Wat is de beste film aller tijden? Die vraag stelt het British Film Institute om de tien jaar. Het recentste antwoord is niet Vertigo of Citizen Kane, maar Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles van Chantal Akerman. Nu wijdt Bozar een tentoonstelling aan deze iconische Belgische filmmaker.

Pijnlijk eerlijk Chantal Akerman in Bozar

Chantal Akerman

Voor filmstudenten is het verplichte kost, maar het grote publiek is minder vertrouwd met Jeanne Dielman. Toegegeven, dit is geen voer voor een avondje entertainment met een emmer popcorn. Dat is ook niet waarnaar Chantal Akerman (1950-2015) op zoek was. “Ik wil dat mensen de tijd diep vanbinnen voelen voorbijgaan. Dan heb ik geen twee uur van hen gestolen, want ze hebben ze beleefd”, liet ze zich ontvallen. Akermans visie op film was net zo eigenzinnig als haar parcours.

Het is de eerste keer dat Akerman een grote overzichtstentoonstelling krijgt. “We mikken zowel op fans als op mensen die haar werk net leren kennen”, vertelt curator Laurence Rassel. Al lang voor de erkenning door het British Film Institute stond dit eerbetoon op het programma. “Samen met CINEMATEK en de Fondation Chantal Akerman willen we haar meer zichtbaarheid geven.”

Archiefmateriaal

Aan de basis van de tentoonstelling ligt haar archief, dat wordt bewaard in CINEMATEK. Akerman had een bijzondere band met dat Koninklijk Belgisch Filmarchief. Henri Storck, een van de oprichters en zelf een pionier van de Belgische cinema, speelde in Jeanne Dielman mee. Akerman zetelde er zelf in de raad van bestuur. Maar de band gaat verder terug. Een van haar eerste 8mm-films draaide ze op de binnenplaats van het Hotel van Cleve, waar CINEMATEK nu is ondergebracht.

Met die 8mm-film, die op de tentoonstelling te zien is, werd Akerman in 1967 toegelaten tot het Institut National Supérieur des Arts du Spectacle. “Prachtig”, vertelt Rassel daarover, “Je ziet er de geboorte van een cineast.” Overweldigd door Jean-Luc Godards Pierrot le Fou (1965) was ze vastbesloten om filmmaker te worden. Godard had haar laten zien dat film een manier was om het burgerlijke juk af te werpen. Maar ook de filmschool beklemde haar. Na een semester stopte ze om haar debuut te draaien: de kortfilm Saute ma ville. Die ging in 1971 in première op het International Short Film Festival Oberhausen.

Thuis in Brussel

De drang naar vrijheid was een constante voor Akerman. Meteen na haar debuut werd Brussel haar te klein. Ze landde in New York, waar ze de films van Michael Snow en Andy Warhol leerde kennen. Daar ontwikkelde ze een filmtaal die gekenmerkt werd door minimalisme en traagheid. Ze maakte er haar vroege kortfilms La Chambre (1 en 2) en haar eerste documentaire Hôtel Monterey (1972). In die film over de onderbuik van de Amerikaanse samenleving toonde ze haar sociale bewogenheid.

Akerman was altijd onderweg. Haar films brachten haar naar New York, Parijs en de Mexicaanse woestijn, maar Brussel bleef haar thuis. Dat benadrukte ze ook zelf: “Parijs heeft te veel cultuur. (...) Eigenlijk is Brussel wat Tsjecho-Slowakije voor Kafka was: een ideale werkplek.” Voor Brussel zijn de films van Akerman een uitzonderlijk tijdsdocument. In Jeanne Dielman komen het zuidstation, de cafés en de straten in lange, uitgesponnen shots tot leven. De stad is haar daar erkentelijk voor. Op een gevel aan de Schuitenkaai is een metershoge filmstill aangebracht. Ook is de centrale wandeldreef van de Handelskaai tot de Chantal Akermandreef omgedoopt.

Pijnlijk eerlijk Chantal Akerman in Bozar

Les rendez-vous d’Anna, 1978

Binnenkijken op de filmset

“Het bijzondere aan de tentoonstelling is de inkijk die je achter de schermen krijgt”, vindt Rassel. “Je ziet de technische kant en de filmploeg aan het werk.” De vele foto’s brengen haar proces tot leven, van de drukte op de set tot de eenzaamheid in de montagekamer. In persartikelen zie je hoe haar films ontvangen werden. Via de scenario’s gluur je binnen in haar creatieproces. Hoe ze soms worstelde met het leven onderweg, verbeeldde Akerman zelf treffend in haar film Les Rendez-vous d’Anna (1978). Daarin volg je een regisseur die verdacht veel op haar lijkt in haar ontwortelde bestaan tussen hotelkamers.

