Het MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art) presenteert met Reload een eerste collectietentoonstelling sinds de oprichting in 2016. Naast het tonen van de vaste verzameling bevragen de oprichters de relevantie en het voortbestaan van het museum na 2026. Wat brengt dit jonge museum en hoe profileren ze zich? Tijd voor een stand van zaken.

MIMA bevindt zich in de voormalige Bell-Vuebrouwerij aan de Molenbeekse kanaaloever. De culturele ondernemers Michel en Florence de Launoit benaderden de galeriehouders en onafhankelijke curatoren Alice van den Abeele en Raphael Cruyt van Alice Gallery om het museum op te richten. Ruim vijf jaar later staan ze stil bij het museum. MIMA brengt kunstwerken van de 2.0-cultuur, de eerste generatie die opgroeide tijdens de opkomst van het digitale tijdperk en sociale media. Kenmerkend voor die kunstenaars is dat hun artistiek praktijk nauw aansluit bij populaire media, zoals strips en animatiefilms. Verder zijn ze actief in subculturen, zoals urban art of graffiti, cultiveren ze lichaamsversiering, onder meer piercings en tatoeages, en houden ze van alternatieve muziek zoals hiphop en sport zoals skateboarden en surfen. De vaste collectie van MIMA bestaat uit 120 werken van 61 kunstenaars met Europese of Amerikaanse origine die tot de 2.0-cultuur behoren. Het oudste werk is een schilderij van Sozyone Gonzalez uit 2007 en het recentste is een schilderij uit 2021 van Jeffrey Cheung, wat meteen duidt hoe hedendaags de werken zijn.

MIMA, installatiezicht, ‘Reload’

MIMA, installatiezicht, ‘Reload’, 2022.

Presentatie

De tentoonstelling bestaat uit twee delen. Op de eerste verdieping exposeren kunstenaars uit de collectie die nog niet aan bod kwamen in het museum. De toegang suggereert de ingang van een grot en is een wat vergezochte verwijzing naar de allegorie van Plato. Voor de curatoren is de illusie van de grot vergelijkbaar met de werken op die verdieping. De kunstenaars verheerlijken een cultuur via beeldschermen in plaats van die in werkelijkheid te beleven. We zien werk van Barry McGee, Alicia McCarthy, Chris Johanson en Clare Rojas opgesteld tegen een muur met een print van The Golden Gate Bridge. Zij behoren tot de ‘The Mission School’ in San Francisco, een beweging die inspiratie haalt uit de straatcultuur en in de jaren negentig met gevonden verf en materialen graffiti aanbracht en rebels uit de hoek kwam. Intussen zijn het bekende figuren in de kunstwereld, vertegenwoordigd door grote galerijen in San Francisco, New York en Los Angeles en bevindt hun werk zich privécollecties. Achter een lage wand met prikkeldraad en een hek dat openstaat, zijn kunstenaars samengebracht waarvan het werk de publieke ruimte, vrijheid en geweld bevraagt. MIMA maakt in elke tentoonstelling gebruik van een speelse scenografie om de toeschouwer visueel context mee te geven.

De tweede verdieping krijgt de titel ‘Speelveld’ met kunstwerken die ze toonden in eerdere tentoonstellingen in MIMA. ‘Les Champs Elysées’ is de derde verdieping. Daar krijgen we een blik op een toekomst waarin Brussel onder water staat. Het enige wat overblijft van MIMA zijn virtuele sporen op het internet. Via schermen zien we afwisselend berichten en interviews met getuigenissen van curatoren en kunstenaars. Zal het museum na tien jaar nog relevant zijn? Wat valt er in 2026 over millenniumkunst te vertellen? Is er nood aan een nieuw concept? Ze bevragen zichzelf en leggen die vraag ook aan de toeschouwer voor. Antwoorden zijn er voorlopig niet.

MIMA, installatiezicht, werk van Joan Cornellà, ‘Art is Comic’, 2017.

MIMA, installatiezicht, werk van Joan Cornellà, ‘Art is Comic’, 2017.

