Reeds in 1719-1720 koesterde de geestelijkheid van de kathedraal het plan om de oude preekstoel, eertijds door Viglius Aytta geschonken, te vervangen door een nieuw kunstwerk. In 1738-1739 en later maakten Van der Brugghen uit Antwerpen, Theodoor Verhaeghen uit Mechelen en Laurent Delvaux uit Nijvel een ontwerp voor een nieuwe kansel. Het model van laatstgenoemde werd ter uitvoering aangenomen door het Gents kapittel, dat reeds op zes maart 1741 een schriftelijke overeenkomst afsloot met de beeldhouwer. Daarin werd nauwkeurig omschreven welke materialen moesten worden gebruikt namelijk Deense eik en wit Italiaanse marmer, en hoe het kunstwerk er moest uitzien. In 1745 had Delvaux zijn werk voltooid.
Die preekstoel, terecht beschouwd als een zeer representatief stuk inzake rococo kerkmobilair in Vlaanderen, is nogal grootscheeps uitgewerkt. De blik van de toeschouwer valt onmiddellijk op de allegorische marmeren beeldengroep onder de kuip, verbeeldende de Waarheid en de Tijd. De Waarheid, in de gedaante van een mooie jonge vrouw in een zwierige houding, heeft een lijvig en opengeslagen boek in de handen.
Haar fraai opgeschikt gewaad, dat de kunstenaar op treffende wijze wist weer te geven, vangt de beweging op van haar lange golvende haardracht. De wereldbol onder haar rechtervoet betekent dat de waarheid hoger en waardiger is dan alle andere goederen. De zon, die op haar borst schittert, wil aantonen dat de Waarheid een vriendin is van het licht en dat ze opkijkt naar God, zonder wiens licht geen waarheid bestaat. De vrouw wordt gekroond met een lauwerkrans, het teken van de overwinning. Op het boek in haar handen staat volgende zin uit een toespraak van Paulus tot de inwoners van Ephese: 'Ontwaakt gij slaper; sta op uit de doden en Christus zal over U lichten' (V, 14).
Met haar gracieus lichaam, lichtjes naar hem toegewend, keert de Waarheid zich naar een gevleugelde man, die de Tijd voorspelt. Hij is gevleugeld omdat het spreekwoord zegt: de tijd vliegt snel. De grijsaard zit op enkele steenblokken en leunt tegen een boom, die de kuip van de kansel schraagt. Hij wordt uit zijn slaap gewekt door een putto, die op een trompet blaast en heft de sluier op, die de Waarheid voor hem verborgen hield. Men lette op zijn expressieve kop met treffend licht- en schaduwspel in de geest van de laat-barok. Gedurende eeuwen was de mensheid onwetend over de heilsboodschap van Christus. Ze zag de Waarheid niet. Thans werpt de Tijd de sluier af, die hem het 'inzicht' belemmerde. Onderricht door de Waarheid wordt hij geïnspireerd door het goddelijke Woord, dat verzinnebeeld wordt door de putto met de trompet.