vond vooral architectuur heel boeiend en in het vijfde jaar koos ik voor de richting architecturale kunsten. Dat was een vorm van rebellie. Ik was op dat moment eigenlijk vooral bezig met de grote levensvragen. De kunst vond ik zo los, maar ikzelf voelde me niet zo. Ik voelde me veel meer verwant met de rechte lijn. Ik dacht toen dat het mogelijk moest zijn om kunstenaar te zijn en toch rechte lijnen te gebruiken. Dat is wat ik nu nog voor een stuk doe.” Lore Rabaut voegt er aan toe: “Ik heb in Sint-Lucas eigenlijk heel veel geleerd in zaken als perspectieftekenen en ruimtelijke vorming, maar ook in de discussies. Ik vond het eigenlijk een heel toffe richting.”

Lore Rabaut, Page 23, 2013, porseleingips, hout en acryl Gudrun Bechet Centres d’art, Dudelange

Lore Rabaut, Page 23, 2013, porseleingips, hout en acryl, Gudrun Bechet Centres d’art, Dudelange

Na de humaniora aan Sint-Lucas ging ze architectuur studeren aan de hogeschool met dezelfde naam. Haar eerste jaar was zeer goed en ze bloeide open door vakken als filosofie, psychologie, architectuurgeschiedenis en wiskunde. Er ging een wereld voor haar open. Het tweede jaar was al veel meer op de praktijk gericht en de opdrachten waren zo concreet dat het niet meer ging. Lore Rabaut besloot om te stoppen. “Ik heb dan de beslissing genomen om met architectuur verder te doen, die ruimtelijkheid te ontdekken maar op een vrijere manier.” Het daaropvolgende academiejaar heeft ze zich ingeschreven aan de KASK in Gent voor het eerste jaar beeldhouwkunst. “Ik heb een heel grote liefde voor materie en ik had ook een heel duidelijk plan: ik wou architectuur onderzoeken op een sculpturale manier. Ik ben daar heel enthousiast aan begonnen en was bezig met bunkers en barcodes. Dat heeft bij mij heel veel met het defensieve te maken: de bunker die isoleert, die donker is en beschutting biedt.”

Lore Rabaut, Memory of the Future, 2013, zijdedraad en zoutkristallen (door Eveline Deraedt)

Lore Rabaut, Memory of the Future, 2013, zijdedraad en zoutkristallen (door Eveline Deraedt)

In de academie was er toen een diepgaande discussie aan de gang over kunst en kunstonderwijs. Het was de periode dat Ludwig Vandevelde (°1957) (her)begon met het meer klassieke beeldhouwen. Lore Rabaut zat toen in ‘Beeld en installatie’. De andere docenten raadden haar vooral af om met materie bezig te zijn, het meer conceptuele voerde de boventoon. “Ik werd eerder gestimuleerd om filmpjes te maken.” Die houding van zogezegde vrijheid om uw ding te doen, maar aangespoord worden om dat in vraag te stellen, vond ze erg verwarrend. Het was voor haar een zeer gelukkig moment toen ze Hans Op de Beeck (°1969) als haar promotor kon vragen. Dat was dan wel een klein probleem want Hans’ visie kwam niet overeen met die van haar richting. Lore Rabaut: “Hij is echt mijn redder geweest. Als student wil je niet echt betrokken worden bij die discussies over visies. Ik wou dingen realiseren en met beton en staal bezig zijn en ik voelde die weerstand. Ik heb respect voor elke manier om met kunst om te gaan, maar op dat moment studeerde ik nog altijd, ik werd in het water gegooid en ik moest nog leren zwemmen.” Op de Beeck was iemand met wie ze heel goede en diepgaande gesprekken had, waarmee het klikte. “Het is een heel aimabel iemand die een heel duidelijke taal spreekt. Dat gaf me moed.”

Voordien was ze in haar derde jaar in het kader van de Erasmus-uitwisselingen naar Barcelona geweest, waar ze les volgde in de Escola Massana. Ze verwachtte een eerder vooruitstrevende opleiding, maar toen ze er toekwam, bleek het allemaal zeer klassiek en dan nog niet eens zo goed te zijn. “Ze maakten er nog ballerina’s. Ik heb dat eventjes geprobeerd maar het lag me duidelijk niet. Ik had een fototoestel gekocht en ben heel vaak de stad in getrokken om te fotograferen. Ik heb er ook heel veel gelezen, Nietzsche bijvoorbeeld. In Barcelona vonden ze mijn foto’s toch wel interessant, we waren uiteindelijk heel vrij. Het was heel leerrijk om mee te maken.”