Sociale media

Nieuwe communicatiemiddelen veranderen de samenleving. Subculturen zetten zich via die media op de kaart en hun zichtbaarheid neemt toe. Sociale media spelen voor MIMA een belangrijke rol in de keuze voor een bepaalde kunstenaar. “We willen een ander type kunstenaar brengen”, aldus Cruyt. “Het gaat om kunstenaars die zich liever de publieke ruimte toe-eigenen. Het is een democratische kunstvorm die zich wereldwijd verspreidt via sociale media en door hun uitgebreide netwerk zijn de kunstenaars erg populair. Hun populariteit is meetbaar aan de hand van ‘likes’ en ‘shares’ zonder dat ze beroep hoeven doen op de kunstmarkt en kunstinstellingen.” Bijna alle kunstenaars zijn online actief, waardoor we hun kunstwerken veelal digitaal kennen. MIMA biedt de kans werk van hen fysiek te aanschouwen, wat toch een andere beleving is. Het valt op dat de collectie grotendeels uit schilderijen bestaat. “Een schilderij is eenvoudig om te delen op sociale media”, duidt Cruyt. “Het is tweedimensionaal en goedkoop om te maken. Je hoeft niet per se een opleiding te hebben. De kunstenaars kiezen voor een toegankelijke, herkenbare beeldtaal.”

Instagram doet zijn intrede in 2010. De populairste kunstenaar uit MIMA’s collectie op Instagram is de Catalaanse striptekenaar Joan Cornellà met 3,2 miljoen volgers. Ook de Deense illustrator HusMitNavn, wat betekent ‘onthoud mijn naam’, heeft 210.000 volgers en dat is een verdubbelding op vier jaar tijd. Het Zweedse duo Akay & Olaba daarentegen is bewust afwezig op sociale media uit wantrouwen, maar ook uit desinteresse in digitale naamsbekendheid. Als we naar MIMA zelf kijken, zien we dat ze momenteel bijna 32.000 volgers op Instagram hebben. Dat is sterk voor een jong museum als je weet dat Wiels in Brussel er bijna 50.000 heeft en S.M.A.K. in Gent 36.000. 

MIMA, Mon Colonel & Spit, ‘Reload’, 2022.

MIMA, Mon Colonel & Spit, ‘Reload’, 2022.

Balans

De meeste kunstenaars zijn al gevestigde waarden voor ze in MIMA getoond worden. Als we kijken naar kunstenaars die in België wonen, heeft het Brussels collectief Hell’o met 22.000 volgers op Instagram en in Europa al bekendheid verworven. In 2019 toonden ze een installatie in MIMA. Het is afwachten of hun zichtbaarheid in MIMA een impact zal hebben op hun populariteit. Mon Colonel & Spit is een Luiks kunstenaarsduo en exposeert in 2017 voor het eerst in MIMA. Voorlopig heeft Mon Colonel & Spit 4132 volgers op Instagram. Opmerkelijk is wel dat het kunstenaarsduo eind 2017 een solotentoonstelling had in het museum BPS22 in Charleroi en sinds de loop van 2018 vertegenwoordigt galerie Slika in Lyon hun werk. Het collectief Gogolplex bestaat uit drie in Brussel gevestigde Fransmannen. Zij leveren in 2019, 2021 en 2022 boeiende bijdragen aan tentoonstellingen in MIMA. Als jonge kunstenaars kunnen zij zeker een steuntje in de rug gebruiken. Waarom zit er van hen geen werk in de collectie?

Vrouwelijke kunstenaars zijn in de collectie erg ondervertegenwoordigd. Vier daarvan wonen in Amerika en genieten daar al geruime tijd bekendheid. Maya Hayuk heeft op Instagram 93.300 volgers en maakt geometrische patronen en reusachtige muurschilderingen. Swoon heeft 154.000 volgers en is een straatartiest die snel de aandacht trok van galeriehouders en museumconservatoren. Alicia McCarthy en Clare Rojas behoren tot de befaamde ‘Mission School’. Verder bevat de collectie een tekening van Sarah Albert uit 2019. Zij kwam in 2016 bij La S Grand Atelier in Vielsalm toen ze amper twintig was. Dit artistieke lab organiseert workshops voor kunstenaars met een verstandelijke beperking of psychische problemenproblemen. 

MIMA, installatiezicht, ‘The Art of Laurent Durieux’, 2021.

MIMA, installatiezicht, ‘The Art of Laurent Durieux’, 2021.

Financiering

Het is knap dat een jong museum zonder subsidiëring na vijf jaar een collectie kan tonen. MIMA is een privé-initiatief dat voor de helft van de inkomsten van de ticketverkoop afhangt. Verder halen ze geld uit de sponsoring van leden, het restaurant, de winkel en de verhuur van een evenementenruimte. “Voor de vaste collectie kwam er een bijdrage van drie mecenassen-collectioneurs”, verklaart Cruyt. “Ze voorzien een lening met rente om MIMA te lanceren en doneren elk een bedrag om een collectie op te bouwen, waarvan ze een percentage van de blote eigendom hebben. De vier oprichters kunnen het saldo van de percentages verkopen wanneer de vzw niet meer in staat is de lening terug te betalen. Dat betekent dat de bezoekers mee het voortbestaan van het museum bepalen.” Eind 2019 had MIMA al 60.000 bezoekers, het S.M.A.K. kwam toen aan 93.000. Door COVID-19 heeft MIMA in 2020 amper inkomsten en in 2021 komen er 37.000 bezoekers, wat evenveel is als in 2016. Dat bedreigt het voortbestaan van het museum, maar via een crowdfunding weten de oprichters 15.000 euro te verzamelen. Ze drukken het tentoonstellingsbudget met twee postertentoonstellingen en de huidige collectietentoonstelling.

MIMA, installatiezicht, werk van Elge Zvirblyte, ‘ZOO’, 2020.

MIMA, installatiezicht, werk van Elge Zvirblyte, ‘ZOO’, 2020.

Ruimer

Diverse aspecten tonen dat MIMA een jong museum is. Dat vertaalt zich in het soort kunst en de ambitie om zich anders dan andere musea voor hedendaagse kunst te willen profileren. Door de focus op de 2.0-cultuur biedt het MIMA kunst die in andere Belgische musea weinig of niet te zien is. “Kunstenaars die nauw samenwerken met subculturen zijn zelden te zien in de gevestigde kunstwereld”, beweert Cruyt. Hij vertelt dat MIMA zich niet beperkt tot beeldende kunst, maar meerdere domeinen willen verbinden. “Muziek is immersie, beeldende kunst verbeelding en sport identificatie. We hopen in de toekomst die te kunnen combineren en deden al experimenten op kleine schaal.” In ZOO in 2020 combineert de Litouwse kunstenares Egle Zvirblyte een installatie met diverse zintuiglijke ervaringen. Ze toont felle kleuren, drukke patronen en verhalende taferelen met aangepaste belichting en speciaal gecomponeerde muziek. De combinatie van kunst, muziek en sport is een manier om een breed publiek aan te trekken. Zo opende Jan Hoet het S.M.A.K. in 1999 al met een boksmatch tussen de Amerikaanse kunstenaar Dennis Bellone en zichzelf om volk te lokken.

Uit de naamkeuze Millenium Iconoclast Museum of Art blijkt een vorm van verzet. In het museum willen ze naar eigen zeggen breken met een achterhaald visie op kunst. “Voor ons is cultuur transversaal”, vertelt Cruyt. “Dat betekent dat kunstenaars in verschillende creatieve domeinen actief kunnen zijn. Iconoclasme staat voor mij voor het omverwerpen van gewoontes, hiërarchie en de markt.” Iconoclasme is daarmee wel een zware term. “Een iconoclastisch museum vindt zichzelf heruit”, aldus Cruyt. Daar zijn ze alvast mee bezig door hun bestaansredenen in vraag te stellen.

MIMA, installatiezicht, werk van Hell’o, ‘Dream Box’, 2019.

MIMA, installatiezicht, werk van Hell’o, ‘Dream Box’, 2019.

