De bezoeker wordt liefdevol verwelkomd door een haas met het geweer in aanslag. Jonas Vansteenkiste verzamelt opgezette dieren, hij vindt ze op rommelmarkten en in kringloopwinkels. Ons gesprek speelt zich dan ook af onder het goedkeurend oog van een hertenkop met zonnebril en in het gezelschap van kaartende eekhoorns.
Jonas Vansteenkiste
Dingen maken
Jonas Vansteenkiste (°1984) is de jongste tijd niet weg te slaan uit de wereld van de kunsten. Men komt het werk van deze talentvolle kunstenaar geregeld tegen in binnen- en ook buitenland. Zijn parcours begint in de secundaire school, in het Vrij Technisch Instituut in Kortrijk. Vanaf het tweede jaar volgt hij beeldende kunsten en krijgt er les van onder anderen de enthousiaste Lucas Vandeghinste (1950-2014) en Henk Delabie (°1966). “We werden goed gedrild en moesten veel tekeningen maken. Ik zag die tekeningen niet als een doel op zich, maar eerder als een vorm van nadenken.”
Jonas gaat verder studeren aan de KASK in Gent. Hij was er een van de jongsten, de meesten van zijn studiegenoten hadden al een ander diploma. Op dat moment werd het bachelor- en mastersysteem ingevoerd. De studenten kregen meer vrijheid, er grepen veel veranderingen plaats inzake richtingen en zo belandde hij uiteindelijk bij ‘Nieuwe media’ en bij Danny Matthys (°1947), ook al een zeer geliefde leraar, en bij Anouk De Clercq (°1971), wiens eerste student hij was. Door haar internationale opdrachten was De Clercq wel af en toe in het buitenland en was skypen een middel om contact te houden. “Ze leerde me zin voor realiteit en dat kunstenaars verschillende opdrachten en taken ook kunnen combineren.” Aangezien hij niet bepaald goed was in taal, volgde hij de les schrijfvaardigheid bij Martine Clierieck. Ze introduceerde hem in een nieuwe wereld, die van de literatuur, waarin hij ook zijn eigen denkbeelden terugvond. Het besef groeide dat hij op een academie zat en dat hij binnen enkele jaren op eigen benen moest staan. “Ik wou eigenlijk geen kunstenaar zijn, ik wou dingen maken.” Hij studeerde af in 2009.
Nog tijdens zijn opleiding nam Jonas Vansteenkiste deel aan de eerste Canvascollectie (2008) en werd geselecteerd met het werk US. In de tentoonstelling kwam enkel de foto, maar tijdens de opening was de performance ook live te bekijken. Het is het eerste werk dat ik van de kunstenaar ooit zag en het beklijft. Twee meisjes in het zwart staan tegenover mekaar, gescheiden en verbonden door een wit kussen dat hun gezichten bedekt. Het beeld is bevreemdend en ontroerend tegelijk.
Jonas Vansteenkiste: “Ik vertrek vanuit mijn eigen beleving, zeer persoonlijk, maar ik tracht de anekdotiek altijd uit te sluiten en tot een universeel beeld te komen. En ik wil ook een publiek bereiken, ik wil mensen raken. Maar de noodzaak waarom je dingen doet moet juist zijn. Het is dus wel veel complexer dan een mooi beeld te scheppen. Ik refereer veel naar de realiteit, ook die van de buurvrouw bij de bakker. Naast de kunstgeschiedenis is er ook de reële wereld.” Hij doet mee aan wedstrijden omdat hij het belangrijk vindt om voor jury’s te komen en feedback te krijgen van mensen die zijn werk niet kennen.
In 2007 had Jonas Vansteenkiste al het werk Breath gemaakt. Het is een video-installatie waarin er een dialoog ontstaat tussen de gordijnen van tegenover elkaar liggende open ramen. Het idee is nog sterker uitgewerkt in Transit, waarvoor hij een hele constructie opzet. De bezoeker loopt binnen in een gang met lijstornamenten waar middenin een gordijn is gespannen waarop de videoprojectie gebeurt. Je ziet het beeld van een slaapkamer. Door de lichte beweging van het gordijn veranderen het beeld en het licht in de kamer. De toeschouwer voelt zich ietwat indringer, voyeur, wordt onderdeel van de installatie.
Beschutting en val
Jonas Vansteenkiste heeft duidelijk iets met architectuur en is een groot bewonderaar van het werk van Rachel Whiteread (°1963), een van de belangrijkste hedendaagse Britse beeldhouwers. In het jaar van zijn afstuderen maakte hij A Dollhouse for Rachel, nadat hij sterk getroffen was door een van haar ‘trappenhuizen’. Hij las over haar en haar werk en vernam dat ze poppenhuizen verzamelt. Poppenhuizen zijn eigenlijk relationele objecten, ze werden initieel gemaakt door vaders voor hun dochters. Rachel Whiteread heeft de leeftijd van zijn moeder en Jonas Vansteenkiste besloot zelf een poppenhuis te maken. Het werd een skeletmodel, gemodelleerd naar zijn ouderlijk huis. Enkel de trappenpartij is erin uitgewerkt (Jonas heeft hoogtevrees).