Lore Rabaut, Neumen, 2015, porceleingips, hout en acryl

Lore Rabaut, Neumen, 2015, porceleingips, hout en acryl

Ruimte en horizon

Na haar master aan de academie is Lore Rabaut nog scenografie gaan studeren aan Popok (Posthogeschool Podiumkunsten). Ze werd ondertussen veel gevraagd om deel te nemen aan tentoonstellingen en kreeg het aanbod om een grote duo-tentoonstelling met Frank Depoorter te maken in de Witte Zaal (deel van Sint-Lucas) in Gent. In diezelfde periode werd ze trouwens ook, op zijn vraag, assistente van kunstenaar Jan Vercruysse (°1948). Lore Rabaut: “Ik heb heel veel van hem geleerd. De dingen moesten juist zijn. Ik vond dat fantastisch. Werkelijk alles, zoals zijn kisten, alles wat hij deed, moest juist zijn. We hadden ook veel discussies over het waarom, de noodzaak om iets te doen in de kunst.” Ze werkte mee aan zijn tentoonstelling bij de opening van Museum M te Leuven. Ze erkent ook een zekere invloed op haar werk. “Ik vind het niet altijd leuk om zo juist te willen zijn, maar het heeft een bepaalde schoonheid. Het is Vercruysses werk dat mij als kind ook al heeft weten te raken. Ik ervoer daar toen al een enorme tristesse in.” 

Frank Depoorter en Lore Rabaut werken sedert 2007 samen en apart. De tentoonstelling Book, A Room vond in 2010 plaats in de Witte Zaal onder het curatorschap van Rolf Quaghebeur. “Wat een duo-tentoonstelling had moeten worden, resulteerde in een gezamenlijk project, een grote installatie.

Lore Rabaut, Ship Song,  kersenhout en gips

Het was vrij experimenteel, een doorgedreven onderzoek naar de ruimte en wat ruimtelijkheid is, gebaseerd op het grondplan van de Witte Zaal zelf. In het atelier hebben we de maquettes en foto’s gemaakt en ook het boek.” Het kunstenaarsboek was een integraal onderdeel van de tentoonstelling en is dat nog steeds van het werk. “In het boek zijn alle foto’s aflopend, is er bijna geen enkele pagina wit, waardoor je bijna ieder beeld ook ziet aan de andere kant en ze door mekaar beginnen te lopen. Het was een soort van deconstructie en het stellen van basisvragen als ‘wat is ruimte? Wat is de horizon die daar heel vaak ontbreekt, zodat je geen enkele referentie hebt. Schaal is heel belangrijk daarin.

Lore Rabaut, Ship Song, 2014, kersenhout en gips

Lore Rabaut, Ship Song, 2014 (+detail), kersenhout en gips

We hadden de Witte Zaal zelf bijna als een maquette opgevat. We hebben er alle verlichtingselementen weggenomen en alle verlichting geconcentreerd in een deel van de ruimte. De zaal was vroeger een binnentuin en een pandgang. Op die manier bekwamen we eigenlijk een zeer mystieke sfeer, alle ruis was verwijderd.” Het was de laatste tentoonstelling in de Witte Zaal, hierna werd het initiatief (helaas) ontmanteld. Galeriehouder Jacques Cerami (Charleroi) had het werk van Lore Rabaut en Frank Depoorter opgemerkt via het internet en nodigde hen uit voor een tentoonstelling in de galerie. Daarna volgden Art Brussels en enkele andere beurzen. Gedurende een viertal jaren waren beide kunstenaars regelmatig te gast in de galerie en dat zorgde ook voor interessante contacten in Wallonië. Er verschenen grote artikels over hun werk in de Franstalige pers en er was een tv-reportage. Jacques Cerami heeft hij zelfs voor een overzichtstentoonstelling gezorgd in Dudelange (Luxemburg).

Wat heeft Lore Rabaut na die tentoonstellingen gedaan? “Ik heb eigenlijk een heel parcours afgelegd op zoek naar hoe ik de ruimte kan gebruiken om verschillende zaken uit te drukken. De lijn was en is een zeer belangrijk aspect in mijn werk. Ik baseer me op het werk van Kandinsky, die ook veel heeft onderzocht omtrent de evolutie van het punt naar de lijn en van de lijn naar het vlak, het plan en hoe kom je dan tot ruimte. En ik vraag dan: hoe kom je tot materie? Heel mijn onderzoek is bijna een filosofische vraag naar wat ruimte is, naar wat ruimtelijkheid is. Dat klinkt heel abstract, maar het is een zoektocht naar de tussenruimte tussen jou en mij en wat de communicerende vaten daarbij zijn? Ik doe dat aan de hand van architecturale eigenschappen. Het heeft veel met oriëntatie te maken. Wanneer ben je gedesoriënteerd?”

