Onlangs zette minister Anciaux definitief het licht op groen voor de steun aan het toekomstige Museum aan de Stroom. Niet minder dan € 21 miljoen trekt de Vlaamse regering hiervoor uit. De totale investering voor het nieuwe museum zal uiteindelijk € 52.000.000 (een slordige twee miljard oude Belgische franken) bedragen. Het hele team onder leiding van directeur Carl Depauw slaakte een zucht van verlichting toen het nieuws bekend werd. Sinds 1998 leeft immers de idee om een nieuw stadsmuseum te bouwen. De aanloop was lang maar de eindspurt lijkt nu toch definitief ingezet.

Alles wat de mensen, de dingen en de verhalen van de stad bijeenhoudt

Vlaanderen heeft talloze stadsmusea. In De Museumgids. Vlaanderen & Brussel vind je er tientallen. Elke zichzelf respecterende stad of uit de kluit gewassen dorp heeft wel ergens een ruimte, een 'museum' waar de geschiedenis van de eigen stad een plaats krijgt. Meestal beperken die musea zich tot de eigen bodem. Dikwijls letterlijk met een afdeling archeologie die illustreert wie er vroeger woonde. Een maquette of enkele plannen tonen de evolutie van het vroegere naar het huidige territorium. Een afdeling schone kunsten brengt hulde aan de plaatselijke kunstenaars. Museologisch niet altijd het neusje van de zalm, maar dergelijke musea bevatten dikwijls ongekende pareltjes.

Maquette Museum aan de Stroom: "Het MAS wil zowel het verleden, het heden als de toekomst van Antwerpen vertellen. " 

Maquette Museum aan de Stroom: "Het MAS wil zowel het verleden, het heden als de toekomst van Antwerpen vertellen. " 

De laatste jaren beweegt er veel in het landschap van de stadsmusea. De stad is opnieuw in de mode. Beleidsvoerders investeren in een aangenaam stadscentrum met opnieuw groen en aandacht voor voetgangers en fietsers. De groeiende mobiliteitsproblemen en het quasi volgebouwde platteland zorgen ervoor dat meer mensen opnieuw naar de stad trekken om er te leven, werken en wonen. Met die instroom groeit ook de interesse naar het verleden en de plaats van de stad in de regio, in het land en in Europa. Nieuwe stadsmusea spelen hier op in maar enten zich ook op het nieuwe erfgoedverhaal dat de overheid aanmoedigt hier en elders in Europa en dat ook door de Unesco aangewakkerd wordt. Dit integraal erfgoedverhaal heeft niet alleen oog voor de 'schone kunsten', voor al het materiële erfgoed zoals de toegepaste kunsten maar wil ook het immateriële erfgoed en volkscultuur bij het verhaal betrekken.

Dit betekent dat toekomstige stadsmusea niet alleen meer aandacht hebben voor de topstukken uit hun collectie of zich beperken tot hun kunstenaars maar dat er ook aandacht is voor lokale gebruiken, voor processies, voor het culinaire erfgoed. Kortom voor alles wat de mensen, de dingen en de verhalen van die stad bijeenhoudt. De inwoner staat er dikwijls centraal zoals in de communicatie rond het nieuwe stadsmuseum in Hasselt: stadsmus, maar in vele gevallen ook de toekomst van de stad in al haar functies. Het museumgebouw staat ook niet meer op zich zoals vele negentiende-eeuwse musea voor Schone Kunsten maar maakt deel uit van een groter urbanistisch plan waarbij het museumgebouw als hefboom fungeert voor de ontsluiting van de omliggende wijken.

Het is in deze context dat we de ontwikkelingen van allerlei nieuwe stadsmusea in Vlaanderen moeten zien waarvan het Museum aan de Stroom het meest ambitieuze is. Stadsmusea dragen de kiem in zich voor de evolutie van onze toekomstige musea. De wijze waarop deze nieuwe musea tot stand komen zal bepalend zijn voor de evolutie en definiëring van het begrip museum in de toekomst. Het is niet toevallig dat zowel het MAS als het STAM zich uitdrukkelijk richten tot jongeren en scholen en de omgang met het publiek als uiterst prioritair beschouwen. Ze vinden als het ware hét museum opnieuw uit. Het grootste probleem is hoe stadsmusea een lokaal verhaal vertellen dat toch nog bovenlokaal of zelfs internationaal interesse moet kunnen opwekken.

Uit het stadsweefsel rijzen

Vele buitenlandse steden zoals Parijs, Amsterdam en Londen hebben ook hun stadsmuseum. Meestal zijn het kleine bescheiden musea. Waarom moet Antwerpen zo'n groot museum hebben terwijl er nog twee musea leeg staan: Museum Smidt Van Gelder en het Brouwershuis?

