Omzwervingen. Literatuur, en al meteen bij de Bezige Bij. Ibiza. Vol van het leven en teruggefloten door een leger. Huwen. Journalist. Press and P.R. Manager bij Agfa. Achttien boeken. Manager bij het Provinciaal Museum voor Fotografie in Antwerpen. Vier jaar literaire stilte. Studies wijsbegeerte. En nu: alle draden samengeknoopt: "Thuis".
Marc Andries
Eindelijk weer thuis
Het leven is een boek.
'Het doet goed weer in dat boek thuis te zijn,' zegt Marc Andries. Hij kijkt terug, ziet overal huizen. 'Huizen spelen een belangrijke rol in mijn leven. Het ouderlijk huis in Duffel en een vader die schreef en componeerde. Lubberhuizen die mijn eerste boek "Schaduw op de huid" uitgaf.
Van het einde van de wereld naar de republiek der letteren: Amsterdam. Met Wim Zaal op kamer. Op de Oudezijdsvoorburgwal.
Vervolgens naar de zon. Ibiza. Claus zat daar. En Nooteboom. Schierbeek. Cremer. De broer van Toonder. Ik was twintig en de koning van Spanje te rijk: een mooi huis, zwembad, huishoudster en vooral: vrienden.
Het leger. Het kon niet leger: het koude Vlaanderen en een verrassende levensduurte.
Van de pen alleen leven lukte niet meer. Het jonge gezin moest te vreten hebben, nietwaar? Mijn dochter woont nu in een huis waarin mijn vrouw en ik gingen nestelen. Ik kom daar graag. Er klinkt kindergeschrei.
Marc Andries ziet ook stapelhuizen: "Agfa is een gedroomde werkgever. Sociaal bezield ook. Neem het restaurant: een gastenrestaurant. Mag je alleen met genodigden binnen. Ook de grote baas. Zonder gasten zwaaien alleen de deuren van het bedrijfsrestaurant open. Geen voorkeursbehandeling voor directie of kaderleden dus'.
Sedert een tweetal jaren is ook het Museum voor Fotografie een open huis voor mij. Een huis dat ik mee mocht helpen inrichten. Dat pas de deuren opende.
Dat blijft ruiken naar uitdagingen. De bibliotheek moet bijvoorbeeld nog opgefrist worden. En er moeten steeds nieuwe en steeds wisselende tentoonstellingen ontwikkeld worden."
Presocraat Democritus briefde: 'Ik ben van mijn tijdgenoten degene die het grootste gedeelte van de Aarde heeft bereisd en de raarste dingen heeft onderzocht; en ik heb ontelbaar veel luchten en landen gezien; en ik heb de meeste geleerde mannen horen spreken; en in de compositie van geometrische figuren, met het bijbehorende bewijs, heeft niemand me overtroffen, zelfs niet de zogenaamde arpedonapten.'
Democritus kwam thuis in Athene. Wijsbegeertestudent Andries zoekt hem daar regelmatig op. 'Zijn stelling dat de wereld is samengesteld uit atomen en leegte spreekt me wel aan. Ik vind dat ook terug in de fotografie. In een emulsie zitten alle potentialiteiten.
Ik geloof tevens dat een mens de optelsom is van zijn en andermans verleden. We zijn composities van dat verleden. Mijn nieuwe roman is daar een projectie van, opgebouwd uit autobiografische elementen: het vertelperspectief wisselt, centraal staan echter een huis en een portret. Het boek is een uitvergroting van een kortverhaal. Hugo Bousset vindt het aansluiten bij mijn debuut, het schrijven ervan was blijkbaar een thuiskomen. Als werktitel hanteerde ik 'Het Portret', maar de titel is 'Thuis'. Eindelijk thuis. En toch geen luie rust.
Ik voel me rustig omdat ik zie hoe in de donkere kamers van bewustzijn en onderbewustzijn verborgen facetten, zich verschuilende verdringingen, buiten mij om vervlochten draden, verleden en heden, processen en evoluties zich langzamerhand beginnen af te tekenen. Het beeld wordt almaar scherper, dwingt me om te kijken en toont wat is en niet is.
In "Thuis' krijgen schaduwen namen en gezichten en ik door grond de schaduw op mijn huid.' Marc Andries kijkt nogmaals en citeert Heraclitus (de Duistere), de filosoof van het vuur en het worden: