Gaan wonen in het verre Waulsort is als thuis komen bij jezelf. Zo was het in 2016 voor ondergetekende, en zo lijkt het ook voor meester-schilder Koen Broucke. Tijd voor een gesprek onder dorpsgenoten over onze inspirerende Maasvallei en de gelaagdheid van verfstreken.
Koen Broucke - Een verstild schildersavontuur
Hoe ben je in Waulsort beland?
In 2013 trok ik met drie literaire vrienden op bedevaart naar Miavoye waar dichter Paul Van Ostaijen in 1928 in het privésanatorium Le Vallon overleed. Onderweg hielden we halt in het dorpje Waulsort waar we door de straten kuierden. Meteen had ik het gevoel ‘Dit is de plek waar ik oud wil worden’. Als in een escapistische droom bleef ik naar immowebsites kijken. Na een viertal jaren heb ik vrij impulsief Villa des Roses gekocht.
Wat trok je aan in dit kleine dorpje aan de Maas?
Ik heb altijd graag in de provincie Namen vertoefd. Zeer belangrijk is dat ik hier in Waulsort de geschiedenis kan aanraken. Ik loop de straat uit en kan een tiende-eeuwse abdij beroeren. En onderweg vind ik oude stenen die daarnaar verwijzen. Hier heb je nog geen last van een city-marketing van opgepoetste monumenten. Ik voel me graag geworteld. Voor mij is dat een voorwaarde om me op mijn gemak te voelen. Ik heb me nooit zo thuis gevoeld als hier.
Heeft je schilderwerk een andere wending genomen sinds je verblijf in Waulsort?
Ja, zeker wel. Schilders als Turner, Courbet en Rops hebben hier het landschap geschilderd. Als ik zelf als schilder aan de slag ga, kijk ik door hun negentiende-eeuwse bril. Technisch voel ik me verwant met die kunstenaars. Er zit heel veel bravoure in, maar het blijft een avontuur. In elk nieuw schilderij bouw ik bewust een fractie sabotage in om niet in de val van de routine te trappen
Zelfs voor mij, die al een zestal jaar in Waulsort woon, is het niet gemakkelijk om de geschilderde plek te herkennen, ondanks de titel. Of gaat het daar helemaal niet over?
Ik maak nooit zuiver topografische schilderijen. De titel is eerder een geheugensteuntje voor mezelf.
Je omschrijft jezelf al eens als romanticus. Hoe romantisch ben je dan wel? En hoe hedendaags?
Als schilder, maar ook als mens, kan ik enkel maar een stap vooruit als ik ook kijk naar het verleden. De grote fout van het modernisme is dat hij het kind met het badwater heeft weggegooid. Als een onnozele aap een doek kopen en doen alsof je de schilderkunst uitvindt, is misschien heel even fris. Maar het is geen fundamentele vooruitgang.
Met mijn vertrek naar Waulsort heb ik geworsteld met de vraag of ik er nog bij hoor. Hier plaats ik me bewust buiten de waan van de dag. Maar net door die afstand krijg ik een meer heldere kijk op de werkelijkheid. Midden in die kolkende wereld zie je niets. Vanop mijn berg in Waulsort zie ik veel meer en beter wat er gaande is. Ik ben een observator in het nu. Zelfs mijn landschappen vertellen over het heden. Voor mij schuilt er diepere waarde in de juiste observatie van een zoutvaatje dan wel in een grootsprakerige installatie.
Je bewogen gepenseelde landschappen herinneren aan Turner, Delacroix, Rops, Evenepoel. Voel je je meer verwant met je negentiende-eeuwse collega’s?
Mijn grote voorbeelden zitten in de negentiende eeuw. Als ik een museum bezoek, bekijk ik in de eerste plaats die periode. Zelf aanschouw ik hun werk vaak uit zuiver technisch oogpunt. Ik peil naar verflagen. In tegenstelling tot vele hedendaagse schilders vertrek ik niet van het witte doek. Vaak missen die schilderijen een eenheid in licht, en geven een verbrokkelde voorstelling. Net als Titiaan, Rubens en Delacroix zet ik een gekleurde onderlaag, weliswaar met willekeurige verfresten van diverse kleuren. Achteraf kies ik uit de geprepareerde doeken de meest geschikte voor een nieuw schilderij. Mijn schilderijen zijn eerder een zacht huwelijk tussen een voor-impressionistische techniek en een impressionistische blik op de wereld.
Ga je net als je collega’s van weleer buiten schilderen? Of werk je met schetsen en foto’s in je atelier?
