De Collectie Bulskampveld geeft niet de indruk achter gesloten deuren te zitten. Het Centrum Agrarische Geschiedenis brengt deze West-Vlaamse landbouwcollectie op vele manieren naar buiten. Met Boerengeheugen, zijn speerpunt voor de volgende jaren, komt de collectie zelfs weer tot bij de landbouwers.

Op de tentoonstelling Gentse Gronden in het STAM in Gent kan je een historische aardappelplanter van dichtbij bekijken. “Mensen worden door het werktuig aangetrokken en gissen hoe het werkt.” Sven Lefèvre van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) luistert de bezoekers wel eens af: “Uiteindelijk is er altijd iemand die kan uitleggen door welk mechanisme de pootaardappelen in de grond terechtkomen. We zijn van deze werktuigen vervreemd, maar ze zijn toch leesbaar, in tegenstelling tot de hoogtechnologische opvolgers.” Het is een bruikleen van de Collectie Bulskampveld waarvan er elk jaar collectiestukken in tijdelijke tentoonstellingen figureren.

De aardappelrooier in een ander licht Collectie Bulskampveld

Foto: Collectie Bulskampveld

Geen Rubens

De Collectie Bulskampveld kwam er in 1971 door de provincie West-Vlaanderen. Het was een reactie op de toenemende motorisering, al bleven oude en nieuwe landbouwwerktuigen tot in de jaren zestig en zeventig soms nog naast elkaar bestaan: “Zo kon de akker al bewerkt worden met de tractor, maar het hooi nog worden binnengehaald met paard en wagen.”

Dit is vandaag een van de belangrijkste landbouwcollecties van Vlaanderen. Wat boerenwagens en karren betreft, is ze in de Benelux zelfs onovertroffen. Eerst was de collectie te zien in het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld in Beernem. Sinds 2016 wordt ze bewaard in een gesloten depot in Zwevezele. Het CAG inventariseerde de collectie samen met het Museum voor de Oudere Technieken in Grimbergen dat het ambachtelijk alaam voor zijn rekening nam.

De aardappelrooier in een ander licht Collectie Bulskampveld

Foto: Saskia Vanderstichele

Sinds 2018 wordt de collectie op vraag van de Vlaamse Gemeenschap ook door het CAG beheerd. De toestand en de standplaats worden op regelmatige basis gecontroleerd. Er wordt nu onderzocht of sluipwespen en diepvriezers ecologischer alternatieven zijn voor de chemische bestrijdingsmiddelen tegen houtborende insecten. “De oude textielloods garandeert alleszins een betere bewaring dan een bosomgeving waar de karren en wagens aan regen en wind waren blootgesteld. Uit een recente analyse van Object Care [preventieve conservering] blijken temperatuur en vochtigheidsgraad gunstiger dan verwacht. Hier wordt ook geen Rubens bewaard, deze objecten van hout en ijzer waren bedoeld om tegen een stootje te kunnen.”

Boerengeheugen

“Wanneer we landbouwers ontvangen in het depot, borrelen de verhalen als vanzelf op”, zegt Lefèvre. Onder de naam Boerengeheugen start het CAG vanaf dit najaar met een project dat de hele beleidsperiode 2024-2028 zal overspannen. De naam zegt het al. Het geheugen van de boer wordt aangesproken: “Samen met nog actieve boeren gaan we op zoek naar de context waarin de objecten hun functie als erfgoed kregen. Met interviews en persoonlijke verhalen willen we die scharnierperiode beter begrijpen. We polsen ook hoe zij naar het recente erfgoed vanaf 1960 kijken. Wat willen zij zelf bewaren?” Het bewaren van steeds grotere landbouwmachines wordt door een gebrek aan opslagruimte problematisch. Schaalmodellen of 3D-registraties kunnen hier een oplossing bieden.

Wie had gedacht dat een driewielerkar uit Nieuwkapelle zou kunnen ontroeren door haar vernuft en haar ouderdom?

