Het moet zowat de meest waardevolle museumschat zijn die ooit in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel te zien is geweest.
Goud, goud en nog eens goud
Goud van de Thraciërs
Het is een beperkte Europalia uitgave dit jaar. Slechts een drietal tentoonstellingen worden ingericht. De grootste en belangrijkste daarvan is 'Goud van de Thraciërs'. Hoewel de tentoonstelling al verschillende plaatsen aandeed, en dus niet echt exclusief kan worden genoemd, is het een mooi overzicht geworden van wat Bulgarije aan Thracische kunst te bieden heeft. En dat is heel wat.
Idooltjes
De tentoonstelling opent met voorwerpen uit het Thracische Nolithicum (7000-6000 v.Chr.). Die zijn wél exclusief voor deze tentoonstelling. Deze artisanale productie, waaronder vele voorwerpen in aardewerk, getuigt van creativiteit en visie. De Thraciërs ontplooiden een eigen zin voor beeldende decoratie en een originele vormgeving die op geen enkele oudere bron lijkt terug te gaan.
Een belangrijke plaats wordt ingenomen door talrijke, kleine, vrouwelijke idooltjes. Mogelijk is dit een verwijzing naar ene vruchtbaarheidsgod in, die het middelpunt vormde van een religieus systeem rond vruchtbaarheid en voorspoed.
Het eerste goud
Vanaf 5500-4000 v.Chr. (het Chalcolithicum) doen er zich belangrijke evoluties voor. Naast de traditionele voorstellingen in terracotta krijgen we nu ook koperwinning en bewerking. Ook goudbewerking komt nu vaak voor. Uit deze periode zijn er een aantal zeer mooie vondsten, waarvan de schat uit de necropool van Varna. Dit in 1972 ontdekte graf werd ontdekt tijdens bouwwerken. Het bevat een uitzonderlijk ensemble van voorwerpen en juwelen in goud, 222 in totaal, voor een gewicht van 1092 gram.
Nieuwkomers
Vanaf 4500 v.Chr. vestigen zich nieuwe volkeren rond de Egeïsche zee, waaronder de Thraciërs. Die stammen beheersen de legering van koper en tin: het brons.
Dat brengt ongekende veranderingen mee in de materiële cultuur. Er ontstaat nu een levendige handel in onbewerkte metalen en de verkoop van wapens en gereedschap zorgt voor een sterke economische ontwikkeling. Grafheuvels of 'tumuli' bewijzen, alleen al door hun aanwezigheid maar ook door de rijkdom van de vele voorwerpen die ze bevatten, het belang en de grote macht van deze volkeren.
Heel belangrijk is hier de schat van Valcitran, een geheel van 12,5 kg goud. Een vaas, vier koppen, zeven deksels en een soort van driedelige lepel vormen samen een uitzonderlijk en indrukwekkend geheel.
Woekerwinsten
Zo rond 1000 v.Chr. begint er een periode van grote bloei voor de Thracische vorstendommen. Samen met de Griekse steden trouwens. De uitwisselingen tussen beiden wordt trouwens steeds intensiever. De Grieken voeren een intense koloniepolitiek, waar de Thracische vorsten grote winsten uithalen.
De verkoop van tarwe, mineralen, hout, vee en slaven levert hen woekerwinsten op. Vanaf dan hebben we ook geschreven bronnen, daar de handelsovereenkomsten nu op schrift gesteld worden. Heel mooi is hier de vondst van drie kommen in goud. Ze werden samen gevonden in 1969, maar dateren uit verschillende perioden. Vermits ze niet in een graf lagen, zou het kunnen dat ze ooit verstopt werden en nooit meer teruggevonden of opgehaald.
Bijzondere verfijning!
Met de 5de eeuw v.Chr. breekt een periode van grote bloei aan. Uit deze periode zijn er veel tumuli gevonden. De Thracische koningen, met name de Odrysen, vervullen een belangrijke rol in de culturele en economische ontwikkeling van het rijk en bij het ontstaan van de eerste steden. Door hun politieke en militaire macht worden ze onvermijdelijke belangrijke spelers - als vriend of als vijand - in een internationale context die beheerst werd door de tegenstrijdige ambities van Meden en Scythen en van het Macedonische expansionisme. Bij vele van die conflicten vormde Thracië de inzet.
De expansionistische drang van de dynastieën van de Odrysen en de Trybalen was daar vaak niet vreemd aan. De vondsten zijn nu zeer rijk en zeer divers. Het in Borovo in 1974 ontdekte geheel is een geschenk van de Odrysische vorst KotysI. Het gaat om vijf drinkbekers in verguld zilver.
Het allerrijkste geheel is absoluut de schat van Panaguyrishte. Opgegraven in 1946, is dit een uitzonderlijk geheel van zo maar liefst 6 kilogram goud! De voorwerpen vertonen de typische kenmerken va n de Hellenistische periode en zijn van bijzonder verfijnde makelij.
De Romeinen
Hoewel de Romeinen Thracië inlijven en omvormen tot de provincie Moesia, blijft men tot het midden van de 1ste eeuw n. Chr. vrij autonoom functioneren. Weliswaar binnen een bondgenootschap met Rome. Toch is de invloed van het Keizerrijk vrij groot. Vormen en modellen worden overgenomen, al blijft de beeldtaal sterk onderhevig aan de Thracische traditie. Zo is het ruitermotief alomtegenwoordig.
Conclusie
De tentoonstelling geeft een mooi en vrij volledig overzicht. Het blijft vrij bijzonder dat dit allemaal bij elkaar te zien is. De opstelling in het Paleis voor Schone Kunsten is mooi en soms zeer sober. Maar dat komt deze voorwerpen alleen maar ten goede. Ze liggen overzichtelijk uitgestald en zijn mooi belicht. De duiding is helder en niet overmatig, dus zeker niet storend. Leuk zijn ook de citaten op de muur, van o.a. Homeros.
Eén puntje van kritiek toch. De eerste drie zaaltjes zijn mooi, maar ook heel erg smal. Hoe je hier doorheen moet als er twee of drie groepen in de zalen staan, is een compleet raadsel. Maar laat het je niet tegenhouden. De zalen die volgen zijn ruim en bieden een absoluut kijkcomfort.
Praktische informatie
HET GOUD VAN DE THRACIËRS. Nog tot 5 januari 2003. Paleis voor Schone Kunsten