Heel af en toe ga ik in de natuur schilderen, maar eerder vanuit een hedonisme dan wel voor het opzetten van een schilderij. Wat je buiten schildert, moet je binnenskamers toch nog corrigeren. Een aquarel buitenshuis kan wel in één keer op papier staan. Ik maak onderweg heel veel foto’s, steeds vaker met mijn i-Phone. In mijn atelierkamers in Villa des Roses laat ik mij hierdoor inspireren, zonder ze ooit letterlijk na te schilderen.
Wandelen en schilderen zijn voor jou onlosmakelijk verbonden. Wat brengt een wandeling je bij?
Voor mij is wandelen en tekenen een groot perpetuum mobile. Tijdens mijn wandelingen kan ik mijn hoofd vrij maken van gedachten en beslommeringen. Eens buiten kan je terug ademen, bevrijd van de stroom van angstige nieuwsberichten.
“Wanneer ik een landschap schilder, is dit een fundamenteel ecologische daad. Vroeger vroeg ik mij wel eens af wat de zin was van een landschap te schilderen. Er waren al zoveel landschappen geschilderd en ondertussen ook gefotografeerd. Via de smartphone, het delen van foto’s, digitale archieven, google streetview ... zijn we in een spiegelpaleis van landschappen terechtgekomen. Vandaar het belang om terug in het echte landschap aanwezig te zijn. En wat is er intensere aanwezigheid dan schilderen? En terwijl ik schilder, ben ik me als nooit tevoren bewust van de tijdelijkheid van dit landschap. Het landschap waar ik nu sta, is op hetzelfde moment aan het verdwijnen.”
Koen Broucke, 28 januari 2021
Kan je schilderwerk helend werken, als tegengif voor de waan van de dag?
Inderdaad, ik voel dat vele mensen dit zo ervaren. Het zet hen zelfs aan om werk te kopen. Zo sluit ik aan bij een middeleeuwse traditie waar kunst ook een helende functie heeft. Als ik voor een goed schilderij sta, dan gaat daar een energetische, herstellende werking van uit.
Je gebruikt zowel moderne acrylverf als ouderwetse olieverf. Waar zit hem voor jou het verschil?
Sinds corona (2020) ben ik terug volledig met olieverf gaan schilderen. Ondertussen had Royal Talens met water vermengbare olieverf van zeer goede kwaliteit op de markt gebracht. Mijn jarenlange ervaring met het hanteren van soepele, dunne en transparante acrylverf heb ik kunnen gebruiken voor een vrij penselen met olieverf. Nu laat ik al eens de laagjes nat in nat in elkaar glijden.
Je landschappen lijken soms schetsmatig onvoltooid. Ben je een snelle schilder of hou je van het onaffe?
Er is wel een wezenlijk verschil tussen schetsmatig en onaf. Ik hoop toch wel dat mensen zien dat mijn schilderijen voltooid zijn. Essentieel zijn hier de lessen van mijn academieleraar Eric Leon. Hij heeft me geleerd dat ik al mijn penselen moet gebruiken, van zeer breed tot heel fijn. Die variatie in penseelvoering apprecieer ik ook bij mijn grote voorbeelden. Diverse schilders beperken zich nu maar al te vaak tot een tweetal penselen. In een goed schilderij moet er voor mij een prettige afwisseling tussen schets en aandachtig detail zitten.
Ondanks een vluchtige toets zijn je schilderijen zeer tastbaar zintuiglijk. Zit daar emotie in?
Ja, toch wel hoor. Maar ik wil het er niet bewust in leggen, het moet er vanzelf in komen. Het heeft heel veel te maken met mijn stemming van het moment, alhoewel ik vrij gelijkmoedig ben. Tijdens de lockdown heeft dit aardse paradijs wel enkele van mijn meest vredige schilderijen opgeleverd.
Je slaagt er haast moeiteloos in om weidse landschappen in kleine formaten te vatten. Hou je het liever klein maar fijn?
Vaak stelt men mij de vraag hoe ik op kleine formaten toch zo monumentaal kan werken. Voor mijzelf blijft het ook een mirakel. Ik denk er regelmatig over na, maar geraak er maar niet aan uit waar het precies aan ligt. Bij hele grote formaten gaat dat weidse soms verloren. Met die kleine schilderijtjes kan je rustig aan een bureautje werken, als een monnik aan zijn miniatuur, laagje na laagje.
Boek
- Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek 2013-2021 (Artha books, 2021)