Het CAG lanceerde eerder al projecten voor een breed publiek zoals Congé Rural met drukbezochte activiteiten op landbouwbedrijven en speurtochten in het gesloten depot. “Intussen is de schrik bij het idee van een gesloten collectie geëvolueerd naar ‘er gebeurt van alles mee’”.

De aardappelrooier in een ander licht Collectie Bulskampveld

Foto's: Collectie Bulskampveld

Topstukken en torpedo’s

Wie had gedacht dat een driewielerkar uit Nieuwkapelle zou kunnen ontroeren door haar vernuft en haar ouderdom? Haar innovatieve zwenkbare voorwiel maakte haar uitermate geschikt om te manoeuvreren. En dat ze gekoesterd zou worden, samen met zovele andere, en een plaats zou krijgen op de Topstukkenlijst?

Een imposante boerenwagen uit Varsenare - wagen, vier wielen, dus - is een ander topstuk. Zware wagens als deze waren typisch voor de polderstreek. Het insigne in ijzer vermeldt wagenmaker ‘F. Heijnen’ en de constructiedatum, 1853. Het is daar mee een van de oudste gedateerde landbouwvoertuigen. Ook voetploegen die getrokken werden door een paard staan rijendik in het depot. Zelfs na de introductie van de tractor bleven ze nog lang in gebruik om de akkerranden te ploegen.

De aardappelrooier in een ander licht Collectie Bulskampveld

Foto's: Collectie Bulskampveld

De collectie bevat verder tot de verbeelding sprekende werktuigen zoals boomezels, aanaardploegen, hooiharkkeerders met spiraalvormige pinnen of een kegelvormig tuig om erwten uit te rijden dat de bijnaam 'torpedo' of 'V2' kreeg. Typisch West-Vlaams zijn eggen, of horden (heurden), gemaakt uit wilgentakken.

Innovatie

Sommigen zullen bij hun overgrootvader nog een hondenkar aantreffen. Vandaag hebben we bedenkingen bij dieren inspannen voor onze doeleinden, maar het is wel een gedeelde geschiedenis. De collectie bevat bijvoorbeeld een houten legbak voor kippen, een voorloper van de droefgeestige legbatterijen.

De aardappelrooier in een ander licht Collectie Bulskampveld

Foto: Saskia Vanderstichele

Ook de zaaimachine getuigt van een toenemende standaardisering vanaf het begin van de twintigste eeuw. In rijen zaaien, maakte onkruid hakken efficiënter. Sproeimachines uit de eerste helft van de twintigste eeuw, die ook bewaard zijn in de collectie, dreven de productie nog op. “Biologische boeren zullen in de jaren zestig en zeventig ook praktijken uitgeprobeerd hebben om onkruid te bestrijden”, zegt Lefèvre. “Het had toen evengoed die kant kunnen opgaan, al evolueren we daar nu stilaan wel naartoe.”

In een filmpje van het CAG geeft een gepensioneerde landbouwer uitleg bij een historische aardappelrooier, en een nog actieve landbouwer bij de hoogtechnologische opvolger. Die laatste blijkt een minder grote sprong in de evolutie te zijn dan wat aan de beide werktuigen voorafging, het zware manuele werk nodig om aardappelen uit de grond te kappen. Niettegenstaande de geelfilter op de website is men bij het CAG niet nostalgisch: “In die tijd waren de mechanische werktuigen innovatieve machines die voor een revolutie zorgden. De aardappelrooier werd trots voorgesteld op de wereldtentoonstellingen van 1905 in Luik en van 1913 in Gent. De filmpjes van Voor Boer en Tuinder van na de Tweede Wereldoorlog tot de jaren 1990 waren bedoeld om boeren te verleiden tot modernisering.” Dat werpt een heel ander licht op de afgedankte aardappelrooier - herkenbaar aan het ronde mechanisme dat de aardappelen naar de zijkant katapulteerde - die je nog wel eens te velde aantreft.

Download hier de pdf

Collectie Bulskampveld.pdf