Hij heeft lef genoeg om tijdens een verblijf in Londen op speurtocht te gaan naar het huis van Whiteread en een brief in haar bus te steken. Op een dag trekt hij samen met de jonge curator Laurence Dujardyn en een bevriend fotograaf naar de kunstenares met het behoorlijk groot poppenhuis. Een lichtjes opvallende naar surrealisme neigende groep. Na enige aarzeling ontvangt de kunstenares hen en overhandigt hij haar het poppenhuis als geschenk. Ze aanvaardt het. En ze geeft het terug met de mededeling dat hij het moet verkopen om geld te hebben voor nieuw werk. “Ze zegde me dat ik kunstenaar was.” Een groter stimulans had Jonas niet echt nodig.
Het huis kan een beschutting zijn, maar ook een gevangenis, een val. Mensen leggen hun leven vast aan een huis, ze maken schulden, ze bezwaren of ze bevestigen hun relatie. In 2011 maakt hij een grote installatie in de Benedengalerie van de Kortrijkse schouwburg. De nogal dwingende galerieruimte bepaalt mee hoe hij A space of confinement vorm geeft. Hij is ook een grote fan van Alfred Hitchcock en diens The Birds inspireert hem bij die installatie. Hij evoceert in zijn werk de beklemmende sfeer die de film oproept. Een huis wordt dicht getimmerd. Belangrijk is dat hij hier voor het eerst samenwerkt met Veerle Michiels, die kent hij nog van uit zijn studietijd. Het is de start van een regelmatige samenwerking van verwante zielen.
Ook bunkers fascineren Jonas Vansteenkiste en Veerle Michiels in hun ontwerpen en maquettes voor Front. Zij verwerken hierin twee architecturale typologieën, die van de bunker als een zeer gesloten massa en die van het huis als een zeer lichte open structuur die over de bunker heen is gebouwd. Het is een beeldende veruitwendiging van het beschermende maar ook van het verstikkende. Het hele project is al in 2012 voorgesteld en wordt in 2014 in realiteit uitgevoerd op het domein Raversijde. Het is een grootschalig project, tevens een pakkend beeld met meerdere betekenislagen, dat binnen de tentoonstelling A private shelter een groot publiek bereikt.
Regressie
Vansteenkiste ziet hoe jonge mensen soms wel erg vroeg overgaan tot de aankoop van een huis, uit emotionele overwegingen, onder druk van de familie of omwille van de zekerheid. Die vaststelling is de directe aanleiding voor zijn diverse versies van Housetrap. Een huis als een val. Hij verwijst naar David Lynch, maar evenzeer naar De vogelknip van Pieter Bruegel. Is dat huis wel ons reëel verlangen? Het ideale huis wordt ons opgedrongen. Hij had stage gelopen bij Wiels bij de opbouw van de tentoonstelling van Mike Kelley (1954-2012) en brengt in zijn derde versie van Housetrap het geboortehuis van die kunstenaar in beeld.
Op een bepaald moment gaat hij met zijn partner samenwonen. Dat brengt hem bij zijn House Morphings. “Het zijn maquettes van huizen die zowel in het hoofd van mij als dat van mijn partner zitten.” De huizen zijn onlosmakelijk vervlochten met mekaar en worden getoond op een metalen gelaste sokkel met erboven een bureaulamp. Ze vormen een eenvoudig maar erg poëtisch beeld.
Jonas Vansteenkiste gaat graag in dialoog en was een geschikte persoon om in Brugge enkele workshops te begeleiden in het kader van Uitwijken en de huidige triënnale. In de diverse wijken heeft hij met de bewoners op kleitafels hun kijk op de stad laten weergeven. De tafels staan nu opgesteld bij het beeld van Juan Luis Vivès, humanist en pedagoog, achter de Onze-Lieve-Vrouwkerk, een uitstekende plaats. Bezoekers kunnen hier vrijelijk hun ideeën (of gebrek eraan) vormgeven.
In de tentoonstelling Cuesta (2014) in Tielt wist de kunstenaar heel treffend de mensen te beroeren met zijn werk Regressie. In samenwerking met Mivalti, een begeleidingscentrum voor mensen met een beperking, bouwde hij in de kerk een huis. De stellage was in hout, de wanden in parafine. De indruk van stabiliteit en beschutting is slechts een illusie want de wanden waren onderhevig aan de warmte van de lampen en vergingen langzaam. Ook de bescherming van een huis is broos en vergankelijk. Maar het is natuurlijk ook een exemplarische illustratie van het panta rhei (alles vloeit) van Heraclites, alles is in beweging, in verandering, niets is voor de eeuwigheid. Jonas laat ons op een plastische, persoonsbetrokken én speelse wijze reflecteren over onze condition humaine.
Tentoonstelling
The city as a strategy - Triënnale Brugge, Arentshof, tot 18 oktober 2015 - MandelArt Oostrozebeke in gewezen Jeansatelier De Fenix, 22 augustus tot 13 september 2015 - Fabric Spaces in De Pianofabriek, Sint-Gillis (Brussel), 24 september tot 19 december 2015