De liefde voor de letter

Er bestaan geen serener, evenwichtiger en levensblijere mensen dan kalligrafen. Dat oordeel is gebaseerd op één enkele ontmoeting met één vertegenwoordigster van de discipline, maar toch weer niet om het even wie. Joke van den Brandt is een bedreven kalligrafe die mij op anderhalf uur tijd uit de overtuiging gehaald heeft dat kalligrafie alleen maar te maken zou hebben met schoonschrijverij. 

De krabbels die ik op papier zette voor het interview werden met de minuut mooier, ronder en leesbaarder. Ja, op het einde vertrouwde ik de sleutelwoor­den zelfs met een sierlijke beginhaal en allerhande lussen aan het papier toe. En net zoals men fluitend en naneuriend een concert verlaat, verliet ik huize Van den Brandt met de neiging om mijn desktop publisher te ruilen voor een flacon chinese inkt en een beitelpen. Het is er nog niet van gekomen dus probeer ik wat Joke in 26 letters kan vatten hier in een paar volzinnen te verklaren. 

"Kalligrafie heeft veel gemeen met poëzie, literatuur en muziek. De vorm versterkt de inhoud. Ik werk graag met inhoud, met zelf gemaakte of zelf gekozen teksten. Sommige collega's en vooral jongere beginners neigen nogal eens naar vrije kalligrafie en werken meer abstract. Je moet natuurlijk eerst de basisregels beheersen. Het is een kunst waarin je je alsmaar verder bekwaamt. Kalligrafie is alleen mooi als men de perfectie nastreeft. Het wordt bijna een vorm van meditatie, een samenspel van concentratie en ritme. Niet zelden moet je je echt inschrijven, proberen in het ritme te geraken. Als het niet lukt, dan lukt het niet. En paradoxaal genoeg: hoe langer je bezig bent, hoe moeilijker het wordt". 

Joke van den Brandt heeft er ondertussen een kwarteeuw ervaring op zitten. Haar CV vermeldt studies aan de Fachhoheschule in Aachen en Paleografie aan de VUB, maar evengoed literaire bedrijvigheid, cursussen en tentoonstellingen. 

 Kalligrafie is voor haar niet exclusief een kunst in de zin van de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. Door haar werk binnen de verenigingen, de cursussen en de voordrachten heeft ze zich ook opgewerkt als iemand die deze vorm van toegepaste kunst op een bevattelijke doch correcte manier kan vulgariseren. 

" Er zit ook een stukje volksopvoeding aan vast. Ik voel het als mijn plicht om de mensen met een paar eenvoudige referenties en weinig voorkennis te vertellen waar deze kunst vandaan komt en hoe intiem die verbonden is met de geschie­denis en de boekdrukkunst. Het kalligrafisch schrift is gegroeid vanuit het Romeinse kapitaal, in de vierde eeuw na Christus wordt dat de unciaal, later komt de Karolingische minuscuul die over heel Europa uitwaaiert. In de elfde eeuw komt de gotische letter in zwang, gevolgd door de gebroken gotische letter waaruit Guten­berg zijn eerste drukletter zal afleidden. In de renaissance komt het Humanistisch cursief in voege. Daar houdt het ongeveer bij op, tenzij dan de meer barokke variant die onder invloed van de kopergravure is ontstaan. Je ziet hoe de letter evolueert met de overheersende cultuur, bouwstijl of zelfs levensbeschouwing. De kennis terzake is zeer beperkt: men herkent nog gemakkelijkst de gotische letter maar daar blijft het vaak bij". 

"Zelf werk ik het liefste met Fraktuur en Humanistisch cursief in mijn vrije ontwerpen. Als ik verzoeken krijg om oorkonden of andere perkamenten te ontwerpen, grijp ik nog het liefst terug naar die zeer bewerkelijke gotische letter. Ik krijg nogal wat klassieke opdrachten voor diploma's, bullen en oorkonden en ik zet mij daar helemaal voor in. Het mooiste is natuurlijk als je volledige vrijheid krijgt of als je een opdrachtgever alsnog kan overtuigen om een eigentijdse vorm te gebruiken. Dan haal je daar toch wat van die "ouder­wetsheid" van af en je kan laten zien hoe onvervangbaar mooi kalligrafie kan zijn, ook in meer technische presentaties. Hoe soberder en uitgepuurder je mag werken, hoe tijdlozer het resultaat kan worden. Het is ook op die manier dat ik graag op het aanbod van Openbaar Kunst­bezit in Vlaanderen ben ingegaan. De werktitel is "Alfabeto piu volte", het worden dus interpre­taties van verschillende alfabet­ten, uitgewerkt in een vierkleu­ren zeefdruk op honderdertig­grams Romapapier met schepranden. Het wordt uiteindelijk een ode aan het alfabet Kalligrafen werken niet alleen met mooie teksten en vrije bewerkingen maar ook binnen de schijnbare "begren­zing" van die 26 letters".

Misschien bewijst Joke van den Brandt nog maar eens dat er pas echte vrijheid is als men zijn grenzen kent.

Download hier de pdf

Joke van den Brandt.pdf