De opening van een nieuw museum in Vlaanderen is een bijzondere gebeurtenis, zeker als het om een nieuwbouw gaat. In Tongeren, oudste stad van het land, opende recent het nagelnieuwe Gallo-Romeins Museum.

Na vier jaar bouwen staat op de plek waar in de derde eeuw een grote luxueuze 'Romeinse' stadswoning stond, een modern museum­gebouw met een uniek zicht op de Tongerse basiliek. 

Opvallend aan het nieuwe Gallo-Romeinse Museum zijn de grote glazen wand en de muren in koper. De vrijwel hermetisch gesloten achter­zijde bakent de rand van de stadskern af. Achter de grote glazen wand, waarin zich de monumentale omgeving spiegelt, wordt de inhoud van het museum gelaagd zichtbaar. Deze gelaagheid van de museale opstelling refereert naar de archeo­logische gelaagdheid van de stad Tongeren zelf. 

Een bezoek aan het nieuwe Gallo-Romeins Museum is opgebouwd als een archeo­logische ontdekkingstocht. De 'symbolische' toegang tot het museum situeert zich aan de Romeinse toren onder het Vrijthof in het hartje van Tongeren. De tweede etappe voert de bezoeker naar verdieping min één. In een door filmmaker Stijn Coninx en decorbouwer Niek Kortekaas ontworpen decor wordt de bezoeker geconfronteerd met de fascinerende wereld van oude en recente 'archeo­logische ruïnes' en het geheim van de dodecaëder, een raadselachtig voorwerp uit de museumverzameling. De dodecaëder is een bronzen, hol voorwerp, opgebouwd uit 12 vijfhoekige vlakken, 20 hoeken en 30 graten of zijden. De dode­caëder behoort tot de vijf zogenaamde Platonische lichamen. Waartoe een dodecaëder diende is niet bekend. 

De tegenstelling tussen het 'fantastische' decorum van Coninx-Kortekaas waarin archeologische ruïnes uit alle tijden moeiteloos door elkaar worden gemalen en de sobere opstelling van de collectiestukken kan nauwe­lijks groter. De tentoon­gestelde objecten worden geïntegreerd in een verhaal: de cultuurhistorische evolutie van de eerste bewoners tot de Merovingers in onze gewesten. In de prehisto­rische afdeling worden de voorwerpen gepresenteerd op 'archeologische velden'. Via een monumentale trap verlaat de bezoeker de prehistorie. Op het gelijk­vloers bevindt zich de Gallo­Romeinse afdeling. De regelmatige 'stadsplatte­grond', zo opvallend voor het Romeinse Tongeren, is gekozen als stramien voor de archeologisch opgevatte presentatie. Na de Romeinen vestigen de Germanen zich in Tongeren, zoals de 'graven' van de Merovingische afdeling bevestigen. 

Na de pehistorische 'velden', de Romeinse 'stad' en de Merovingische 'graven' staat de bezoeker opnieuw voor de glazen wand. Aan de andere zijde zet zich het cultuurhistorisch verhaal van Tongeren en deze regio verder. Toeristische infor­matie vindt hij of zij in het auditorium; videoprojecties geven een beeld van het Haspengouwse cultuur­landschap en in het museum­café bouwden Luc Van der Hallen en Marc Milissen cafétafels met ingebouwde foto-cd en panoramakijkers.

Het verhaal van het modern archeologisch onderzoek van de regio wordt voorbe­houden aan de studiecol­lectie op de eerste verdie­ping. Anders dan in de permanente collectie ligt hier de nadruk op het samenspel van archeologie en andere wetenschappelijke disciplines, op de zorgvuldige en staps­gewijze reconstructie van het onbekende verleden.

Het nieuwe Gallo-Romeins Museum is veel meer dan louter een ruimte om het verleden in uit te stallen en te bewaren. Het is een sober en functioneel gebouw met monumentale allures. Een ideaal vertrekpunt voor een ontdekkingstocht door de geschiedenis van stad en streek. 

Praktisch

Download hier de pdf

Opening van het Zilvercentrum in Sterckshof.pdf