Je kan het toekomstige MAS niet vergelijken met die stadsmusea. Zij zitten dikwijls verscholen in de stad en tussen andere musea. Het MAS zal figuurlijk en letterlijk uit het stadsweefsel rijzen. De aanpak van het MAS zal ook fundamenteel verschillend zijn van de klassieke stadsmusea die meestal een fragmentair verhaal vertellen. Het MAS wil zowel het verleden, het heden als de toekomst van Antwerpen vertellen. Het idee ontstond in 1993 naar aanleiding van de tentoonstelling Het verhaal van een Metropool, toen Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa was. Men besefte toen de nood aan een geïntegreerde en permanente presentatie. Daarenboven bleek uit een analyse van de museale noden en sterktes de uitdrukkelijk wens om te komen tot een stedelijk historisch stadsmuseum. Het is wel een hardnekkig misverstand dat het MAS louter en alleen zou bestaan uit de drie collecties van het Volkskundemuseum, het Scheepvaartmuseum en Vleeshuismuseum.

MAS

Wat zal er dan juist te zien zijn in het MAS?

Het ontwerp van Neutelings-Riedijk telt tien verdiepingen die elk een specifieke functie krijgen. Het onthaal op het gelijkvloers zal een bookshop bevatten en een Mascafé dat ook via het plein voor het museum toegankelijk is. De cafébezoeker zal voelen dat hij tegelijk in een café en in een museum zit. We onderzoeken of we een aantal stukken ook niet in het café kunnen plaatsen op een verantwoorde museologische manier.

Uniek is ook een wandelpromenade en galerij die doorloopt tot op het hoogste niveau. Deze zal ook toegankelijk zijn wanneer het museum gesloten is. De wandelpromenade nodigt uit om de stad panoramisch te ontdekken en moet worden ervaren als een belevingslint. De wandelaar zal enerzijds in het museum kunnen kijken naar een reeks voorwerpen en anderzijds de stad en de stroom al wandelend vanuit de hoogte ontdekken. Vanaf het eerste verdiep starten dan museumboxen waarin telkens een ander verhaal van de stad wordt verteld. Zo is er het verhaal van de groei en ontstaan van de stad. Niet alleen een situering, ruimtelijk, geografisch en in de tijd maar ook hoe de stad zich heeft aangediend voor bezoekers in de loop der eeuwen. Andere verdiepingen presenteren het dagelijks leven van de Antwerpenaars binnenshuis en buitenshuis. Ook het verhaal van de plaats van Antwerpen in de wereld en de wereld in Antwerpen krijgt een aparte verdieping.

Ook Rubens in het MAS?

U bezit nu zo'n 370.000 objecten, of de optelsom van het museum voor Volkskunde, het Nationaal Scheepvaartmuseum, maar zullen buitenlandse bezoekers ook geen andere topstukken verwachten waarmee men Antwerpen associeert zoals schilderijen van Rubens, juwelen in diamant enz...?

Dat is inderdaad een probleem. Er zal een stuk solidariteit moeten ontstaan binnen de Antwerpse musea en een aantal (top)stukken - projectcoördinator Jef Vrelust spreekt zelfs van lijstduwers - zullen eerder hier thuis horen in dit verhaal dan op hun huidige plaats. Voor de bezoeker is het niet relevant wie de getoonde objecten beheert, wel wat en in welke context hij ze te zien krijgt. Men zal het inderdaad moeten aandurven om Rubens zichtbaar te maken in het Museum aan de Stroom, er zilver en mode of een zestiende-eeuws kuras uit het museum Mayer van den Bergh te herbergen of het privilegieboek van de natie van goudsmeden uit 1575 van het stadsarchief... Het heeft ook met een mentaliteit rond de mobiliteit van een collectie te maken. Discussies rond het toekomstig beheer van sommige Antwerpse deelcollecties moeten binnen deze context gebeuren.

We beperken ons ook niet tot het verleden of het heden. Ook de toekomst van Antwerpen moet kunnen centraal staan in het MAS. Utopische ingrepen in de stad zoals van Corbusier of Luc Deleu moeten een plaats krijgen in het MAS. Een verdieping zal in elk geval fungeren als 'open depot'. Met 'open' bedoelen we dat de depotwerking gedeeltelijk zichtbaar en de depot zelf gedeeltelijk toegankelijk zal zijn voor het publiek. De depotbeheerder en registratoren zijn actief in dit voor het publiek zichtbaar gemaakte gebied. De aanpak en uitwerking van dit 'open' depot wil toonaangevend zijn voor Vlaanderen.

Zijn er buitenlandse voorbeelden waaraan u zich kan spiegelen of waar u inspiratie haalt voor het MAS?