Participatie

MIMA kiest voor een visuele, directe beeldtaal en hekelt een intellectuele aanpak. Dat weerspiegelt zich in de scenografie van de tentoonstellingen. “We willen bezoekers verrassen, vandaar de scenografie en het creëren van ervaringsruimtes", zegt Cruyt. “In hedendaagse kunstmusea staat spraak vaak voorop. Wij willen zien en voelen centraal zetten om toegankelijker te zijn. Vandaar dat we weinig tekst voorzien. Wie meer informatie wil, kan een code scannen.” De tentoonstelling Dreambox in 2019 zette erg in op ruimtes met bevreemdende installaties en optische illusies aan de hand van patronen, kleuren of spiegels. MIMA nodigt de bezoeker uit om te participeren. De installatie van Akay & Olabo die te zien was in Wonderland in 2018 gaf de mogelijkheid om codes te kraken en deuren te openen. In Dreambox bood het collectief Gogolplex bezoekers de kans om vragen te beantwoorden. Na een administratieve rompslomp, ontvangt de deelnemer een gepersonaliseerd kunstwerk. MIMA is niet het enige museum dat inspeelt op de toegankelijkheid en de zintuigelijke ervaring van kunst. Het streven naar inclusie en participatie weerspiegelt de tijdgeest. Sinds het najaar van 2021 brengt het Van Abbemuseum in Eindhoven met Dwarsverbanden de collectiepresentatie in een nieuw jasje. De tentoonstelling nodigt uit om met werk zintuigelijk te ervaren. Musea kiezen hoe langer hoe meer voor interactief leren en tactiele ervaringen. Kennis en vermaak gaan hand in hand. Millennials willen hun ervaringen meteen delen. Ook daar speelt MIMA op in. In de tentoonstelling ZOO presenteerde de Zweedse kunstenaar Finsta een troonzaal. De bezoeker kon plaatsnemen op de troon en die leende zich ideaal voor een selfie. “Een museum is een plek om mensen te ontmoeten en ervaringen te delen”, weet Cruyt. “We hopen op een breed publiek en houden rekening met een jonge doelgroep.” De gemiddelde museumbezoeker is ouder dan zestig, hoog opgeleid en wit. Is het geen doelstelling van elk museum om een diverser publiek en meer leeftijdsgroepen aan te trekken? 

MIMA, installatiezicht, ‘The Corridor’ van Akay & Olabo, ‘Wonderland’, 2018.

MIMA, installatiezicht, ‘The Corridor’ van Akay & Olabo, ‘Wonderland’, 2018.

Toeschouwer

Dat anders profileren heeft volgens Cruyt te maken met de focus op de toeschouwer. “Hedendaagse musea vertrekken vanuit de kunstenaar, wij vanuit de toeschouwer”, vindt Cruyt. “Tenslotte is het  de toeschouwer die ervoor betaalt. Wanneer je op sociale media iets post, zoek je ook steeds contact met je publiek.” Het idee om met de toeschouwer in dialoog te gaan, ontstond door de uitgestelde opening van het MIMA. “De aanslagen in Brussel veranderen onze visie op het museum”, aldus Cruyt. “We willen niet over geschiedenis praten, maar over onderwerpen die vandaag relevant zijn.” Dat resulteert in jaarlijks twee thematentoonstellingen. “We tonen niet zomaar kunstenaars, maar kijken naar hoe de maatschappij evolueert”, duidt hij. Elke tentoonstelling vertrekt vanuit een maatschappelijke kwestie, onder meer humor, de relatie tussen mens en technologie en onze ratio. MIMA wil door gamificatie van kennis een breed publiek bereiken. Net zoals bij een computerspel krijgt de bezoeker eenvoudig toegang tot het werk. De complexiteit van het werk volgt tijdens de beleving. De maatschappelijke thema’s die MIMA aankaart, moeten via gamificatie de bezoekers doen voelen dat het werk verschillende betekenislagen heeft. De installatie van Akay & Olabo in Wonderland is hier een voorbeeld van. Het werk kadert in het thema burgerlijke ongehoorzaamheid. Inbraak is een rode draad doorheen hun werk. Akay & Olabo stellen vragen over reglementering, vrijheid in een overgeorganiseerde stad. De toeschouwer kan codes kraken en kruipen en klauteren doorheen de installatie. 

MIMA, installatiezicht, werk van Swoon, ‘City Lights’, 2016.

MIMA, installatiezicht, werk van Swoon, ‘City Lights’, 2016.

