Frans Gentils, Centauri insect nr.4

Frans Gentils, Centauri insect nr.4

Frans Gentils (°1951) is een Belgische kunst­schil­der en teke­naar die bekend staat om zijn wer­ken met een die­pe arche­o­lo­gi­sche ondertoon. 

Gentils tekent en schil­dert fors en gedre­ven de her­op­stan­ding van de mens na de cata­stro­fe waar­aan tal van mis­luk­king voor­af­gin­gen, onder de vorm van mon­ster­ach­ti­ge mutan­ten en schijn­ge­boor­ten. Op aan­grij­pen­de wij­ze brengt Gentils het fail­liet van onze eeuw in beeld en toont hij de ruï­nes van onze over-geïn­du­stri­a­li­seer­de bescha­ving. Hij refe­reert daar­bij aan ons col­lec­tief geheu­gen door te ver­wij­zen naar de val van het Romeinse Rijk, de inslag van mete­o­rie­ten, mythes, het ver­dwij­nen van pre­his­to­ri­sche mas­to­don­ten ... 

In Atelier José Vermeersch pre­sen­teert Frans Gentils een reeks gro­te teke­nin­gen over deze thematiek.  

Frans beschrijft zijn werk zelf als volgt: 

Als kind van 7 jaar ging ik fos­sie­len zoe­ken in het zand waar­mee dor­pen en een stuk van onze bescha­ving wer­den onder­ge­spo­ten bij de rea­li­sa­tie van de nieu­we haven van Antwerpen rond 1957. 

De fun­da­men­ten van mijn wereld­beeld arche­o­lo­gie, evo­lu­tie en entro­pie, wer­den daar gevormd. In al deze facet­ten heb ik mij later ver­diept waar­bij ik steeds lang­du­rig op de plaats van mijn onder­wer­pen ver­bleef (indu­stri­ë­le sites, natuur­his­to­ri­sche musea, scheeps­af­braak, afval­stor­ten, haven­ge­bied). Al zoe­kend merk­te ik dat er een onder­liggend ver­band bestaat tus­sen vorm­pa­tro­nen van fos­sie­len, cha­o­ti­sche instor­tin­gen of afval en het men­se­lijk den­ken geboet­seerd door de evolutie. 

Het ver­band tus­sen ver­schil­len­de gege­vens wordt bepaald door wis­kun­di­ge waar­den van ruim­te­lij­ke en gra­fi­sche patro­nen waar­door het over­drach­te­lijk wordt. Uit dit alles ont­staat mijn werk dat uit­ein­de­lijk met schoon­heid en mys­tiek van de evo­lu­tie van onze tijd heeft te maken. Het Antropoceen is het geo­lo­gi­sche tijd­perk waar­in de mens een gro­te invloed heeft op de geo­lo­gi­sche ont­wik­ke­ling van de aar­de. Niet alleen vin­den we de spo­ren van men­se­lij­ke acti­vi­teit in de aard­bo­dem, ook het leven zelf draagt de vin­ding­rijk­heid van de mens met zich mee in ‘door de mens ver­an­der­de’ genen, via domes­ti­ca­tie of gene­ti­sche modi­fi­ca­tie. Antropogenetica illu­streert de men­se­lij­ke omgang met gene­ti­ca in de toekomst.