Wij van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen hebben op die zaterdag afscheid genomen van onze Voorzitter die na een fatale ziekte op 4 juli 1994 in vrede is overleden, amper 66 jaar.
De eerste dag van onze jaarlijkse vakantie begon in de prachtige kerk van Belsele, het weer was schitterend en er waren veel vrienden en kennissen, massa's volk. Maar de dag hield geen vreugde in. Want we waren allemaal "ten moede" zoals dat heet en deelden in de droefheid van de familie van de overledene. In de overvolle kerk was amper plaats voor de helft van de aanwezigen, maar je kon een speld horen vallen toen de kist met Etienne de Cuyper naar het altaar werd gebracht.
Naast de familie, had eenieder zijn affiniteit met de afgestorvene: als vriend, als collega, als medewerker, als partijgenoot, ... Velen kwamen in dankbare herinnering aan een helpende hand die ooit werd toegestoken.
Wij van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen hebben op die zaterdag afscheid genomen van onze Voorzitter die na een fatale ziekte op 4 juli 1994 in vrede is overleden, amper 66 jaar.
In 1971 werd Etienne de Cuyper verkozen voor de Oost-vlaamse Provincieraad. Drie jaar later was hij reeds lid van de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, verantwoordelijk voor cultuur, landbouw en provinciale domeinen. Onder meer de oprichting van het Molenmuseum in Wachtebeke en van het Provinciaal Archeologisch Museum van Zuid-Oost-Vlaanderen in Velzeke, alsook de uitbouw van Het Leen in Eeklo prijken op zijn palmares.
Vanuit zijn ervaring als hoofd van het Belgische filiaal van de Nederlandse vakbladen-uitgeverij Misset, kwam al vlug Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen onder zijn supervisie. Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen was in 1971 nog geen afzonderlijke instelling, maar maakte deel uit van de Interprovinciale Cultuurrraad voor Vlaanderen, een cultureel overlegplatform voor de Vlaamse provincies.
In 1985 werd evenwel in een gezamenlijk initiatief van de vijf Vlaamse provincies de v.z.w. Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen (OKV) opgericht. OKV was ondertussen zo verbonden met de figuur van Etienne de Cuyper, dat het bestuur van de nieuwe vereniging met grote eenparigheid hem het voorzitterschap opdroeg. Een functie die door de betrokkene zonder aarzelen en met enthousiasme werd aanvaard. Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen v.z.w. stond nu op eigen benen. Het is de grote verdienste van de Voorzitter dat hij op het provinciale beleidsniveau, in eigen provincie en bij zijn collega's gedeputeerden van andere provincies, de paden geëffend heeft om OKV reële overlevingskansen te bieden. Zijn zonder meer artistieke interesse, zijn ongebreideld dynamisme en zijn warme menselijkheid betekenden een enorme stimulans voor de OKV-medewerkers.
In bestuursvergaderingen en commissies wist Etienne de Cuyper, met de flair hem eigen, de neteligste problemen naar een goede oplossing te loodsen. Ook toen het eind de jaren '80 moeilijk ging met OKV, wist gedeputeerde De Cuyper zijn collega's ervan te overtuigen "zijn Openbaar Kunstbezit" een kapitaalsinjectie en zo een nieuwe kans te geven. Onder zijn leiding werd gewerkt aan een reorganisatie van de vereniging. Een operatie die OKV een nieuw elan bezorgde en resulteerde in een werking die nog steeds in een stroomversnelling zit.
Hij zal het verder niet meer mee maken. Maar zoals de hekgolf van een groot schip voelbaar blijft nadat het reeds aan het oog is onttrokken, zo zal de herinnering aan zijn persoonlijkheid nog lang voor de nodige stuwkracht zorgen.
Zonder Etienne de Cuyper was er nu geen Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen meer.
We zijn het hem verplicht om verder te werken met de dynamiek die hij als voorbeeld heeft gesteld.