Léon Stynen (1899-1990) was ongetwijfeld een van de meest veelzijdige Belgische architecten van de twintigste eeuw. Hoewel zijn realisaties verspreid zijn over het hele land, hij via zijn onderwijsactiviteiten invloed gehad heeft op generaties architecten na hem en hij dankzij zijn internationale contacten de vinger aan de pols hield van de recentste evoluties in de moderne architectuur, blijft zijn naam relatief onbekend.
Binnen de internationale architectuurhistorische literatuur ondergaat hij het lot van vele Belgische architecten: na Horta en Van de Velde wordt de Belgische architectuurgeschiedenis amper opgepikt. In eigen land mag hij dan nog relatief bekend zijn in kringen van onderzoekers en architectuurliefhebbers, het ruime publiek associeert doorgaans zijn naam niet met enkele van de iconische realisaties van ons twintigste-eeuwse erfgoed. Het Stynenjaar 2018 wil daar verandering in brengen.