De tentoonstelling Dames met Klasse. Margareta van York en Margareta van Oostenrijk in de voormalige brouwerij Lamot is het hoogtepunt van Mechelen 2005, stad in vrouwenhanden. Curator Joris Capenberghs doet het verhaal achter en vóór de tentoonstelling.
In beeld: Joris Capenberghs, curator van Dames met Klasse
Welkom in een vreemde en herkenbare wereld
Vrouw zijn toen, wat betekende dat?
Joris Capenberghs is kunsthistoricus en antropoloog en doceert de opleiding Cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen. Hij specialiseerde zich in de socio-semantiek van materiële cultuur en (stedelijke) ruimte en in de artistieke expressie van schriftloze volkeren. Hij werkt in binnen- en buitenland als adviseur, onderzoeker, museoloog en publicist. Toen Joris Capenberghs in juni 2004 van start ging als curator van Dames met Klasse zat hij meteen met een dilemma opgezadeld: brengt de tentoonstelling een historisch of een kunsthistorisch verhaal? Al snel voelde hij aan dat hij geen van beide pistes zou bewandelen.
Joris Capenberghs: "We kozen voor een cultuurhistorische benadering en voor een eigentijds verhaal. Want Margareta van York en Margareta van Oostenrijk zijn ook vandaag bijzonder interessant. Het uitgangspunt werd dan: vrouw zijn toen, wat betekende dat? Daarop volgde een hele batterij vragen. Wat bezielde deze twee dames? Hoe uitten ze gevoelens als liefde, geluk en verdriet? Op welke manier gingen ze om met rolmodellen, vrouwbeelden en hun lot als weduwe? Welke rol speelden traditie, religie, kennis en kunst in hun leven? Hoe hielden ze zich in stand in het door mannen gedomineerde internationale machtsspel?
Zo gingen we in gesprek met het wetenschappelijk comité, de tentoonstellingsarchitecten en het team van Mechelen 2005. Het was een permanente dialoog die de ideeën uitpuurde en het parcours verfijnde. Dames met Klasse kreeg twee delen. Het eerste stelt de innerlijke wereld aanwezig: wie waren deze twee Margareta's eigenlijk? Het tweede deel brengt objecten terug thuis in Mechelen en laat hen spreken. Hier heb ik mijn interesse voor het sociale leven van 'dingen' laten meespelen."
Van Eyck en de Azteken
Met het zoeken naar die objecten was het wetenschappelijk comité al druk bezig toen Joris Capenberghs als curator aan de slag ging. De coördinatie van het comité berust bij Dagmar Eichenberger, een gerenommeerde kunsthistorica, gespecialiseerd in de renaissance. In 2002 publiceerde ze het opgemerkte boek Leben mit Kunst. Wirken durch Kunst. Sammelwesen und Hofkunst unter Maria von Österreich, Regentin der Niederlande.
Zijn er veel kunstwerken en voorwerpen uit het verlanglijstje gesneuveld? Curator Joris Capenberghs: "Een aantal topstukken uit het buitenland is om budgettaire redenen geschrapt. Dat is achteraf eerder een zegen gebleken. Het heeft onze ogen geopend voor minder bekende maar bijzonder waardevolle werken in de Vlaamse musea, zoals het Erasmushuis, de Azteekse collectie van het Etnografisch Museum of de Juan de Flandes van het Museum Mayer van den Bergh. Zelf heb ik een aantal objecten toegevoegd die je kan catalogeren onder 'wonderen van de nieuw ontdekte wereld'. De tijd van Margareta van Oostenrijk was het begin van de rariteitenkabinetten. Op de tentoonstelling zijn ze dus terug samen: de laat middeleeuwse Van Eyck, het manuscript en het eerste gedrukte boek, het Azteekse masker en het West-Afrikaanse zoutvat. Het illustreert hoe de dames met klasse leefden op het snijvlak van Middeleeuwen en renaissance, van de oude en de nieuwe werelden."
Joris Capenberghs benadrukt dat het wetenschappelijk comité, dat vooral uit kunsthistorici is samengesteld, zich enthousiast in het cultuurhistorisch verhaal heeft ingeschreven. Hij geeft enkele voorbeelden die de kruisbestuiving illustreren. "Ooit bezat Margareta van Oostenrijk het Sforza-getijdenboek met miniaturen van Gerard Horenbout. Het is het allerlaatste hoogtepunt van de miniatuurkunst en mocht niet ontbreken op de tentoonstelling. Van de Londense British Library mochten we slechts één vel uitkiezen. Ik had er twee geselecteerd die in aanmerking kwamen. De uiteindelijke keuze nam het wetenschappelijk comité. Ze hebben niet alleen op inhoud beoordeeld maar hebben ook geopteerd voor de visueel aantrekkelijkste miniatuur.