Collectief

“Het concept van een kunstenaar zoals we dat kennen, is geboren in de zestiende eeuw en nu achterhaald”, vindt Cruyt. “In MIMA gaat het eerder om een gemeenschap en het thema, dan om de individuele kunstenaar. We zien het als een netwerk waarbij iemand, zoals bijvoorbeeld Mark Gonzolez, zowel een skateboarder als een kunstenaar is. Ik geloof dat toekomstige tentoonstellingen meer een mengeling tussen unieke kunstwerken en installaties zijn. Een museum zou een participatieve democratie kunnen zijn. Het gaat om het creëren van verbindingen.” Voor de eerste tentoonstelling City Lights nodigde MIMA vijf kunstenaars uit New York uit: Maya Hayuk, Swoon, Momo en het kunstenaarsduo Faile. Ze kenden elkaar al bijna tien jaar. “Het gaat dus niet alleen om esthetiek”, vertelt Cruyt. “Ook de vriendschap, de energie en de sfeer zijn belangrijk.” De kunstenaar die opgaat in een collectief is geen nieuw gegeven. Je ziet hoe beeldende kunstenaars hoe langer hoe meer gaan samenwerken. Dat gevoel van verbondenheid heeft te maken met de tijdgeest. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van Els Dietvorst. Zij doet alles op haar manier, wars van een klassieke, commerciële of institutionele aanpak. In april 2022 opent haar dubbeltentoonstelling This is what you came for in BOZAR en CENTRALE for contemporary art. Dietvorst realiseert een samenwerking tussen die instituten en beschouwt het als ontmoetingsplaatsen in plaats van tentoonstellingen. Ze werkt met haar collectief en kiest voor een efemere kunstpraktijk van samen creëren en ervaren.

MIMA, installatiezicht, ‘Art is Comic’, 2017.

MIMA, installatiezicht, ‘Art is Comic’, 2017.

Verzet

MIMA stelt te breken met klassieke museumformules en een andere aanpak te hanteren, maar is dat wel zo? Het typeert een jong museum dat het zich verzet tegen gevestigde waarden, maar ze verwijzen vaak naar clichés uit de kunstwereld. Een rechtstreekse verwijzing naar een klassieke museumopstelling zien we in Art is Comic. MIMA toont plasmaschermen in vergulde kaders die een presentatie geven van het werk van de kunstenaars in de tentoonstelling. Paaltjes en een rood, dik touw houden bezoekers op afstand. Het is bedoeld als verwijzing naar de onlinepopulariteit van de kunstenaars en het aanspreken van het publiek via andere kanalen dan het traditionele kunstcircuit. De hedendaagse museumwerking evolueert, net zoals de hedendaagse kunstenaar. Welke kunstenaar is niet actief op internet? Kunstenaars die zichzelf respecteren hebben een website en hoe langer hoe meer speelt de populariteit op sociale media een rol. Rinus Van de Velde heeft 38.600 volgers op Instagram. Zijn huidige tentoonstelling Inner Travels in BOZAR is erg visueel, speels en begrijpelijk. In die tentoonstelling is er een duidelijke relatie met de kunstgeschiedenis, maar dat maakt het werk niet minder toegankelijk. Er zijn weinig kunstenaars die een oeuvre uitbouwen in één medium. Vaak beslaat het diverse media en maken kunstenaars werk voor meerdere disciplines, waaronder muziek, theater of dans. Ook in de beeldende kunst sluipen populaire vormen van cultuur binnen. In de Warande loopt momenteel een retrospectieve van Nadia Naveau. Ook haar werk heeft weinig woorden nodig. Typerend voor haar werk is dat ze kunsthistorische referenties en populaire media, zoals cartoons, op een bijzondere manier weet te combineren. MIMA omschrijft zichzelf als voorvechter van een hokjesvrije cultuur. Waarom zet het zichzelf dan af tegen ander musea? Zo plaatst het zichzelf in een hokje.

MIMA, installatiezicht, ‘Obsessions’, 2019.

MIMA, installatiezicht, ‘Obsessions’, 2019.