Ook halen mensen die met Akerman gewerkt hebben, herinneringen op. Zo zijn er haar vaste monteur Claire Atherton, met wie ze sinds 1986 samenwerkte, producer Marilyn Watelet en acteur Jan Decorte. Die laatste speelde in Jeanne Dielman de zoon van het titelpersonage. Hij herinnert zich hoe Akerman voortdurend met hoofdrolspeler Delphine Seyrig overlegde om samen tot de juiste sfeer te komen.

Aardappels schillen

Pijnlijk eerlijk Chantal Akerman in Bozar

Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles, 1975

Je kan het niet over Chantal Akerman hebben zonder over Jeanne Dielman te praten. De twee vrouwen, de cineaste en haar personage, zijn in het cinemageheugen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Akerman was pas vijfentwintig toen ze Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles maakte. Met een grotendeels vrouwelijke ploeg waagde ze zich aan een drie uur lange film over een alleenstaande vrouw aan de Brusselse Handelskaai. Tussen de alledaagse taken als aardappels schillen en schoenen poetsen, prostitueert ze zich met een beangstigende achteloosheid. Je wordt ondergedompeld in haar claustrofobische bestaan. De kracht  van de film zit in de voortdurende herhaling en een volkomen onverwacht, brutaal einde. Jeanne Dielman werd in 1975 voorgesteld in Cannes.

Daarna maakte Akerman nog meer dan veertig films en documentaires. Sommige waren op een breder publiek gericht, zoals de komedie A Couch in New York (1996) met Juliette Binoche. Andere gaven een ontwapenende inkijk in haar persoonlijke leven. Maar even vaak reisde ze naar Zuid-Amerika, Mexico of Israël voor documentaires die pijnlijk eerlijk mensen en landschappen in beeld brachten.

Pijnlijk eerlijk Chantal Akerman in Bozar

Henri Storck, Delphine Seyrig en Chantal Akerman tijdens de opname van Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles, 1975, Fondation Chantal Akerman

Weg van het cinemascherm

Op de expo ontdek je ook de installaties van Akerman. Rond 1995 waagde ze zich daar voor het eerst aan. Akerman was nooit voor een genre te vatten, maar zelfs voor haar was installatiekunst een avontuur. Het begon met D’Est, au bord de la fiction. Daarvoor herwerkte ze haar documentaire D’Est, over het Oostblok na de val van de Berlijnse Muur, tot een videokunstwerk van vijfentwintig monitors over drie kamers.

Het bleef niet bij die ene. Akerman maakte een twintigtal video-installaties die ze onder meer op de Biënnale van Venetië (2001), Documenta 11 in Kassel (2002) en de Biënnale van São Paulo (2010) toonde. De installaties waren opnieuw een zoektocht naar vrijheid: ze hielpen haar te ontsnappen uit een filmwereld die ze te beperkend vond. Ook dat stilde de honger niet. In 1998 kwam haar eerste boek uit: Une famille à Bruxelles.

Pijnlijk eerlijk Chantal Akerman in Bozar

Chantal Akerman

Internationale invloed

De invloed van Chantal Akerman valt moeilijk te ontkennen. Gus Van Sant, Sofia Coppola en Michael Haneke noemden haar een inspiratie. Bozar toont hoe de Chinese regisseur Wang Bing net als Akerman het leven in de marge van de maatschappij in beeld brengt. Zijn Mexicaans-Canadese collega Nicolás Pereda voert een fictief gesprek met Akerman in een appartement met zicht op Mexico-Stad.

Doordat ze werkte rond maatschappelijke uitsluiting, seksualiteit en gender werd Akerman een feministisch icoon. Meteen na de première noemde The New York Times Jeanne Dielman het eerste feministische meesterwerk in de geschiedenis van de cinema. Zelf voelde ze weinig voor te strikte etiketten. Ze weigerde gereduceerd te worden tot vrouw, Joods of queer. Voor Akerman was haar filmtaal strikt persoonlijk.

Nelly

Dat persoonlijke is aangrijpend verwerkt in haar laatste film. Akerman had een bijzondere band met haar moeder Natalia (Nelly). Zij had Auschwitz overleefd en was Akermans voornaamste klankbord. Al in 1976 gebruikte ze brieven van haar moeder als geluidsband voor News from Home. Toen Nelly in 2013 op sterven lag, keerde Akerman naar Brussel terug om voor haar te zorgen. Ze schreef er Ma mère rit over, haar meest kwetsbare boek. Daarin beschrijft ze op een ontwapenende manier de mooie en lelijke momenten aan het ziekbed. In 2015 herhaalde ze dat verhaal in haar geliefkoosde medium. In de film No Home Movie zie je hoe haar moeder slaapt, eet en met Akerman discussieert. De film opende op het New York Film Festival. In hetzelfde jaar, op 5 oktober 2015, stapte Akerman uit het leven.

Tentoonstelling

Download hier de pdf

Chantal Akerman.pdf