Als de Nederlanden zich weer zouden verenigen, dan ligt Turnhout centraal, zoals in de tijd toen de hertogen van Brabant hier hun jachtcentrum hadden. Toch dankt de streek haar bijzondere geschiedenis ook aan haar perifere ligging. Dat komt u te weten in Hotel Taxandria.
Een hotel aan het eind van de wereld - Hotel Taxandria
Torenperspectief
In een van de oudste burgerhuizen van Turnhout, het Huis metten thoren, is Hotel Taxandria ingericht. Het hotel herinnert aan het gastenhuis dat hier was voor het gevolg van de edellieden die op het jachtslot van de hertogen van Brabant verbleven. In het kasteel bevindt zich nu nog de rechtbank van eerste aanleg. Taxandria is de oude Romeinse naam voor het gebied. In Hotel Taxandria kunt u verhalen van verschillende hotelbewoners beluisteren. Wij mochten met hotelmeester Karl Van den Broeck meelopen. Hij richtte het Taxandriamuseum in 2012 al eens opnieuw in naar aanleiding van Turnhout, Culturele Hoofdstad. De tijdelijke expo Turnhout Terminus Turnhout Centraal, een samenwerking met Frederik De Preester van ‘Handelsreizigers in ideeën’ en scenograaf Koen Bovée, stelde toen het cliché over de desolate Kempen bij. Mythes en feiten vormden een fraai weefsel dat nog na te lezen is in de gelijknamige publicatie en in de Strip van Lectrr en Charel Cambré.
Het Taxandriamuseum werd daarna een hotel met wisselende gasten en vandaag zijn dat onder meer een torenwachter, een internaatstudente en een edelhert. In de kamer van de torenwachter, die de avondklok moest luiden bij ontij, is te zien hoe de stad in de loop der eeuwen onder de voet werd gelopen. Een naïeve voorstelling à la plume van de Slag bij Turnhout in 1789 is die van een ooggetuige. Het Oostenrijkse leger wordt in het stadscentrum bekogeld door de lokale bevolking, terwijl de Brabantse patriotten zich achter de kerkhofmuur van de Sint-Pieterskerk verschansen.
Tram 41
(Turnhoutse Route Archief en Museum) is de verzamelnaam voor het Taxandriamuseum, het Begijnhofmuseum, het Nationaal Museum van de Speelkaart en het Stadsarchief. De naam verwijst naar de tramlijn die vanaf 1866 Turnhout ontsloot door de stad met Antwerpen te verbinden.
Ook het Speelkaartenmuseum staat niet los van het toevluchtsoord dat Turnhout bood. Eind achttiende eeuw ontvluchtte drukker Pieter Corbeels Leuven wegens zijn verzet tegen de Franse bezetter, om in de afgelegen Kempen zijn activiteiten voort te zetten. Wanneer hij het toch met zijn leven moest bekopen, ging zijn zeventienjarige leerjongen Philippe Jacques Brepols onder zijn naam eerst nieuwe covers voor boeken en vanaf 1826 speelkaarten drukken. Vandaag maakt Cartamundi nog steeds speelkaarten voor de internationale markt.
In de kamer van de internaatstudente komen we te weten dat hier veel studenten, soldaten en gevangenen tussen vier muren doorbrachten, hoewel Turnhout zelf nooit stadsmuren heeft gekend. Door de wet op de landloperij werden vanaf 1866 marginalen naar deze uithoek van het land gestuurd. Ze bewerkten er het land in de kolonies van Wortel en Merksplas. Voor werkonwillige bedelaars wachtte de gevangenis van Merksplas. De geïsoleerde ligging trok ook gevaarlijke industrieën aan. Als reactie hierop legden schilders, de pleinairisten, de bedreigde natuur vast en verschillende van hun doeken hangen hier. Jacob Smits voerde de schilderschool van Mol aan, de grootste van België. Dankzij de Lieremanschilders raakte De Liereman als een van de eerste natuurgebieden in België beschermd.
Kanttekeningen
Walter Van den Broeck leende zijn stem aan het edelhert Hendrik Wiske van He(e)rtum dat zijn laatste momenten op Kempense bodem beleeft. In 2004 streed het comité Red het Hert om het hert in het stadslogo te behouden. Op het oudst bewaarde stadszegel uit 1259 is het wapenschild te zien met een vluchtend hert, een bloedhond en een jager die de hoorn blaast.
In een andere kamer horen we de vrouwen van Turnhout kibbelen. Het zijn Maria van Hongarije (1505-1558), Maria van Zimmeren (1347-1399) en Amalia van Solms (1602-1675) die elk op hun beurt het kasteel naar hun hand zetten. Op de zolderkamer krijgen de Turnhoutse kantwerksters een stem. Tot de eerste helft van de twintigste eeuw bogen zich hier nog 2.000 vrouwen en meisjes boven het kantkussen. Meer en meer wordt gedacht dat er naast Brugse kant ook Turnhoutse kant bestond met typische slingerende bloementakken en jachttaferelen. Ook de figuur van Fanny Diercxsens (1882-1953) wordt gerehabiliteerd. Zij kwam op voor betere werkomstandigheden en richtte mee de eerste modelkantschool op. In het Taxandriamuseum worden vandaag nog steeds kantopleidingen gegeven.
Loer
Ook de onalledaagse voorwerpen kunnen als leidraad voor een museumbezoek dienen. Een mobiele altaarsteen werd gebruikt voor de clandestiene misvieringen in de begintijd van de Franse overheersing. Op de vertelzolder, met een groot bed om klasjes te ontvangen, staan nog de klompen van Klein Pierke die we kennen van de uitdrukking God en Klein Pierke. Petrus Van Gorp of de Reus van Turnhout (1809-1842) had een gestalte van 2,18m en schoenmaat 60 en werd als attractie ingezet op kermissen in binnen- en buitenland.
Een deur uit de zeventiende eeuw met jachttaferelen is afkomstig van het oude stadhuis van Turnhout, waar twee jachtrechtbanken waren ingericht. Vanaf de veertiende eeuw was dat het Valkenhof voor alle disputen in verband met de jacht met valken op vliegend wild, of ‘veer op veer’, en vanaf 1410 het Consistorie van den Hoorn voor de jacht met honden of ‘haar op haar’. Tussen de opgezette valken is er ook een valse vogel, een loer, waaraan een stuk lokaas werd gebonden. Om de conditie van de valk te trainen, werd de loer op het juiste moment weggedraaid. De hartsvanger is het zwaard waarmee de genadestoot werd gegeven, en een olieverfschilderijtje waarop ‘Dit jaer gevangen haezen’ werden genoteerd, illustreert het lef van de stropers, want het hing op in een café tegenover de rechtbank. Het zestiende-eeuws gepolychromeerd beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten komt uit de bonte verzameling van kanunnik Jozef Evermodus Jansen. De kanunnik zag er in Beuzet (Namen) kinderen mee spelen en gaf hen een moderne speelgoedpop in de plaats. Draaide hij ze een loer?
Praktische informatie
Taxandriamuseum: Open: dinsdag t.e.m. zaterdag van 14 tot 17 uur, zondag van 11 tot 17 uur. Gesloten: maandag - Begijnenstraat 28, 2300 Turnhout - T. 014 43 63 35