Wanneer ik het atelier van Philip Van Isacker (°1949) binnenkom, staat het daar, meer dan levensgroot: De man die zijn evenwicht zoekt. Het is een schitterend, ontroerend werk dat sterk refereert aan beelden uit de tijd van de overgang tussen renaissance en barok. Het ingebed zijn in de grote traditie van de beeldhouwkunst is voor Philip Van Isacker geen ijdele gedachte.
Beeldhouwer Philip Van Isacker - Invulling op de openbare ruimte
Een ketting van interpretaties
De 'echte' bronzen Man die zijn evenwicht zoekt staat in het semi-openbaar domein van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jan te Eeklo. Het beeld is geïnspireerd op een creatie van Adriaen de Vries (ca. 1546 - 1626) bekend als Juggling man en bewaard in het Getty Museum van Los Angeles. Ook De Vries had zijn inspiratie bij zijn voorgangers gevonden, met name bij een Hellenistisch marmeren beeld van een faun waarvan gezegd werd dat Michelangelo het heeft gerestaureerd. Het beeld van Van Isacker is geplaatst op een stevige sokkel en op kogellagers, wat toelaat dat je het kan manipuleren. Op die manier kan de beschouwer de lichtinval op het beeld doen veranderen en genieten van het spel van licht en schaduw op het aantrekkelijke lichaam. Philip Van Isacker zette met het beeld te Eeklo eigenlijk een ketting van interpretaties voort. Hij heeft de man ontdaan van alle overbodige attributen en toont de mens in een wat onbestemde pose. "Die wat moeilijke, gedraaide houding is eigenlijk het fundamentele van het beeld, ook een niet-kenner kan dat zien en ervaren," zegt hij. Het is in elk geval zo dat het beeld de jury en de opdrachtgever bijzonder wist te charmeren omdat het ook de kwetsbaarheid van de mens treffend gestalte geeft.
Het merkwaardige is dat dit beeld zowat het enige is waarbij de kunstenaar de menselijke figuur in zijn totaliteit heeft weergegeven. Het oeuvre van Van Isacker is zowel abstract als figuratief, maar steeds is het de bedoeling dat zijn werk in de openbare ruimte ook door elkeen kan gevat worden. Het werk moet een gelaagdheid hebben dat meerdere interpretaties toelaat. "Ik heb de ambitie iets te maken dat door de openheid gelegenheid tot invulling geeft, wellicht daardoor is het ook onvolledig," zegt hij duidend op de menselijke figuren die beperkt worden tot een paar lichaamsdelen, een torso.
Voor de begraafplaats in Genk kreeg hij de opdracht om een monument te maken dat de verdwenen graven in gedachten brengt. Hij ontwierp hiervoor een bijzonder pakkende sculptuur. Een vrouwelijk en mannelijk torso, het ene staande en het andere tegen het vrouwelijke aanliggend op een doosvormig volume. Het doet meteen denken aan de beroemde Etruskische sarcofagen en Philip verheelt ook geen moment dat juist dat zijn inspiratiebron is. Het geheel monteerde hij op een sokkel en er is ook een zitbankje voorzien om het beeld in alle rust te kunnen bekijken, te mijmeren, te verwijlen. En er is ook een tekst: 'Het is niet hier dat ik nu rust.'
De onzekere en andere tafels
Nog maar pas (eind juni 2007) is zijn opdracht voor de parochie van Sint-Lievens-Esse ingewijd. Het maakt deel uit van een kunstproject ter gelegenheid van de Livinusfeesten die slechts om de vijftig jaar plaats vinden. Hier werd Van Isacker gevraagd om een ingreep te doen op de vroegere speelkoer van de kloosterschool. Die werd omgevormd tot een meditatietuin. De vroegere speelkoer was licht hellend met toch een redelijk niveauverschil van 90 cm. Van Isacker ontwierp een installatie met vier elementen. Vooreerst zorgde hij ervoor dat de koer genivelleerd werd en dat het niveauverschil door een aantal verhogen werd opgevangen zodat hij als het ware een opluchtauditorium verwezenlijkt heeft. Op het midden van het vlakke gedeelte plaatste hij een tafelsculptuur van twee bij twee meter. Het is een object, het kàn een tafel zijn, het is iets hoger dan een normale tafel. Tegenover de ijle, wat onduidelijke en twijfelachtige tafel plaatst Van Isacker een massieve, zware en gedrongen langwerpige sokkel. Daardoor verliest de tafel nog aan zekerheid. Waar het in de ogen van de kunstenaar over gaat, is het op een simpele manier tot stand brengen van een dialoog tussen de massieve sokkel en de ijle tafel. De tafel en de sokkel staan dan ook in dezelfde as, in elkaars verlengde, opgesteld. De kunstenaar wil, verwijzend naar de figuur van Livinus, wiens tong werd uitgerukt, een monument voor het vrije spreken tot stand brengen.