Neen, eigenlijk niet. Het zal een nieuw en uniek concept worden. Hier en daar pikken we wel ideeën op. Zo is er in Parijs een enorme beeldbank waar je bij wijze van spreken dag en nacht allerlei beelden en films kan opvragen. Het zit er voortdurend stampvol. Eén van de verdiepingen van het MAS moet een kenniscentrum worden over Antwerpen. Het geheugen van Antwerpen en van het MAS als het ware. We integreren er de bibliotheken van de huidige musea maar ook digitale en audiovisuele info. Een soortgelijke beeldbank zoals in Parijs moet beelden bevatten van de collectiestukken, van de fotoverzamelingen van het MAS, maar ook al het filmmateriaal (fictie en non-fictie) met Antwerpen als decor of dat te maken heeft met Antwerpse geschiedenis. Er komt ook een verdieping waar we grote tentoonstellingen kunnen plaatsen van ons zelf of waar we reizende tentoonstellingen kunnen ontvangen. Dit ontbreekt nu in Antwerpen. In 2008 openen we trouwens met een tentoonstelling over Stadslandschappen en een project in samenwerking met Sint-Petersburg.

Interactie met de stedelijke evolutie

Musea evolueren naar attracties en attracties worden educatiever. Het nieuwe ordewoord in de museumwereld is beleving. Hoe gaat het MAS het belevingsverhaal invullen?

Ons sleutelwoord in de publiekwerking is dialogeren in plaats van declameren. Ik vind dat musea dikwijls teveel met zichzelf bezig zijn en te weinig contact hebben met hun publiek. Binnen onze publiekswerking zal er veel aandacht gaan naar betrokkenheid en de mogelijkheid voor het publiek om feedback te geven.

Hoe ziet u dat dan concreet?

Veel zal afhangen van de opleiding van onze gidsen en van de rol van de educatieve dienst. We mikken absoluut op scholen en op jeugd binnen ons doelgroepenbeleid. We gaan in ons aanbod rekening houden met de eindtermen van de verschillende scholen maar we denken ook aan projecten extra-muros. De werking van het MAS mag zich niet beperken tot het gebouw zelf. Waarom zou een klas metaalbewerking geen bezoek kunnen brengen aan één van de droogdokken om daar zelf te ontdekken hoe die oude schepen worden hersteld?

We gaan ook nauw samenwerken met de erfgoedcel Antwerpen. De interactie met de stedelijke evolutie mag niet uitsluitend intra-muros worden ontwikkeld, maar is een uitgesproken extra-muros gegeven. Een volledige verdieping zal plaats bieden aan de educatieve dienst met ateliers en andere polyvalente ruimten. Maar het Museum aan de Stroom wenst een maximale toegankelijkheid van het gebouw en de boxen te garanderen. Concreet betekent dit dat het museum alle dagen behalve maandagen en feestdagen geopend zou zijn van 10 tot 18 uur terwijl de zone van de wandelpromenade tot 24 uur toegankelijk blijft ondermeer om de toegang tot het restaurant te garanderen. Het Museum en wandelzone zijn in principe gratis, maar de tentoonstellingen zijn betalend.

 Carl Depauw, Er zal solidariteit moeten ontstaan binnen de Antwerpse musea en een aantal stukken zullen eerder in het MAS thuis haren dan op hun huidige plaats.

Links: Carl Depauw @ Saskia Vanderstichele

Midden en rechts: "Er zal solidariteit moeten ontstaan binnen de Antwerpse musea en een aantal stukken zullen eerder in het MAS thuis haren dan op hun huidige plaats. " Uit de collecties van Sint-Andrieskerk en Valkkundemuseum

 

Handenvol geld

Over geld gesproken: u heeft nog € 11 miljoen tekort. Vanaf nu tot 2008 komt dit neer op zo'n € 80.000 per maand te werven. Vanwaar kan dat geld allemaal komen?

Om te beginnen organiseren we binnenkort al een actie rond metalen handjes die je kan kopen voor € 1000 en waar de naam van de gever, zij het een particulier of een organisatie in zal staan. De handjes worden dan tegen de gevel geplaatst. We rekenen op de verkoop van zo'n 3000 handjes of  € 3 miljoen. Iedereen kan ons een 'handje helpen' en we verwachten en hopen ook op respons van de Antwerpenaren zelf die als vereniging of wijkcomité bijvoorbeeld mee engageren. We rekenen verder ondermeer op een drie miljoen sponsoring via bedrijven, een deel komt uit BTW-recuperatie en van de concessies die we geven aan vier paviljoentjes die op het museumplein zullen staan.

