Oorlog en migratie zijn ingrijpende ervaringen. Hoe beleef je die als kind? Olivia Hernaïz vertrekt vanuit haar familiegeschiedenis en geeft kinderen een stem. Haar tentoonstelling Silencio in ISELP toont hoe verdriet en gemis generaties vormen, maar ook flexibel maken. We passen ons aan, maken er het beste van en vinden steun bij elkaar.
De kinderstemmen van Olivia Hernaïz
Olivia Hernaïz is geboeid door hoe we de maatschappij organiseren. Politiek, recht en uitwisselingsmechanismen, zoals taal en geld, zorgen voor afspraken en comfort om samen te leven. Hernaïz bevraagt die systemen. Ze studeerde aanvankelijk af als advocaat maar voltooide ook een opleiding als kunstenaar en behaalt haar laureaat aan het HISK. Kunst biedt voor haar meer mogelijkheden om een dialoog op te starten over maatschappelijke structuren. In 2016 begon Hernaïz aan een onderzoek naar oorlog, migratie en de verspreiding van gezinnen. Ze vertrok vanuit haar eigen familiegeschiedenis in Spanje, waar generaal Franco in 1936 een staatsgreep pleegde. Franco maakte een einde aan de democratisch verkozen Spaanse Tweede Republiek. De burgeroorlog eindigde in 1939 met zijn overwinning. Franco stond voor een autoritair, nationalistisch regime. Pas na zijn dood in 1975 kwam daar een einde aan.
In 1937 migreerden ongeveer 32.000 kinderen vanuit Spanje naar andere Europese landen om ze te beschermen tegen het regime en de burgeroorlog. Purificación, de grootmoeder van Hernaïz, was dertien jaar en moest naar een pleeggezin in België. Haar broers Arturo en Pablo werden naar de Sovjet-Unie gestuurd. Een andere broer bleef in Spanje. Hernaïz onderzoekt met haar werk de impact van zo’n politieke en sociale gebeurtenissen. Wat is de relatie van mensen tot hun geboorteland en wie zijn ze in het land waarnaar ze migreren? Haar familieleden behoren intussen tot de derde generatie. Toch blijft de Spaanse taal en cultuur een deel van hun identiteit.
Eeuwige jeugd
In 2021 belichtte Hernaïz met de tentoonstelling La Eterna Juventud in Mu.ZEE het leven van migranten in de Sovjet-Unie. Daar was het de droom om die eternal niños, de eeuwige kinderen, later in Spanje een nieuwe natie te laten oprichten. De opvoeding besteedde aandacht aan de Spaanse cultuur en taal. Door de tweede wereldoorlog konden de kinderen pas in 1956 naar Spanje terugkeren. Ze waren intussen volwassen en wilden dat vaak niet meer. Dat was ook het geval bij Arturo en Pablo. Hernaïz bracht drie zomers bij haar familie in Rusland door en bezocht daar voormalige adoptiehuizen waar migranten opgroeiden. In haar film La Eterna Juventud leer je meer over de verblijfomstandigheden, het aanleren van een nieuwe taal, de aanpassing aan een andere cultuur, het behoud van tradities, vriendschap en solidariteit. Die persoonlijke verhalen resoneren op een universeel niveau door.
In Silencio herenigt Hernaïz de vier takken van haar familie. Die bevinden zich intussen in Spanje, Rusland, Oekraïne en België. Silencio is afkomstig van het gelijknamige lied van de Argentijnse tangozanger Carlos Gardel. “Mijn grootmoeder zong dit liedje met een heksenstem wanneer ze mijn broer, mijn zus en ik aan school ophaalde. Ze joeg ons graag schrik aan. Was dat de angst van de oorlog die ze bij ons overbracht? Ik vroeg mijn tante die tot de Spaanse tak van mijn familie behoort om aan het lied enkele passages toe te voegen over de ballingschap van Spaanse kinderen in Rusland, Frankrijk en België. De muzikanten Luisa en Cuco Pérez liet ik het lied herwerken. Ik leerde hen kennen door hun album Allez, Allez. Ze brengen liederen die door Spaanse vluchtelingen in Franse kampen gezongen werden na de retirada, de massale uittocht na de overwinning van Franco.”
