Een fles wijn, een sneeuwschop, een zin, een urinoir… Ze lijken niet zo bijzonder. Wie had kunnen denken dat ze de start zouden zijn van een artistieke revolutie en het onze blik op kunst volledig zouden veranderen? En voornamelijk, dat deze verandering midden in de Eerste Wereldoorlog startte? Ontdek de nieuwe expo: Hahaha. De Humor van de Kunst.
Deze artistieke revolutie startte in 1917 door een omvergeworpen urinoir. Dit doodgewoon stuk sanitair werd door Marcel Duchamp Fountain genoemd en werd zo uitgeroepen tot een kunstwerk. Hoewel dit als grap bedoeld werd, heeft het een blijvend effect gehad op de kunst. Humor nestelde zich vanaf dan definitief in het koninkrijk der schoonheid, wakkerde de creativiteit aan en het zorgde voor de overgang van moderne naar hedendaagse kunst. Een eeuw later wordt dit nog steeds beschouwd als een belangrijke doorbraak in de kunstgeschiedenis.
Wat zou de kunst van de 20e eeuw zijn geweest zonder die bevrijdende grap, die lichtvoetigheid bracht in een wereld die zichzelf te ernstig nam? De tentoonstelling Hahaha. De Humor van de Kunst, georganiseerd in samenwerking met KANAL-Centre Pompidou: draait rond verschillende thema's: karikaturen, woordspelingen, kunst als speelgoed, hoaxes, parodieën, spot en meesternarren. Tijdens deze expo ontdek je hoe kunstenaars humor omarmen in hun werken en hoe ze zich hebben losgemaakt van de traditie om nieuwe vormen voor te stellen.
Van de Great Zwanz-tentoonstelling (1885) tot het dadaïsme, van de ezel "Lolo" tot Readymades van Marcel Duchamp, van Man Ray tot Marcel Broodthaers, Hahaha neemt humor serieus.