Lore Rabaut, Horizon of Sorrow, 2014 hout, acryl en zijde

Lore Rabaut, Horizon of Sorrow, 2014 hout, acryl en zijde

Ik vind het niet altijd leuk om zo juist te willen zijn, maar het heeft een bepaalde schoonheid
Lore Rabaut, Letter from Gdansk, 2015, porseleingips, draad en hout

Lore Rabaut, Letter from Gdansk, 2015, porseleingips, draad en hout

Elke draad een denkpiste

Lore Rabaut is de Duitse cultuurfilosoof Peter Sloterdijk aan het lezen. “Hij spreekt over de immuniteitsarchitectuur, ik vind dat een heel mooi woord. Hoe bescherm je jezelf fysiek, maar ook mentaal? Wat is dat een beschermende ruimte?” Ze vertelt dat ze veel bezig is rond het begrip ‘horizon’ en komt zo terecht bij de Sumeriërs. “Die zagen de horizon als plek waar alle leven en alle dood uit voortkomt of naartoe gaat. Het is magnifiek mooi. Je leeft dus met de lijn, de horizon, de begrenzing van de aarde, een fictieve lijn die uiteindelijk met onze waarneming te maken heeft. Je ziet ze en je hebt ze nodig als oriëntatie.”

Vanuit het bezig zijn met die abstracties wil ze in haar werk de dingen concreet maken. Zo maakte ze ooit in een onooglijk gangetje een werk met textieldraden. Een zeer mooie, poëtische inname van ruimte die ervoor zorgde dat je juist die ruimte waarnam, waar je ze anders onopgemerkt zou hebben voorbijgelopen.

Het werken met draden valt voor Lore Rabaut te vergelijken met gedachtenstructuren. “Stel dat elke draad een denkpiste is, een richting, dan wordt een weefwerk heel erg boeiend in de manier waarop het wordt opgebouwd. Ik experimenteer graag met ‘vrije handeling’, het verbinden van draden op een intuïtieve manier totdat er een bepaalde structuur gevormd wordt.” Dat intuïtie een rol speelt, is ook voelbaar in haar tekenwerk.

Lore Rabaut, Pieces of Earth XI, 2016, gips

Lore Rabaut, Pieces of Earth XI, 2016, gips

In haar Monuments verenigt ze bijvoorbeeld beton en textiel. Het zijn monumenten voor een bepaalde emotionele beleving. Opvallend zijn het ook vormen die iets blijken in te houden, het zijn containers die een miniatuurlandschap bevatten. Ze verwijst hierbij uitdrukkelijk naar Gaston Bachelard, de Franse filosoof die het in zijn La poétique de l’espace heeft over onze eerste ruimtelijke gewaarwordingen als kind, hoe we dat dan transformeren en hoe een kistje of een lade een soort mentaal toevluchtsoord kan zijn. “Ik voel me daar heel erg toe aangetrokken, je kan dat zien in mijn werk met die kistjes en die boeken, de vrijheid die je daarin hebt om die te openen of te sluiten wanneer je maar wilt.”

De skyline wordt poëzie en muziek

Haar gevoeligheid voor de lijn wordt geconcretiseerd in een reeks merkwaardige sculpturen die opgebouwd zijn vanuit de skyline die ze tijdens haar residenties in Polen en Zweden heeft vastgelegd. Ze heeft de stad vanuit diverse hoeken gefotografeerd en kiest daaruit. Die skyline wordt herleid tot wat hij is: een pure lijn. Met die lijn gaat ze sculpturaal aan de slag. De lijn wordt telkens opnieuw hernomen en op verschillende wijzen uitgezet in materie waardoor een waarachtig maar fictief landschap ontstaat. “Het is een antwoord op de vraag: wat kan ik met een lijn doen? En hoe kan ik daarmee een nieuw landschap creëren, een landschap dat in mijn ogen beter is, ontdaan van alle ruis? Ze krijgen een bepaalde poëzie, een muzikaliteit, een vibratie.” Het landschap is gevormd op een halve sfeer die zich in een witte kist bevindt. De drukte van een stad wordt op die manier vertaald in een erg poëtische en geabstraheerde ruimte. Een aantal van haar skylinesculpturen is tijdens haar tentoonstelling in Gdansk al als partituur gebruikt voor muzikale interpretaties.

Lore Rabaut maakt bijzonder werk dat je op zeer diverse wijzen kan exploreren en ervaren en altijd heeft het met ervaring van ruimte te maken, of het nu de geborduurde skyline van een stad (Gdansk) is, een gipsen bootvorm met een reliëf als bovenvlak of de vorm heeft van een opengeslagen boek. Het is ruimte en het is tastbaar en het zet de kijker aan om zelf te interpreteren en met zijn gedachten en ideeën die ruimte te veroveren, in te nemen. Het is een bijzondere belevenis.

Publicatie

2016, Book, A Room, uitg. MER Paper Kunsthalle, Gent, ISBN 978 907697 946 5

Download hier de pdf

Lore Rabaut - Leven met de lijn