Het lied speelt door een radio op een nachtkastje naast een reusachtig bed. Het is gedekt met een deken in patchwork. We zien geborduurde voorwerpen, zinnen in verschillende talen en de kleuren paars, geel en rood. “Ik wilde de slaapkamer van mijn grootmoeder nabootsen”, vertelt Hernaïz. “Ze paste vaak op haar kleinkinderen en in onze herinnering brachten we veel tijd in haar bed door. De kleuren herinneren aan de vlag van de Spaanse Tweede Republiek, de objecten en teksten aan mijn grootmoeder. Ik vroeg haar kleinkinderen specifiek naar herinneringen uit hun kindertijd. Het bed is een ontmoeting tussen culturen, familieleden en een verwijzing naar Franco die in zijn bed stierf en nooit veroordeeld werd.”
Stilte
“Mijn grootmoeder had slechte ogen en werd blind. Naast zich had ze een radio om muziek of romans te beluisteren. Zo doorbreek ik ook de stilte van de tentoonstellingsruimte.” Stilte is een krachtig symbool. Hernaïz wijst daarmee op onuitgesproken trauma’s en verhalen die verloren gaan of te pijnlijk zijn om te verwoorden. Stilte die generatielang kan doorwerken. Stilte als een vorm van verzet door herinneringen te koesteren, zoals de bedsprei met herinneringen aan haar grootmoeder. Haar werk roept eerbied op voor de complexiteit van herinneringen en de pijn van verlies. De grootte van het bed en de monumentale sprei verbeeldt krachtig de zwaarte en de last van het verleden die je als familie meedraagt.
Op de loopbrug vloeit het lied over in een voorgelezen Russisch kinderboek. Birds don’t cry (2024) toont een opname van het geïllustreerde boek en vogels die zwermen. Hernaïz en twee kleinkinderen van Arturo en Pablo lezen voor. Anton woont in Moskou en Kristina groeide op in de Donbas, een Russisch sprekend deel van Oekraïne. Zij woont nu in Montreal. We horen het verhaal van een jonge zwaluw die haar nest en haar familie verliest. Ze dwaalt tevergeefs rond op zoek naar een nieuwe thuis en vindt uiteindelijk haar moeder terug. “Het is een metafoor voor ballingschap”, zegt Hernaïz. Het verhaal is van Vitali Valentinovitch Bianchi. Hij publiceerde het in 1924 in de USSR. Oorlog rukt families uit elkaar brengt ze in pijnlijke situaties. Dat brengt huidige oorlogen wel heel dichtbij.
Veelzijdig
Hernaïz combineert verschillende media. Haar werk bestaat uit tekeningen, schilderijen, prints en textiel. Ze werkt ook met bewegend beeld, tekst, zang, installaties en performance. “Het medium is elke keer anders omdat het ten dienste staat van de inhoud.” Haar werk spreekt meerdere zintuigen aan en is conceptueel sterk. Dat zorgt voor een meeslepende ervaring die rijk is aan betekenissen, emotioneel raakt en tot nadenken stemt. Hernaïz verdiept zich uitvoerig in de thematiek. “Ik wil het archiefmateriaal, de documentaires en biografieën, niet tonen. Dat is dramatisch en toont het lijden van mensen. Ik wil hun verzet tonen en versterken. Daarom zet ik het bestaande materiaal om. Ik werk graag met voorwerpen die verwijzen naar die periode en plek. De objecten op de bedsprei van mijn grootmoeder zullen herkenbaar zijn voor generatiegenoten. Dat geeft mij ook meer vrijheid. Ik zet kleuren in om de toeschouwer te lokken en naar de sociopolitieke inhoud van mijn werk te leiden.”
Ze werkt graag samen met performers, zangers of figuranten. Luisa zingt en Cuco Pérez speelt accordeon. Zij komen optreden tijdens de tentoonstelling. Tijdens de finissage van Silencio komen vier neven en nichten van Hernaïz verhalen voorlezen van oorlogskinderen die in 1937 uit Bilbao ontsnapten en in België aankwamen. Hernaïz nodigt ook Maru Mushtrieva uit. Zij toont een poppentheater en maakte een voorstelling die onderdeel vormt van de tentoonstelling. “Ik kies voor een kunstenaar in ballingschap. Ze verliet Moskou achttien jaar geleden en woont intussen twee jaar in Brussel. Haar werk is erg speels.” De teksten zijn een montage van stereotiepe oorlogspropaganda door politici. De zelfgemaakte poppen spelen een president, een Griekse historicus en een kinderarts. Het is absurd, komisch en kritisch tegelijkertijd.