Wat met de exploitatiekosten? Vele ambitieuze projecten beten nadien in het zand omdat de exploitatiekosten te hoog opliepen? Tegelijkertijd droomt men van een Red Star Line-project en zullen de kaden ook volledig herbouwd worden. Vissen al die projecten niet in dezelfde vijver?

We gaan een aanvraag indienen voor het statuut van erkend museum bij de Vlaamse Gemeenschap, verder zijn er toelagen van de stad, zijn er opbrengsten van het restaurant, van het café en van de bookshop. Hoewel het beleid hieromtrent nog een beslissing moet nemen, kan ik me voorstellen dat de tentoonstellingen niet gratis zullen zijn, dus dat is ook een bron van inkomsten. Het Museum aan de Stroom is meer dan alleen maar een museum. Het moet een platform zijn en katalysator voor een hele wijk en een stad in groei en ontwikkeling. Er zal een nauwe samenwerking zijn met andere actoren zoals het Stadsarchief in het Sint-Felixpakhuis.

Er is inderdaad nood om het Red Star Line duidelijk en herkenbaar te positioneren tegenover andere gelijkaardige initiatieven die men nationaal en internationaal aantreft. De gebouwen van de Red Star Line werden intussen aangekocht door de stad Antwerpen. Tegelijkertijd werd een contactpersoon aangesteld in de Verenigde Staten om een financieringsprogramma op te starten, in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Het Red Star Line zal vooral een ervaringsplek worden, een herbeleven van een emotioneel nauwelijks te vatten moment in het (vroegere) leven van mensen.

Het MAS heeft internationale ambities, maar er is nooit een vacature uitgeschreven voor uw functie? U ging van het Plantin-Moretusmuseum naar het Rubenshuis en nu naar het MAS. U bent heel mobiel in tegenstelling tot enkele van uw collega's conservators die aan hun stoel lijken vastgegroeid?

In theorie zou een directeur van het toekomstige MAS zelfs een buitenlander kunnen zijn. Men heeft aan mij gevraagd en ik heb een mandaat tot einde 2008. De hoofdopdracht is de hele (inhoudelijke) ontwikkeling en bouw in goede banen te leiden, daarnaast is er een deel veranderingsmanagement. Welke mensen kunnen op welke plaatsten functioneren. Het Rubenshuis is een fantastische leerschool maar van zo'n uitdaging als het MAS kan je als museummens alleen maar dromen. Er wacht ons nog verschrikkelijk veel werk maar we bouwen wel iets unieks.

Biografie

Beknopte biografie Carl Depauw

Carl Depauw (° 1960, Antwerpen) volgde Kunsthumaniora in Antwerpen (1970-78), studeerde daarna Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent (1978-82). In 1983 was hij werkzaam als wetenschappelijk assistent aan het Museum Plantin-Moretus en het Stedelijk Prentenkabinet, waar hij vanaf 1987 verantwoordelijk werd voor de dagelijkse leiding en werking van het Stedelijk Prentenkabinet. In 1998-99 werd hij bij vzw Antwerpen Open, organisator VAN DYCK 1999, aangesteld tot tentoonstellingscommissaris. Sinds 1 januari 2000 is Carl Depauw directeur van het Rubenshuis & Rubenianum. Daar realiseerde hij in een snel en opeenvolgend tempo een aantal tentoonstellingen.

Vanaf 1 september 2004 neemt hij de functie op van directeur van het Museum aan de Stroom: een (stads)museum dat op een dynamische, innoverende en eigentijdse (hedendaagse) manier wil omgaan met steeds groeiende en diverse collecties, een actief publieks-/participatiebeleid voert en stedelijk inzicht genereert. Het museum wil zich profileren door zijn werking, met zijn architectuur en in zijn stedelijke context uitdrukkelijk als een platform waar de stad, de mensen, de stroom en de haven elkaar ontmoeten.

Praktische informatie

VERNIEUWDE STADSMUSEA IN VLAANDEREN

  • AARSCHOT. Het vroegere museum voor Heemkunde en Folklore kreeg een volledig nieuw uitzicht en verhuisde. Het bevindt zich in een 'moederhuis' uit de jaren 1950.
  • STADSMUS in HASSELT. Geopend in 2005. Eigenlijk het volledig vernieuwd stedelijk museum Stellingwerff-Waerdenhof met onder andere ook aandacht voor de processie van Virga Jesse die om de zeven jaar uitgaat.
  • MAS in ANTWERPEN
  • STAM in GENT. Opening voorzien in september 2008. Totale kostprijs: € 12 miljoen. De plek om een culturele verkenningstocht door Gent te starten. Het komt op de Bijlokesite die zich nog meer zal ontwikkelen tot een cultuurhaven aan de oevers van de Leie.

Download hier de pdf

OKV2005.4 Stadsmusea in de steiger.pdf