Hang eens het beest uit, alsjeblief

De ene geeft ons een schoendoos en zegt: dit wordt jouw camera. Een tweede probeert het met een brooddoos. Van nog een andere krijgen we een paar mechanische oren aangemeten. Alle drie proberen ze ons op te voeden in het nobele vak dat kunst heet. 

Geertrui Pas, Ann Van Dijck en Els Maréchal, de respektievelijke afdelingshoofden van drie Antwerpse musea, het Museum van Hedendaagse Kunst, het Provinciaal Museum voor Fotografie, en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, vormen samen het voorzittend comité van de Commissie Educatieve werking van de Vlaamse Museumvereniging. 

De voorbije zomer lanceerden ze bovendien een gezamenlijk project waarbij aan jongeren gesmeekt werd in de drie musea het beest te komen uithangen. Een portret. 

Groene brooddoos

Greet Stappaerts

Greet Stappaerts

De fraaie groene brooddoos die Greet Stappaerts, educatief medewerker en collega van diensthoofd Geertrui Pas (afwezig wegens vakantie), voor zich op de tafel van het cafetaria van het Muhka neerzet, heeft een opschrift in grote zwarte letters opgekleefd gekregen. Greet haalt uit de doos een stempeltje te voorschijn. een minuscuul stukje wrakhout, een zo mogelijk nog kleiner stuk doek waarop in miniatuur een schilde­rijtje staat afgebeeld. En naast de doos staat een typisch Russisch vrouwenpoppetje dat je midden­in kan openvijzen. In dat poppe­tje vinden we onder meer een hert, een boomstam, walnoten. Het is ons "Ei van Casaer", zegt Greet. Kinderen krijgen het gratis mee naar de tentoonstelling van de jonge Brusselse kunstenaar Paul Casaer. die tijdens de zomermaanden op de bovenste verdieping van het Museum van Hedendaagse Kunst te Antwerpen staat opgesteld. Ze moeten er op zoek naar de grotere exemplaren van het hert en de walnoten die in het poppetje zitten, en ze moeten vooral op zoek naar de verschil­len. De groene brooddoos wordt hen meegegeven voor de tentoonstelling op de benedenverdieping, waar Felix Droese met grote stempels van wrakhout heeft gewerkt. "Het systeem heeft oneindig veel voordelen. " zegt Greet, "Om er maar één te noemen: kinderen zijn veel minder geneigd om de kunstwerken aan te raken, omdat ze met die dingetjes in de doos al iets om handen hebben". 

Kunstpluk

Het was de stagiaire Els Verstraete die het grote museumspel Kunstpluk heeft vormgegeven. Kunstpluk is gebaseerd op het principe van de kleine doosjes maar neemt een hele hoek van de benedenverdieping in beslag. Greet zegt: "Het is voor ons altijd van het grootste belang geweest dat we met onze educatieve dienst niet in een geïsoleerd hokje moeten werken, maar in de zalen zelf. Blokjes in allerlei geometrische vormen hangen in het zaaltje aan touwen gekleefd. Er zitten stukjes strandbal in verwerkt, en dergelijke meer. Op die manier bevat elk van de blokjes telkens twee tips, waarvan er één naar de vorm, en een ander naar de inhoud van een welbepaald werk uit de vaste verzameling verwijst. Kinderen worden met de blokjes de zalen ingestuurd, moeten er aan de hand van de tips een werk herkennen. Vervolgens moeten ze weer naar het hoekje, waar aan een muur elk blokje een plaats in een gelijkvormige uitsparing in een serie planken moet krijgen, bij reprodukties van de afgebeelde werken. 

Vier tot honderd

"Maar in tegenstelling tot wat sommigen al wel eens willen denken is de educatieve dienst van het MUHKA er dus niet alleen voor kinderen en scholieren. " zegt Greet Stappaerts, "Onze doelgroep reikt van vier tot honderd jaar. En het zijn die volwassenen die eigenlijk het best onze diensten kunnen gebruiken. Je merkt dat ook bij scholen. Leraars zijn erg moeilijk tot een bezoek aan een museum als het onze te overtuigen. Maar eenmaal de kinderen binnen zijn, blijkt zich van hun kant geen enkel probleem te stellen.

Volwassenen leven nog altijd veel meer met die idee dat kunst "schoon" moet zijn. En ze hebben dan die houding van: probeer me maar eens te overtuigen". Het jaarverslag van de educatieve dienst van het Muhka maakt voor 1994 gewag van 446 rondleidingen voor 191 groepen. waarvan scholen slechts zestig percent voor hun rekening namen. Samen waren de rondleidingen goed voor 6.800 deelnemers - iets minder dan twintig percent van het totaal bezoekers - en het aantal volwassenen schommelde daarbij rond 3.000. "Maar vooral de groep 50-plussers lijkt de jongste tijd steeds meer de weg naar het museum te vinden," zegt Greet Stappaerts. Het museum beschikt momenteel over een vijftiental gidsen die op freelance basis de rondleiding verzorgen, voor groepjes van maximaal tien kinderen, en vijftien volwassenen. Is een groep groter dan wordt die onverbiddelijk opgesplitst. Het totaal aantal rondleidingen in het MUHKA neemt de jongste jaren nog steeds toe: van 322 in 1993 naar 446 in 1994. Sinds vorig jaar zijn het aantal bijkomende activiteiten van de educatieve dienst gevoelig opgedreven. 

