Sporen in het landschap - Vijf eeuwen turfwinning tussen Wuustwezel en Roosendaal
In de streek tussen Wuustwezel en Roosendaal zijn tussen 1250 en 1750 uitgestrekte veengebieden weggegraven om er turf van te maken die uiteindelijk vooral verbrand werd in de steden Brugge, Gent en Antwerpen. Met de turf werden woningen, boerderijen, kloosters verwarmd, er werd bier mee gebrouwen en er werden stenen mee gebakken. De benodigde grote hoeveelheden werden vooral per schip vervoerd. In de streek ten noorden van Wuustwezel zien we nog steeds de kilometerslange turfvaarten waarlangs de turf eerst naar Bergen op Zoom, Roosendaal, Oudenbosch, Leur en zelfs Breda gebracht werd. Daar werd de turf op zeewaardige schepen geladen voor de reis naar de grote steden waar turfdragers het laatste stukje transport verzorgden. In de turfgebieden zelf zijn er nog sporen van de talloze zijvaarten, al is het maar in de vorm van rare knikjes in de weg, boomrijen en kromme sloten. De turfgraverij deed ook enkele dorpen en gehuchten ontstaan. Soms hebben die een duidelijke naam (Nieuwmoer, Vaartkant), soms een minder doorzichtige (Rucphen, Schijf). Ook wonderlijke straatnamen als “Ziel” en “Venetië” gaan terug op de al lang afgesloten turftijd. Deze erfgoedgids vertelt u er de achtergronden van en toont u, in de talrijke fraaie foto’s van Stefan Dewickere, de vensters in het landschap waardoor u er nog een glimp van kunt opvangen.