De collectie van Astrid Ullens de Schooten Whettnall is een begrip. Weinig verzamelingen bevatten zoveel foto’s - om en bij de 5.500 - van slechts een honderdtal fotografen. Dat wil iets zeggen. Ullens kiest resoluut voor verdieping.

De female gaze van Astrid Ullens

Mitch Epstein, Amos Coal Power Plant, Raymond City, West Virginia, American Power, 2009

Haar eerste foto kocht Astrid Ullens op Art Basel: een beeld van Brancusi in zijn atelier. Eigenlijk was ze meer geïnteresseerd in zijn werk, maar de foto trok haar aandacht. Verzamelen komt natuurlijk voor iemand met de familienaam Ullens. De barones is een telg van een van de rijkste aristocratische families van het land. Herbert von Karajan kwam bij haar grootmoeder over de vloer en haar broer Guy opende het Ullens Center for Contemporary Art in Peking. De bijzondere collectie van Astrid Ullens puur aan haar omgeving toeschrijven, en al zeker de mannen daarin, doet de waarheid tekort. Zeker voor iemand die zich haar jeugd herinnert als: “In het milieu waar ik opgroeide bestonden meisjes niet.” Haar collectie is in de eerste plaats het resultaat van een uitstekend oog, passie en een koppige visie.

De female gaze van Astrid Ullens

Judith Joy Ross, Annie Hasz (uit de serie Protesting the U.S. War in Iraq), Easton, Pennsylvania, 2007

Pas in 2012, toen ze 73 was, richtte ze Fondation A (Brussel) op, met de A van Astrid. Ze had door Afghanistan gereisd met een ngo die ijverde voor het onderwijs van meer dan 12.500 meisjes. Daar, oog in oog met de gruwelijke behandeling van vrouwen onder de Taliban, kwam het idee voor een stichting. Het doel? Kinderen leren om via fotografie de realiteit te begrijpen en in vraag te stellen.

Iconen en opkomend talent

Haar verzameling, met intussen meer dan 5.500 foto’s, bevat iconische namen als Lee Friedlander, Helen Levitt, Nicholas Nixon en Lewis Baltz. Met 392 foto’s is ze de grootste verzamelaar van die laatste. Ook van Walker Evans (1903-1975) bezit ze een serie: Labor Anonymous uit 1946. Ze kocht de reeks, die in Fortune Magazine verscheen, zonder ze ooit gezien te hebben. De minimalistische straatfotografie vertelt het verhaal van een generatie Amerikanen. Het is de reden waarom ze resoluut voor reeksen kiest. Ze geven een inzicht in de wereld en becommentariëren de werkelijkheid, en geven een verdwijnende wereld door aan een wereld die nog moet komen.

De female gaze van Astrid Ullens

Tarrah Krajnak, Self Portrait as Walking Woman with Bag, 1979 Lima, Peru / 2019 Los Angeles

 

Daarnaast verzamelt Ullens opkomende fotografen als Francesco Neri en Massao Mascaro. Vaak staat ze in contact met de fotograaf, zoals met Henry Wessel en Judith Joy Ross (1946). Aan die laatste wijdde ze de eerste expo van Fondation A, een reeks over mensen die Ross op straat ontmoette. Net als bij Evans staat het alledaagse centraal in deze documentaire fotografie: gewone mensen in hun tijd en ruimte. Dat zie je ook in de reeks van Thomas Boivin over het Parijse Belleville of die van Mitch Epstein over Amerikanen die aan de voet van een energiecentrale leven.

Verontrustende blik op de wereld

Intussen stelt Ullens al meer dan een decennium tentoonstellingen samen. Daarbij heeft ze aandacht voor de vrouwelijke blik, die in de klassieke fotografie vaak afwezig is. In 2022 vond de tentoonstelling Regards de Femmes plaats. Dat ze net met die expo de tiende verjaardag van Fondation A vierde, is tekenend. Ook de feministische fotomontages van Martha Rosler, activiste vanaf de jaren 60, maken een sterk statement voor vrouwenrechten.

De female gaze van Astrid Ullens

SAGA 576 blz. ISBN 978-94-6478-103-8 € 75 Ludion

Ook voor Latijns-Amerikaanse fotografie heeft ze een voorliefde. Zo stelde ze tentoonstellingen samen met reeksen van Facundo de Zuviría en Graciela Iturbide. In het werk van de Peruviaanse fotograaf Tarrah Krajnak (1979) komen Latijns-Amerika en feminisme samen: een krachtig antwoord op de dominantie van de male gaze in fotografie.

De collectie van de intussen vijfentachtigjarige Ullens kan je in huis halen met het boek SAGA. A Photographic Journey from Lewis Baltz to Tarrah Krajnak. De eerste twintig pagina’s bevatten teksten van kenners en kennissen als de curator Urs Stahel, de galeriehouder Thomas Zander en Xavier Canonne, de directeur van het Musée de la Photographie in Charleroi. Hoewel de filosofische uitweidingen boeiend zijn en de anekdotes onderhoudend, voelen de teksten een beetje als obligate bejubelingen. Het verhaal van Ullens zelf blijft wat achterwege.

Dat maken de daaropvolgende 250 pagina’s visuele storytelling ruimschoots goed. Bladzijde na bladzijde zijn daar de reeksen, met een korte beschrijving en beelden die voor zich spreken. Elk van die reeksen geeft een fragmentarische en vaak verontrustende blik op de wereld door de ogen van een fotograaf. En laat het net dat zijn wat Astrid Ullens met twintig jaar verzamelen beoogde.