In zijn beleving van de natuur ervaart Arp de dingen als in wording, vol van organisch beweeglijke spanning. Met een grote sensibiliteit wordt deze spanning zichtbaar gemaakt en ontstaat een geheimzinnige wisselwerking van vorm tot vorm en van vorm tot vlak. Ook in de compositie van de 'Schalenboom' wordt een harmonisch samengaan bereikt van het natuurlijke en het bewust gestructureerde van het toevallige en het rationeel doordachte. Het non-figuratieve ontstaat als vanzelf uit het figuratieve. In een wankel evenwicht waarmee beweging gesuggereerd wordt, krijgt het alledaagse een poëtische betekenis. Het organische wordt een object, het object ademt leven; voor hem immers 'groeit de kunst uit de mens, zoals de vrucht aan de tak of het kind in de moeder' en zouden 'kunstwerken... anoniem moeten blijven in het grote atelier van de natuur, zoals wolken, bergen, zeeën, dieren en mensen...'. Dat bezig zijn met hemel en aarde is ook terug te vinden in een werk uit 1953, 'wolkenherder', een compositie van gladde druppelvormige volumes dat al gauw een stuk uit een van Arps gedichten in herinnering brengt: 'de uiteinden van de lucht en de uiteinden van de aarde zijn rond als ballonnen'.
Terecht schrijft M. Seuphor in 1961 : 'De stijgende belangstelling die het werk van Arp in de wereld wekt, bewijst dat in de overspannen werveling van het moderne leven, veel mensen hunkeren naar een ontspannen schoonheid en dat zij ernaar streven een stille open plek te vinden waar de geest weer afstand kan nemen van dat wat voorbij gaat - en zo snel voorbij gaat - om te luisteren naar een tijdloos lied'.
Maar ook verwrongen vormen kunnen op suggestieve wijze uiting geven aan het mysterie van het leven. Etienne Martin werkt in een uitgesproken barokke vormentaal. Thema's als 'couples' (paren), 'demeures' (woningen) en 'nuits' (nachten), met andere woorden omhelzing en beschutting, komen voort uit de schatkamer van zijn herinnering: de eigen ervaringswereld van de kunstenaar krijgt gestalte in sculpturale symbolen en analogieën. In verband met de 'demeures' vertelt Etienne Martin dat hij zijn inspiratie heeft gevonden in zijn jeugdherinneringen aan het grote ouderlijk huis te Loriol, waar hij zich heerlijk geborgen voelde.
De sculpturen die aldus ontstaan, zijn geladen met een mystiek natuurgevoel en symboliseren gevoelens en gewaarwordingen. 'Demeure 4 Lanleff' heeft iets weg van een boom, die van binnen is uitgehold, een ruimte waarin bescherming mogelijk is. De opbouw van het werk is spiraalvormig, zoals de trap in het ouderlijk huis en bovenaan kan men twee menselijke figuren ontdekken, een mannelijke en een vrouwelijke die tegenover elkaar zitten. De naam 'Lanleff' werd achteraf toegevoegd en verwijst naar een tempeltje in Bretagne dat Etienne Martin bezocht en dat voor hem verwantschap had met zijn 'Demeure 4'.
Zelf zegt hij 'Beeldhouwkunst is architectuur... geen functionele architectuur om in te wonen, maar architectuur naar het hart en naar de geest, vol sensibiliteit... Beeldhouwkunst blijft poëzie... deze grote werken die ik maak zijn alsof men er in kan verdwijnen...'