Galerie vs. museum

“Millenniumkunstenaars geloven niet in de kunstmarkt met speculanten en commerciële dictaten”, zegt Cruyt. “Dat is een te gesloten cirkel en een te enge context.” Maar wie verdient er niet graag geld met zijn passie, of dat nu via de kunstmarkt of het commerciële circuit is? MIMA heeft werk van Steven H. Harrington in de collectie. Hij werkte al samen met Nike, IKEA en Coca-Cola. Veel kunstenaars in de collectie maken trouwens wel deel uit van de kunstmarkt. Denk bijvoorbeeld aan de kunstenaars van ‘The Mission School’ of Swoon. Opmerkelijk is dat de curatoren van MIMA zelf een galerie runnen. Cruyt & van den Abeele zijn sinds 2005 galeriehouders van Alice Gallery in Brussel. Ze ervaren de drempel van de galerie te hoog voor het soort kunst dat ze in MIMA brengen. Wat is de grens tussen hun galeriewerking en het museum? Van de zestig namen in MIMA’s collectie toonden ze de helft in hun galerie via solo- of groepstentoonstellingen. Een derde van de kunstenaars in MIMA’s collectie had al één of meerdere solo’s in de galerie voor het museum opende. Boris Telleghen is sinds 2006 bij de galerie en had daar zes tentoonstellingen voor zijn solotentoonstelling in 2017 in MIMA. Maya Hayuk is sinds 2009 aan de galerie verbonden en had er in maart 2016 vlak voor de opening van MIMA een tentoonstelling. Toen in 2017 HusMitNavn en Mon Colonel & Spit in MIMA exposeerden, waren ze respectievelijk tien en twee jaar aan de galerie verbonden. De tentoonstelling Obsessions in MIMA over Art Brut in samenwerking met La S Grand Atelier kwam er twee jaar nadat de tentoonstelling BRUT? in de galerie plaatsvond. Als we naar MIMA’s collectie kijken, zien we dat Sozyone Gonzalez met het oudste werk al sinds 2005 bij de galerie is. Jeffrey Cheung die daar momenteel werk exposeert, levert het recentste werk. Het wekt de indruk dat hun galerie als basis dient om kunstenaars te leren kennen en zaken uit te testen. Daarmee spelen ze in MIMA wel wat op veilig.

MIMA, installatiezicht, ‘Panopticon’ van Akay & Olabo, ‘Wonderland’, 2018.

MIMA, installatiezicht, ‘Panopticon’ van Akay & Olabo, ‘Wonderland’, 2018.

Toekomst

Het vijfjarige bestaan van MIMA kent turbulente tijden. Na de aanslagen, volgt COVID-19 en niemand weet hoe het er de komende vijf jaar zal uitzien. Het is dan interessant dat het museum zichzelf in vraag stelt. De oprichters lichten er een bepaald type kunst uit, maken daaruit een selectie en belichten zaken die opkomende generatie en de tijdgeest kenmerkt. De evolutie en relevantie om dat na tien jaar in een museum te tonen, valt moeilijk te voorspellen. Indien het niet langer de moeite loont en ze het concept niet kunnen herdenken, sluiten ze de deuren. De opstelling in MIMA over de toekomst van het museum insinueert dat er enkel sporen zullen achterblijven in de vorm van informatie, verhalen en herinneringen die gedeeld worden op het internet. Wat gebeurt er dan met de collectie? “De conservatie van werken die we niet tentoonstellen, beperkt zich nu tot opslag in goede omstandigheden”, zegt Cruyt. “De relatieve kwaliteit van media die in de hedendaagse kunst worden gebruikt, roept vragen op naar de duurzaamheid van de werken. Het antwoord op de langetermijnconservering van de collectie zal een kwestie van financiële middelen zijn. De collectie behoort in naakte eigendom toe aan particulieren. De dag dat MIMA de deuren sluit, beslissen zij.” De opstelling in MIMA suggereert dat overtollige informatie zal verdwijnen wanneer het niet langer wordt gedeeld. “We moeten de installatie begrijpen als een vraag naar de duurzaamheid van hedendaagse kunstcollecties in het algemeen”, stelt Cruyt. “Aan de ene kant neemt de kwaliteit van de media af of zijn ze vluchtiger dan in het verleden. We kunnen ervan uitgaan dat veel originele werken verdwenen zullen zijn wanneer ze tot de kunstgeschiedenis behoren en onderzocht zullen worden. Aan de andere kant produceert de samenleving een fenomenale hoeveelheid aan artistieke goederen. Wat mogen en moeten we conserveren? Moet het behoud van kennis voorrang krijgen op dat van objecten? Zou het museum van morgen niet beter een hangar zijn, volgepropt met computers die het beste van het publieke debat van de mensheid classificeren, sorteren en bewaren?”

Tentoonstelling

MIMA Reload - tot 29 mei 2022 - MIMA