De humor van deze reeks neigt naar satire. Marc Sleen verwijst voortdurend naar de Belgische of internationale actualiteit. Niet zelden duiken bekende personen (o.a. Camiel Huysmans, Gaston Eyskens,...) op in zijn albums. In het salon, waar zelfs het behangpapier naar de held werd ontworpen, voel je gewoon dat Vlaanderens non-conformistische stripheld niet ver uit de buurt is: een stapel wafels en een fles champagne staan hem al op te wachten.
Maurice Tilleux (1922-78) is niet alleen van belang als tekenaar maar ook als scenarist. Als geboren verteller voorziet hij Robbedoes-tekenaars als Walthéry, Roba en Will, van de nodige stof voor hun verhalen. Als tekenaar is hij de vader van tal van figuren waarvan de overtuigde vrijgezel Cesar en de detective Guus Slim de meest markante striphelden zijn. Vooral in de avonturen van Guus Slim kan het talent van Tillieux zich uitleven. Aan de kroeg van Guus Slim, Vlinder en Kersesteeltje kunnen wij even proeven van de uitzonderlijke sfeerschepping die de verbeeldingswereld van Tillieux kenmerkt.
Een monumentale tekening van een zeeslag brengt hulde aan stripgenie en creatieve duizendpoot Bob de Moor (1925), de rechterhand van Hergé. Een auteur die van alle markten thuis is: historische- en avonturenverhalen, humor en kolder,... Een tekenaar die alle stijlen meester is: realistisch, de klare lijn, karikatuur,... en die bovendien de Vlaamse en Franstalige stijl weet te verzoenen. Zijn onmiskenbaar grafisch talent kan zich pas in de reeks “Cori” ten volle ontplooien.
Bob de Moor brengt ons naar de wereld van Kuifje, niet Hergés held, maar het tweede stripmagazine dat ons land rijk is. Ontstaan in 1946 rond Hergé, Jacobs, Laudy en Cuvelier trekt Kuifje al gauw nieuw talent aan. Vandersteen, Martin, Weinberg, Reding, Craenhals, Attanasio, Vance,... vervoegen de “Drie Musketiers” om een publiek van 7 tot 77 jaar te boeien met de vruchten van hun creativiteit.
Met fotokopieën, kijkkastjes en korte teksten komt het werk van de diverse auteurs aan bod. Ook de rol van een scenarioschrijver als Greg wordt toegelicht. Prettig is de vitrine met vroege merchandisingprodukten zoals kaarten van de Melkbrigade, poppetjes, kaartspelen... Maar het pronkstuk in de wereld van Kuifje is de glazen fries. Een tijdband waarop zowat alle helden uit Kuifje staan afgebeeld: Blake en Mortimer, Lambik, Kwik en Flupke, Barelli, Rik Ringers, Chick Bill, Dan Cooper, Ton en Tinneke, Michel Vaillant, Bruno Brazil en vele anderen.
Guust Flater werd in 1957 door André Franquin (1924) geschapen om de redactionele pagina’s van Robbedoes te sieren. Al gauw gaat het jongste kantoorhulpje van uitgeverij Dupuis een eigen leven leiden. Flater overschaduwt in populariteit zelfs de door Franquin, van Jijé overgenomen Robbedoes-reeks. Maar “Het Uitstalraam van de Verbeelding” mist het ware chaotische wereldje van Guust Flater: de bizarre uitvindingen, juffrouw Jannie, Pruimpit, Krasser, Meneer de Mesmaeker, Joost-van-Smith-aan-de-overkant én het onovertroffen taalgebruik zoals “Nou Moe”, “Grretvrrdrrie”,...
In een donkere tunnel is het daarna “zwartkijken” geblazen. Tegen een zwarte wand hangen “ZWARTE tekeningen, ZWARTE letters, ZWARTE mannetjes, ZWARTE dieren, ZWARTE machines, ZWARTE monsters, ZWARTE humor, instortingen, geschreeuw,...”. Zwartkijken is het resultaat van de combinatie van de uitzonderlijke verbeelding en het rijke tekentalent van Franquin. Het is een absoluut unicum en hoogtepunt in de geschiedenis van het beeldverhaal.