Stel u voor dat de tekening, die het voorwerp van onze beschouwing is, zomaar ineens ergens door u werd aangetroffen, bijvoorbeeld bij het openen van een kast op de zolder van een groot oud huis; zij zou zeker indruk op u maken en uw nieuwsgierigheid wekken naar de maker, de plaats en omstandigheden van haar ontstaan. Welnu, zo ongeveer heeft de ontdekking van deze tekening nog niet zo lang geleden echt plaats gevonden. Ik kom daar nog op terug.
Laten wij trachten ons van die eerste indruk rekenschap te geven. Om te beginnen is het een zeer omvangrijke tekening. De standaardafmetingen van een vel tekenpapier, dat u tegenwoordig in de winkel koopt, komen ermee overeen. En zo een vel is helemaal volgetekend met een imposant natuurtafereel. De tekenaar heeft dit landschap als iets geweldigs ondergaan. Het onherbergzame rotsgebergte met het diepe ravijn, waarin van een grote hoogte de watervallen neerstorten, heeft zijn artistieke belangstelling gewekt. Ook de spelingen van het zonlicht vormden een boeiend gegeven om zich al tekenend in te verdiepen.
Het is hier het effect van bijna-tegenlicht, dat de contouren van de bomen telkens omspeelt en ze als een fijn kantwerk doet uitkomen tegen het beschaduwde fond van het bergmassief. Het zich verbredende watervlak in de diepte op de voorgrond kaatst het licht terug tegen de steile rotswanden, zodat buiten het bereik van de zon toch ook een schilderachtig spel van schaduw en halfschaduw ontstaat. En dan is er het beweeglijke en ontstuimige element van de voortdurend neerstortende watermassa's met het opspatten en het tot nevel verstuiven, waardoor weer een bijzonder lichtspel te voorschijn getoverd wordt, midden in het beeld.
Boven dit bruisende natuurtoneel opent zich een vergezicht op andere bergen, die zich vaag aftekenen in het nevelige verschiet. Geheel onderaan links, vóór de lichtspiegel van het water, zien wij een beschaduwde koele plek op de afgeslepen rotsgrond, die wij ons aan de voeten van de tekenaar moeten voorstellen.