Kinderogen
Hernaïz zet de blik van het kind centraal. “Ik beschouw kinderen als mijn ideale publiek en hou daarmee rekening tijdens het maakproces. Het verhaal over ballingschap benader ik door kinderogen. Zij zagen het aanvankelijk als een avontuur om naar het buitenland te gaan en realiseerden zich de gevolgen niet. Verder begrepen ze niet hoe nauw het met ideologie en politiek verbonden was.”
We zien een serie aquarellen van het Russische alfabet en handgeschreven verhalen in het Spaans. “Het zijn fragmenten van biografieën van kinderen uit adoptiecentra in de Sovjet-Unie. Ze tonen de stereotypen van de Stalinistische cultuur, zoals de verheerlijking van de arbeider, strenge discipline, misverstanden en onbegrip. De tekening voor de letter ‘у’ is ‘yc’ en betekent snor. De kinderen wisten niet wie Stalin was en noemden hem de man met de snor. De letter ‘ч’ voor ‘чашка’ (bekers) vertelt over de propagandafilms die de kinderen moesten zien. Ze gooiden met bekers naar het scherm zodra er een fascist verscheen. Ik wil de kleine verhalen van kinderen in de grote geschiedenis plaatsen.”
Een reeks kindertekeningen getuigt over de oorlog die zich in Spanje afspeelde. De tekeningen tonen oorlogsgruwel, bombardementen, vernieling en rantsoenering. “Ze zijn in 1938 gemaakt door achtjarige kinderen die op dezelfde school in Barcelona zaten. Ik vond ze terug in Amsab-Instituut in Gent, een archief en onderzoekscentrum gewijd aan de geschiedenis van de sociale strijd en solidariteit. De tekeningen zijn fragiel. Ik heb ze omgezet in bladgoud op zwarte graniet om ze een onsterfelijk karakter te geven. Hun waarde en betekenis mag niet verloren gaan.”
Manipulatie
Hernaïz kaart met haar werk aan hoe politieke regimes individuen en groepen manipuleren voor propagandadoeleinden. De Sovjet-Unie sterkte de band met de Spaanse communisten door de kinderen op te vangen. Ze hadden een communistische droom en wilden de kinderen beschermen tegen de fascistische dreiging van Franco. Beide culturen onderwijzen moest het mogelijk maken om de kinderen later een nieuw en beter Spanje te laten opbouwen. De culturele en ideologische verschillen tussen beide landen vallen meteen op in de alfabetreeks. Met een postkaart, die ze door haar achtjarige nicht in België liet kopiëren, toont ze hoe de Spaanse kinderen hun families moesten geruststellen en de aanpak in de Sovjet-Unie moesten ophemelen. Franco beeldde de kinderen af als gevangenen die ingezet werden voor slavenarbeid in de Sovjet-Unie. Het textielwerk Truco o Trato toont kinderen als slaven die verleid worden tot reuzengroot snoep. Hernaïz ontleent het beeld van de voorpagina van het propagandistische magazine Temas Espanoles uit de jaren vijftig.
De tentoonstelling is krachtig en aangrijpend. Alleen jammer dat de ruimte van ISELP dwingend en vreemd ingedeeld is en de belichting te wensen overlaat. Hernaïz biedt met haar persoonlijk verhaal een venster op collectieve herinneringen. Ze toont hoe de impact van historische gebeurtenissen doorweegt op huidige generaties, sporen nalaat en de identiteit van mensen vormt. Met het kinderperspectief presenteert ze de complexe en pijnlijke gebeurtenissen toegankelijk en ontroerend. Het herinnert ons aan de onschuld en kwetsbaarheid van kinderen. Hun verhalen worden vaak over het hoofd gezien. Gelukkig zijn er vandaag steeds meer initiatieven om naar hen te luisteren. Hernaïz benadrukt hun veerkracht om zich aan te passen in moeilijke omstandigheden en trauma’s te verwerken. Die insteek verrijkt ze door verschillende generaties, van haar grootmoeder tot de kleinkinderen, in haar werk te integreren. Ze toont hoe we ervaringen en herinneringen verwerken, delen en doorgeven. Kinderboeken en -tekeningen roepen nostalgische echo’s op van onze eigen jeugdherinneringen. Door haar speelse aanpak verlicht ze de zware thematiek. Het voelt als een subtiele kritiek naar volwassenen, waarbij ze absurditeiten en onrechtvaardigheden in onze samenleving blootlegt.