Reeds eerder werd u gezegd dat Pieter Bruegel de Oude, de grootste Vlaamse zestiende-eeuwse schilder, waarschijnlijk tussen 1525 en 1530 geboren is. Reeds vroeg was hij te Antwerpen, want men weet dat hij er in de leer ging bij de bekende schilder, wandtapijtenontwerper en schrijver Pieter Coecke van Aelst, wiens dochter hij later, in 1563, zou huwen. In 1552, één jaar nadat hij meester was geworden, vertrok hij naar Italië, door Frankrijk, over de Alpen ; hij verbleef te Rome en bezocht zelfs de Straat van Messina. In 1554 was hij opnieuw te Antwerpen, waar hij in nauw contact trad met de schilder, graveur en zeer actieve prentenhandelaar Hiëronymus Cock. Deze zou talrijke etsen en burijngravures naar zijn tekeningen maken en laten uitvoeren door de beste graveurs van zijn tijd, om ze te koop te bieden in zijn prentenhandel met het veelzeggende uithangbord 'In de Vier Winden'. Na 1563 vestigde Bruegel zich in de buurt van de Hoogstraat te Brussel waar zijn twee zoons Pieter en Jan die later ook beroemde schilders zouden worden, werden geboren. Hij overleed er in 1569 en werd in de Kapellekerk begraven.
De oudste bekende schilderijen van Pieter Bruegel zijn in 1559 gedateerd, maar zijn bedrijvigheid als kunstenaar is reeds van vroeger bekend dank zij zijn tekeningen : de oudste dateert immers uit 1552 en ontstond tijdens zijn reis naar Italië. Dergelijke Alpentekeningen dienden tot uitgangspunt voor de grote landschappen die door Hiëronymus Cock werden uitgegeven en waarschijnlijk ook werden geëtst, Bruegel had echter deze Alpengezichten niet getekend met het doel er prenten naar te laten maken. Dat is daarentegen wel het geval met een reeks van composities die de graveurs rechtstreeks tot model dienden en daarom ook tot in de minste details zijn uitgetekend. Tot deze groep behoort de serie der Zeven Ondeugden (1556-1557) en die der Zeven Deugden (1559-1560), waaronder onze Justitia-tekening. Daarnaast ontstond de zeer belangrijke reeks der tekeningen 'naer het leven' : dit zijn studies naar het levend model geschetst, waarin Bruegel getrouw vastlegt hetgeen hij voor zich ziet, maar die niet zijn gemaakt met het oog op bepaalde composities. Zulk een tekening berust bij voorbeeld in het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België, waar ook de Justitia-tekening is bewaard.