Op een ander moment meldde ik dat ik op zoek was naar documenten die iets vertellen over de vrouw ten tijde van Margareta van York. Een van de leden van het wetenschappelijk team kwam op de proppen met een stuk uit het 'kattenbellenarchief' van Mechelen. Dat zijn documenten die niet de officiële status hebben van bijvoorbeeld oorkonden. Het betreft een eigenhandig ondertekende brief van Margareta van York aan de schepenen van Mechelen, geschreven op 15 december 1477. Ze klaagt er over dat er maar weinig gedaan is om een man te arresteren die een dame had geschaakt. Maragreta steekt haar nek uit voor een vrouw en tussen de regels lees je dat ze de schepenen beschuldigt van corruptie. Een eigentijds verhaal toch?
Een ander mooi voorbeeld is een diptiek geschilderd op het einde van de vijftiende eeuw. Het ene paneel is het portret van Margareta van Oostenrijk, het andere is dat van Filips de Schone. Beiden zijn op de panelen omringd door wapenschilden die de hoge afkomst aantonen. Het is duidelijk dat het politieke portretten zijn, bedoeld om een huwelijk voor de twee kinderen te arrangeren. Ook hier gingen we verder dan een louter kunsthistorisch discours en vertellen we het sociale leven van de panelen."
Vormgeefsters met klasse
De vormgeving van Dames met Klasse is in handen van Zaha Hadid in samenwerking met Caroline Voet. Zaha Hadid, geboren in Bagdad, is een Britse architect met wereldfaam. Recent haalde ze het nieuws met haar plannen voor een BMW-fabriek in Leipzig. Hadid won als eerste vrouw de prestigieuze Pritzker Architecture Prize. Eerder gaf ze in ons land vorm aan de tentoonstelling Borderline (2000) in het Paleis voor Schone Kunsten. De maquette van Zaha Hadid voor het casino van Knokke-Heist is nog tot 6 november 2005 tentoongesteld in CC Scharpoord. Dat Zaha Hadid meewerkt aan Dames met Klasse zegt veel over de inhoudelijke kwaliteiten van het project.
Joris Capenberghs: "Ik ben een vijftal keer naar Londen geweest. De dagdagelijkse dialoog gebeurt met Caroline Voet, die vroeger gedurende twee jaar in de Britse hoofdstad voor Hadid heeft gewerkt. Al zijn de twee dames architect, ik spreek in dit geval niet graag over tentoonstellingsarchitectuur. Het is veeleer scenografie. Wat ze doen is veel meer dan de toch wel moeilijke Lamot-site, die nog niets bewezen heeft, vullen met vitrines en panelen. In samenspraak met Zaha Hadid en Caroline Voet zijn vier criteria voor de scenografie opgesteld: het ritme van toen (het woord 'schrijden' vat dat goed samen), het licht (dag en nacht, binnen en buiten), de textuur, de schaal van die tijd (alles was klein, heel klein).
De uiteindelijke verhaallijn van de tentoonstelling is in voortdurende wisselwerking gegroeid. Aanvankelijke pistes werden verlaten, nieuwe werden uitgezet. Het is zoals het plannen van een wandeling in een gebied waar je nog nooit geweest bent. Je moet het einddoel voor ogen houden maar niet rigoureus vasthouden aan één tracé."
De derde protagonist
Door de naam van de twee Margareta's in de titel zou je bijna vergeten dat in de tentoonstelling nog een derde protagonist met beginletter M meespeelt: Mechelen. Joris Capenberghs: "De stad is ook vrouwelijk. En Mechelen heeft nog wat te bieden uit die tijd: het Hof van Margareta van Oostenrijk, de Sint-Romboutskathedraal. Mechelen komt aan bod in thema's zoals geld, ambachten en luxe, emoties, religie en stedenbouw. Kleine dingetjes uit de stad omringen we met stukken uit het buitenland. Zo is er een Mechels waterkannetje waarop de eigenaar in het Arabisch zijn naam liet graveren. Het blijkt dat het van Mechelen op een Venetiaans schip naar Damascus is vervoerd. In de tentoonstelling staat het naast een kannetje dat van Egypte of India naar Mechelen reisde. Het is zeker niet spectaculair maar het zegt veel over de uitwisseling van objecten en ideeën tussen Oost en West, toen en nu."
Toen de dieren spraken
Joris Capenberghs noemt zichzelf een 'publiekscurator'. "Ik wil niet de slimmerik van de objecten zijn. Ik wil een complex verhaal toegankelijk maken. Vandaar de keuze voor audiogidsen. Lezen en kijken gaan niet samen, luisteren en kijken wel."
"Objecten moeten aanspreken, voor zich spreken," zegt de curator nog. "De boodschappers van de tentoonstelling zijn vooral dieren en in hoofdzaak vogels. In alle tijden, die van de Margareta's zoals de onze, zitten de verhalen vol dieren omdat ze een hoge symboolwaarde hebben zonder ingewikkeld te zijn. Dames met Klasse opent met een meisje en een dode vogel. Van daaruit zie je de portretten van Margareta van York en Margareta van Oostenrijk. Je mag je bezoek beginnen bij de ene of bij de andere. Altijd stap je een wereld binnen die tegelijk vreemd is en herkenbaar."
Praktische informatie
DAMES MET KLASSE: MARGARETA van YORK en MARGARETA van OOSTENRIJK, 2005. Lamot Mechelen