Tenslotte plaatste hij een beeld op de sokkel. Het gaat om een bronzen torso zonder armen. Het is op zich natuurlijk al een verwijzing naar diezelfde Livinus die volgens de legende werd onthoofd en daarna met het hoofd onder de arm op wandel ging. Anderzijds is het een beeld dat intense rust uitstraalt, dat onbepaald is, dat vele invullingen kan krijgen en hier is het Van lsacker wel degelijk om te doen.
Dat er in de installatie een tafelsculptuur geïntegreerd werd is voor Van lsackers werk helemaal niet nieuw, wel integendeel. Hij heeft een hele reeks van die werken gerealiseerd. Dat is wat ik hoger als zijn 'abstract' werk durfde omschrijven, alhoewel het helemaal niet abstract is, je zou het eerder conceptueel kunnen noemen. Een tafel oogt vormelijk nogal streng.
zegt de kunstenaar. Een tafel is een zeer vertrouwd beeld, zodanig vertrouwd dat we een tafelsculptuur maar met enige moeite als kunstwerk gaan ervaren. Een tafel staat ook voor ontmoeten, we gaan er rond zitten om te eten, maar ook om te praten, om bij mekaar te zijn. Eigenlijk is vanuit die optiek een tafelsculptuur zeer geschikt voor de publieke ruimte
In 1987 ontwierp hij ter gelegenheid van Monumenta-Beeld in de Stad te Antwerpen een sculptuur in de vorm van een veelhoekige tafel. Het beeld was opgesteld op een verhoog van drie treden dat de veelhoekige vorm van de tafel herhaalde. Op die manier werd echt wel een monument gepresenteerd. Er werd een afstandelijkheid geschapen, je voelt je niet onmiddellijk geroepen om aan deze tafel plaats te nemen. En toch is het een uitnodiging om na te denken, in te vullen, te vervolledigen, te communiceren. Het werk staat nog steeds op een drukke plaats aan de voetgangerstunnel.
Voor Den Haag maakte hij een verplaatsbaar kunstwerk. Ook dat was een tafelsculptuur met aan de twee hoofdeinden van de tafel een gegraveerde inscriptie: bescherming' en 'leegte'. Het was de bedoeling dat deze sculptuur geplaatst werd op sites die in afbraak of in herstel waren. De gegraveerde woorden zijn dan aanleiding tot communicatie, ze stellen een vraag of ze stellen in vraag. Alhoewel de tafel toch wel stevig verankerd werd op zijn voorlopige plaats en ook niet zo maar op te tillen, is die op een nacht gestolen. Hij doet nu wellicht dienst in een zeer particuliere ruimte.
Op Chambres d'amis
Philip Van Isacker kende zijn definitieve doorbraak als kunstenaar in 1986 toen hij deelnam aan Chambres d'amis, het tentoonstellingsproject waarmee Jan Hoet internationale erkenning verkreeg. Toen al was Van Isacker ervan overtuigd dat de publieke ruimte meer en meer aan belang zou winnen. "De toekomst van de kunst ligt niet bij de privé bezitter," stelt hij. Hij koos daarom voor vier enigszins besloten locaties in de openbare ruimte. Het ging om plaatsen waar veel mensen woonden die niet echt veel met het kunstcircuit te maken hadden, maar waar mensen mekaar wel kenden, waar er een volks contact onder de bewoners bestond. Op elk van die locaties plaatste de kunstenaar een stalen profiel en bouwde daar rond een afgeknotte piramide. De hoogte en het grondvlak varieerden per locatie. De piramide werd opgebouwd met klei en was dus onderhevig aan de weersomstandigheden, was in voortdurende verandering, enkel het profiel kon de tijd en het weer doorstaan. Het was een esthetisch en inhoudelijk voor iedereen te vatten gegeven. Iedereen begreep dat het hier om vergankelijkheid ging.
