Patrick Merckaert

Het was ergens in 1991 toen ik door een groep Vlaamse en Franse kunstenaars uitgenodigd werd om hun tentoonstelling in de Saint-Ouen, een schitterende gotische abdijkerk in Rouen, te gaan bekijken.

Twee werken hebben bij mij een onlosmakelijke indruk nagelaten. Het ene was een uitgepuurde en fragiele constructie van wilgentakken van Jean-Georges Massart, gewoon subliem in zijn eenvoud en zo juist geplaatst in een zijkapel. Het andere werk was van Patrick Merckaert, het heeft mij hevig ontroerd. Zijn 'Deposition' speelde zo exact in op de hemelgerichte gewelven en de sublieme architectuur van het kerkgebouw. Het beeld was de foto van een man, het hoofd ten hemel geheven en vanuit kikvorsperspectief gezien, een beeld van exaltatie en overgave, een beeld dat doet denken aan mystici als Johannes van het Kruis en aan schilders als El Greco. Het was een ervaringsmoment dat ik niet licht vergeet en ik blijf er de kunstenaar dankbaar voor. Ongetwijfeld heeft ook het moment meegespeeld, het licht van die dag was zo wonderlijk mooi, Saenredam zou het zo hebben vastgelegd.  Eigenlijk haal ik hier drie elementen aan die voor Merckaert van wezenlijk belang zijn: architectuur, beeld en licht. Later komt daar ook nog het woord bij. 

Patrick Merckaert

Eind de jaren '70 tot halverwege de jaren '80 was Patrick Merckaert vooral bezig met fotografie. Hij maakte beelden in verlaten fabriekspanden, had veel oog voor het architectonisch detail, voor de materie en de tastbare weergave ervan in zijn abstraherende foto's.  Zijn werk presenteerde hij als drieluiken of polyptieken, ze refereerden naar een werkelijkheid maar waren er ook een abstractie van. "Foto's zijn meer dan een zuiver verslag van de realiteit", zegt hij.  Hij maakt foto's van tv-beelden en sprokkelt op die manier een persoonlijk foto-archief samen met voornamelijk beelden van vrouwen en mannen, van lichamen en gezichten. Die beelden zijn nooit perfect, maar ze hebben wel iets extra: het raster, de onscherpte. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de monumentale, haarscherpe en niets verhullende portretten van Thomas Ruff, hebben de foto's van Merckaert steeds een mysterieuze kant, ze houden altijd vragen in. Ze zijn soms beladen met erotiek, soms zeer neutraal, soms spiegelen ze sterke emoties af, tot en met agonie. Het raadselachtige blijft. Het zijn ook nooit portretten in de echte zin van het woord, het zijn beelden van naamloze mannen en vrouwen van wie je soms niet eens ziet óf het wel mannen/vrouwen zijn.

De foto's van deze kunstenaar zijn bijna nooit een autonoom kunstwerk, ze horen thuis in een ruimte, ze worden zelfs meestal voor die ruimte gecreëerd. Merckaert herschept de ruimte, hij accentueert en leidt uw blik, hij laat u de ruimte - ook al zou je die door en door kennen - opnieuw beleven en ontdekken. Ik ondervond toen ik een tijd geleden terug de Saint-Ouen bezocht, hoe het werk van Merckaert zo'n sterke aanwezigheid in die ruimte was geweest, dat ik het - ondanks de schitterende architectuur ­ eigenlijk een beetje miste. De installaties ­ Patrikc Merckaert noemt ze liever integraties - grijpen over het algemeen sterk in op de architectuur zonder die architectuur geweld aan te doen. Hij geeft die architectuur, die ruimte een vernieuwde betekenis, hij belaadt ze met geschiedenis, met drama, met betekenis. 

Patrick Merckaert

Hier is iets gebeurd, hier gebeurt iets, hier gaat iets gebeuren. De bezoeker is ongewild participant wan neer hij of zij de ruimte betreedt. 

Ruimte kan totaal verschillen al naargelang het licht. Soms verduistert de kunstenaar de ruimte om er met black light de foto of foto's uit te lichten. De beelden krijgen daardoor een dimensie meer, ze lichten op als het tv-scherm waar ze ooit figureerden, ze zijn ook minder tastbaar, ze worden bijna virtueel. In andere gevallen wordt het licht gefilterd, zo ontstaat een gekleurde omgeving, wordt net als in het theater een drama opgevoerd dat niet het leven is maar een afspiegeling ervan om ons h et leven beter te doen begrijpen. Steeds is er aandacht voor afwerking en detail, een element dat wellicht niet vreemd is aan een kunstenaar die opgeleid werd als restaurateur. 

In de loop der jaren is ook het woord een belangrijke rol gaan spelen in het werk van Merckaert. In een interview met Thierry Heynen zegt hij zelf: "Ik heb het moeilijk om woorden te gebruiken. Ik probeer woorden te gebruiken die afzonderlijk geen betekenis hebben. Wanneer ik 'ALTIJD' gebruik, kan dit betekenen: 'ik ben altijd ziek' of 'ik ben altijd gezond'. Dus juist het tegenovergestelde. Het zijn bijwoorden die op zich geen bestaan hebben. Alles hangt af van de zin waarin men ze plaatst. Alles hangt af van de betekenis die de bezoeker hen geeft."

