En omdat het kind nu eenmaal een naam moet hebben loop ik daarna vaak naar Jef. en zeg ik: "Geef me eens een titel vriend". Jef Desmet, is de vriend waar Veerle mee samenleeft, in één van die somptueuze negentiende-eeuwse panden in de mooiste straat van Antwerpen, de Cogels Osylei. En "Reflecties" was ook al de titel van een serie foto's van Jef. Het waren zelfportretten waarbij hij zijn spiegelbeeld in etalages fotografeerde. In één prent zag je verschillende beelden die elkaar aan het overlappen gingen: je zag de vitrine en wat daarin stond geëtaleerd, en tegelijktijd zag je die weerspiegeling van Jef en van wat aan de aan de overkant van de straat gebeurde. Dat werken met lagen, verschillende beelden die elkaar in één en hetzelfde vlak voortdurend blijven nuanceren, is ook voor het het werk van Veerle Rooms essentieel. Nooit toont zij de wereld als een helder, makkelijk te grijpen beeld. Er hangt een flou over haar oeuvre. En in tijden als deze, waarin één op de drie van de Antwerpenaren alweer op fascisten en hun schijnbaar heldere, compromisloze slogantaal stemt, is dat iets wat ook haar werken ook al vanuit politiek standpunt tot een teken van verzet heeft gemaakt. Nooit is er dat eenvoudige wit en zwart, nooit zijn die lijnen hard. Wit is ook altijd dat beetje zwart, en omgekeerd. Het domme, simpele denken is iets wat ze aan anderen overlaat.
Waar die titel "Reflectie" nog mee te maken had? Met de schaduw van zichzelf op die foto, die als basisbeeld voor dit werk fungeerde. Die foto had ze zelf gemaakt, toen ze in de zomer van '93 met Jef in de Verenigde Staten tien dagen lang langs de ruïnes van Route 66 was gaan reizen, de eerste betonweg die vanaf de jaren twintig Oost met West verbond, en daardoor al snel hét meest tastbare symbool van de American Dream was geworden. Hier schreef Jack Kerouac zijn beste boek, schreef Woody Guthrie zijn beste songs. On the Road. Maar Amerikanen rijden intussen alweer langs andere wegen, en achter de ooit zo luidruchtige en verblindende lichtreclames van weleer, die al decennia lang het functioneren hebben verleerd, treft men enkel nog een roestige, smerige en stoffige leegte. Nergens anders ziet men het duidelijker. de American Dream was uiteindelijk ook maar een wereld van bordkarton.
Veerle Rooms had zich echter vooral voor de nog schaarse restanten van dat andere volk geïnteresseerd dat indertijd door de roadbuilders was verdreven. Al in de jaren zeventig had ze reeds een aantal rituelen van die Indianen mogen meemaken, en nu fotografeerde ze de tekens die zij op rotswanden en melaatse muren achterlieten. Zoals die twee goden die op dit werk staan. Tekens aan de wand, Mene Tekels. "Wachters, " zegt Veerle, "van een verloren wereld".
In het Masereelcentrum in Kasterlee had Veerle Rooms al in 1980 Greg Zammilio leren kennen, de meesterdrukker van Robert Rauschenberg en het atelier van Universal Art Editions. Rooms was later ook naar dat atelier op Long Island gereisd, en zij, Greg, en Jef waren de allerbeste vrienden geworden. In "Reflectie" hanteert ze een aantal technieken die ze van Greg had opgestoken. Eén daarvan, een heliografisch procédé, dateert nog uit de pionierstijd van de foto, toen nog naar een oplossing voor het fixeren van lichtbeelden werd gezocht. Een doorschijnende mica wordt daarbij tussen een lichtbron en een laag gelatine gelegd. Op de minst donkere plaatsen van het mica wordt ook het meeste licht naar de gelatinelaag doorgelaten, en de plekken in die pasta die het meest door licht worden bestraald gaan ook het meest verharden. Hopelijk volgt u het nog, want we zijn nog maar bij het begin van een uiterst complex verhaal.