"Soms is de hedendaagse kunst enkel voor de kenners en de ingewijden. Ik wil kunst die begrijpbaar is voor de mensen, kunst moet verder gaan dan een bepaalde elite. Dat heeft niets met figuratief of abstract te maken," zegt hij met overtuiging.
Het efemere, datgene wat voorbijgaat, speelt zeker een belangrijke rol in zijn werk. Het is ook op die manier dat die torso's en andere lichaamsdelen moeten gezien worden, als tekenen van de kortstondigheid van het leven. Net zoals tafels gelegenheid scheppen voor ontmoetingen en contacten, soms vluchtig en maar even, soms langdurig en blijvend voor de duur van een mensenleven.
Een mannelijk en een vrouwelijk plein
Zijn kunst in de openbare ruimte spreekt duidelijk veel mensen aan. In 2001 wist de gemeente Sint-Lievens-Houtem de dorpsgemeenschap zodanig te mobiliseren en te enthousiasmeren dat ze het beeld De zoekende man, dat Philip Van Isacker voor de jaarlijkse wedstrijd Thuis voor een beeld van de Provincie Oost-Vlaanderen en Radio 2 had ontworpen, konden in de wacht slepen. Het prijkt nu prominent voor het gemeentelijk cultuurcentrum. Het is een mannelijk torso met drie benen. Een intrigerend werk dat de mensen weet aan te spreken, dat ze eigenlijk kunnen verstaan zonder zwaarwichtige uitleg, waar ze een eigen invulling kunnen aan geven, een invulling die niet gespeend is van levenswijsheid of humor. Het bewijst eens te meer dat het publiek niet mag onderschat worden.
En de opdrachten voor werk in de openbare ruimte houden niet op. Ook de gemeente Zottegem deed een beroep op de kunstenaar en vroeg naar een ontwerp, niet alleen voor een beeld, maar voor een heel plein aan het nieuw administratief centrum van de stad. Het vertrouwen in de kunde van de kunstenaar, ooit enkele jaren als docent verbonden aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Gentse universiteit en nu docent beeldhouwkunst aan Sint-Lukas Gent, is groot. Hij stelt in zijn ontwerp voor om het door een uitbouw in feite in twee delen opgedeelde plein tot twee duidelijk onderscheiden pleinen uit te bouwen. Het ene plein wordt een mannelijk, het andere een vrouwelijk plein. Op beide pleinen komt een beeld: een man en een vrouw. De man, schetsmatig en schrijdend, staat op een hoge sokkel, de vrouw in een meer statische houding, minder geabstraheerd, concreter, dichterbij, op een lagere sokkel. Een vloeiende bomenrij op het vrouwelijke plein zorgt voor intimiteit, één boom op het mannelijke. Het ontwerp ziet er goed uit. De beelden zetten de tijdslijn verder. De man als de Griekse kouros, de beelden van Rodin en Giacometti, de vrouw ook geheel binnen de klassieke traditie. "Beeldhouwkunst moet het doen met een heel geconcentreerde betekenis," stelt hij, vandaar het archetypische dat in de beeldhouwkunst sterk naar voren komt.
Wellicht in september wordt te Waarschoot een sculpturale installatie van Van Isacker ingehuldigd om er de figuur van Basiel De Craene, priester-dichter, te huldigen. De installatie kadert in een permanente beeldenroute die in het Meetjesland tot stand wordt gebracht.
Het is uitkijken naar een individuele tentoonstelling van deze kunstenaar, lange tijd verbonden aan de nu gewezen galerie Richard Foncke. Ondertussen kan de liefhebber terecht in de publieke ruimte wanneer hij maar wil. En ik onthoud hierbij nog een uitspraak die beklijft: "Kunst is geen persoonlijke taal, maar een taal gemaakt door generaties." Iets om over na te denken in het Ik-tijdperk, of niet soms?
Praktische informatie
Werken van Philip Van lsacker in de publieke ruimte:
- Heist, Polderstraat
- Sint-Jan, Eeklo, domein Pschiatrisch Ziekenhuis
- Genk, Begraafplaats
- Sint -Lievens-Houtem, CC De Fabriek
- Sint-Lievens-Esse, oude kloosterschool
- Mechelen, Vrijbroekpark (Rozentuin)
- Antwerpen, Voetgangerstunnel
- Waarschoot Kerk (vanaf september 2007)