Ondertussen is hij al wel verder gegaan dan het gebruik van bijwoorden alleen. In de Campo Santo-kapel in Sint·Amandsberg laat hij vier woorden zien, verspreid over de ruimte: 'we', 'are', 'not' en 'afraid'. 

Ook twee foto's worden getoond: een close-up van een man en een vrouw die vredig bij elkaar liggen en een zwarte man die een blanke man in de armen draagt als een piëta.  Er is ook geluid: aanzwellend lawaai van overvliegende vliegtuigen lijkt het wel. je kan dit werk op zoveel verschillende wijzen gaan interpreteren en beleven en dat maakt juist de sterkte ervan uit. De participerende kracht die ervan uitgaat, voor iemand die zich daarvoor wil openstellen, is ongemeen groot en kan niet anders dan je beroeren. 

Patrick Merckaert

Iemand die zo kan werken met architectuur, die zo kan vertrekken vanuit een gegevenheid, is natuurlijk een gedroomde partner voor een ruimtelijke integratie in een nieuw gebouw. En een opdrachtgever die de kunstenaar al van vóór de aanvang der werken bij het project wil betrekken is niet alleen wijs maar ook echt met kunst begaan. SD Worx was aan uitbreiding toe en kocht een bestaand gebouw uit de jaren '60 om dat te renoveren en uit te breiden. Architect Paul van de Poel liet het fantasieloze, anonieme gebouw ontmantelen en gaf het een gezicht. De Havenbuilding - zoals het nu heet - bepaalt nu mee het beeld van de Brouwersvliet en het Van Schoonbekeplein te Antwerpen. Patrick Merckaert heeft er met zijn integratie een voorbeeld geschapen van hoe het kan. Hij maakte kennis met een structuur ontdaan van alle overbodigheid. Wat hem ter beschikking stond was een skelet. Geen hoge en brede wanden voor monumentaal werk, wel ramen rondom, pijlers en een bescheiden wand in de circulatieruimte met de liften. 

Hij werkte een project uit met drie gelaagdheden, drie bewegingen. Een eerste gelaagdheid is de horizontale beweging. Op elke verdieping bracht hij op een identieke hoogte woorden aan. je kan ze vinden op de ramen en op de pijlers, ze zijn er onopvallend alsof ze er altijd al waren. Het zijn Engelse woorden, ze moeten het internationaal karakter van het werken in een wereldhaven beklemtonen. De woorden zijn niet zomaar woorden, ze hebben een expliciete betekenis. Ze hebben een betekenis an sich maar ook door de context van waaruit ze komen. Het zijn met name allemaal termen uit de frenologie, de pseudowetenschap die in de 19de eeuw grote bloei kende en die bepaalde delen van de hersenen verbond met verschillende cognitieve en emotionele vermogens (wat juist is) en dat zou dan op zijn beurt gevolgen hebben voor de vorm en de omvang van de schedel (wat onjuist is). Nogal wat mensen hebben daar de niet altijd plezierige gevolgen van ondervonden. Het aanbrengen van al die menselijke eigenschappen op ramen en pijlers brengt de menselijke inhoud van het gebouw naar voor. Het zijn de mensen die hier werken die het kapitaal van de firma uitmaken.  De horizontale beweging is opgebouwd rond het mentale, de hersenen. 

Patrick Merckaert

De tweede gelaagdheid noemt Merckaert de interactieve beweging, ze speelt zich af rond het intieme, het hart. Ook hier gaat het om woorden, het zijn woorden neergelegd in een mooi ingebonden boek, te vinden in een met glas afgedekte bergplaats in het bureau van elke werknemer. Hier werd het Nederlands gebruikt, het boek is immers naar de persoon gericht. Elk woord wordt voorafgegaan door 'mijn', het gaat om 'mijn verlangen', 'mijn onthechting', 'mijn harnas'. Het boek kan door de betrokken werknemer steeds uit de bergplaats worden genomen en dienen tot reflectie en bezinning. 

Van elk van de boeken is een duplicaat gemaakt en die zijn verankerd in een glazen zuil die precies wat achteloos tegen een balustrade is gezet in een vide tussen twee verdiepingen.

Tenslotte is er een verticale beweging, een gelaagdheid opgebouwd rond het gezicht, het uiterlijke. Hiervoor gebruikte de kunstenaar een reeks opnamen van een man die diverse gezichtsuitdrukkingen weergeven, hij gaf die een plaats in de ruimte waar de liften zich situeren. De foto's schuiven als het ware per verdieping mee terwijl ook hier een woord steeds op dezelfde hoogte blijft. Het werk dat Patrick Merckaert hier gepresteerd heeft is van een uitzonderlijke klasse, het is nergens opdringerig en overal aanwezig. Hij betekent de ruimte. Hij maakt gebruik van de beperkte mogelijkheden maar weet dat op zo'n performante en creatieve manier te doen dat je er even stil bij wordt. En dat is ongetwijfeld ook zijn bedoeling: het even stil te laten worden, je in de gelegenheid stellen om te reflecteren, om je leven te betekenen. En dat kán, ook in een kantoorgebouw. Daarom is Merckaert zonder twijfel een man van betekenis.

Download hier de pdf

Patrick Merckaert.pdf