Geert Pas

Geert Pas

Kinderpraat

Zo zijn er de publikaties. Sinds korte tijd is er de halfjaarlijkse infokrant die gratis verspreid wordt en waarvoor - alweer - een stagiair een distributienet had uitgetekend. "Je voelt het verschil, " zegt Stappaerts. Al naargelang van de aard van de tijdelijke tentoonstelling worden er daarnaast ook verschillende folders uitgebracht. Een eerste, onder redactie van Johan Pas, richt zich tot een al wat meer volwassen publiek. Een tweede - Kinderpraat -, door het diensthoofd Geertrui Pas geredigeerd,­ richt zich tot de kinderen van de lagere school (gemiddelde leeftijd: 10 tot 11 jaar). Toen Greet Stappaerts in 1990 in dienst kwam, had zij een derde soort folder gelanceerd. die zich tot de wat oudere jongeren richt. De verkoop van die folders, 1.408 in 1994, is niet echt spectaculair te noemen. Maar, zegt Stappaerts, vele van die folders gaan ook gratis over de toog, en worden bovendien ook nog eens aan de persmap­pen toegevoegd. Op die manier reikt hun invloed verder dan die verkoopcijfers zouden kunnen laten vermoeden. En een goede aanwijzing voor de kwaliteit van de teksten mag misschien wel het feit zijn dat nogal wat journa­listen er niet voor terugschrikken om in hun besprekingen flink uitvoerig uit die folders te putten, meer zelfs dan uit de catalogus.

Studiedag

Vorig jaar in september was een lerarenkaart ingevoerd, die de aanvrager recht geeft op drie jaar gratis museumbezoek. en die blijkt een enorm succes. De aanvragen komen met honder­den binnen. Daarnaast wordt ten behoeve van het onderwijzend personeel jaarlijks in september ook een studiedag georgani­seerd. Zowat alle Vlaamse scholen worden aangeschreven. en in 1994 noteerde men 208 kandidaat deelnemers, waarvan er daadwerkelijk ook 141 kwamen opdagen. Dit jaar zal die studiedag niet in het MUHKA plaatsvinden, maar wordt er meegewerkt in het Openlucht Museum van Middelheim, en ook in de toekomst wil de educatieve dienst zich voor dit soort activiteiten voor een steeds verdergaande samenwerking met andere musea openstellen. 

"Want je kan toch moeilijk verwachten dat mensen zich voor al die afzonderlijk georganiseerde bijeenkomsten van musea telkens weer een halve dag kunnen vrijmaken". 

Kunst, theater, sport en museumontbijten

Met Villanella. het Kunsthuis voor Kinderen te Antwerpen, was dit jaar in het museum aan een project rond de wonderlijke klankmachines van de Franse kunstenaar Frédéric Le Junter gewerkt, terwijl men in samen­werking met TOP Magazine het Alibi Collectief van Pat Van Hemelrijck het project De Smaakmakers had helpen realiseren. Kinderen werden daarbij onder meer gevraagd hun toekomstvisie te tekenen. Tijdens de zomenmaanden had men zijn medewerking toegezegd aan Sporta, een vijf dagen durend sport- en cultuurkamp voor kinderen tussen 9 en 11. Het zijn slechts enkele voorbeelden voor de wijze waarop de educatieve dienst van het MUHKA de jongste tijd niet alleen met andere musea maar ook met theatergroepen of kunsthuizen voor jongeren is gaan samenwerken. En ondertussen blijft het de vraag hoe de tweekoppige groep dit allemaal moet blijven verwerken. Want tussendoor zijn er ook nog de museumontbijten, moeten de tekstborden bij de kunstwerken gemaakt, met voor elk werk een passend citaat. is er ook nog de infomiddag voor stadsgidsen, moet de bookshop gerund. werden voor kinderen tussen 6 en 12 speciale rondleidingen rond kleur opgezet. moet prins Laurens op gepaste wijze worden ontvangen, zijn er de vele studiedagen buitenshuis, en moeten binnenshuis de al even talrijke cursussen en lezingen van Amarant en anderen gecoördi­neerd.

Het werkingsbudget van de educatieve dienst schommelt rond de 350.000 frank, en hoe smal zulk een basis wel is, kan worden afgemeten aan nog een ander project dat Stappaerts op stapel heeft staan: een boekje waarin tien werken uit de verzameling aan kleuters worden verklaard. Uitgevers bleken geïnteresseerd, maar hadden ook een prijskaartje overgemaakt: 300.000 frank. 

Groepsfoto met schoendoos

Ann van Dijck

Ann van Dijck 

Eén ding staat inmiddels als een paal boven water: een kind wordt in het MUHKA tien keer beter gesoigneerd dan een volwassene. Dat laatste geldt trouwens ook voor het naburige Fotografiemuseum, waarvan de werking niet door de Vlaamse Gemeenschap maar door de Provincie Antwerpen wordt betaald. "Volwassenen kunnen in fotografieclubs terecht, of in de reeds bestaande scholen," zegt Ann Van Dijck, die de educatieve dienst van het museum coördineert, "en van bij het begin hebben we gesteld dat er geen sprake van zou zijn dat ons atelier met die instellingen zou concurreren. We maken nu alleen een uitzondering voor jongeren die net geen 18 jaar zijn, omdat het publiek van de clubs voor hen te oud is, en zij ook nog niet in de academies terecht kunnen. Met een ouder publiek willen we niet werken al kunnen volwassenen natuurlijk wel voor een rondleiding bij ons terecht". 

Van Dijck schat het aantal rondleidingen dat jaarlijks wordt gegeven op om en bij de 600. En net als in de ateliers is het de bedoeling dat de bezoekers toch nog zelf zoveel mogelijk aan het werk worden gezet. Zo wordt er aan het eind van elke rondleiding een groepsfoto genomen. Van Dijck: "De camera is oud, zodat de groep tijdens de opname een minuut onbeweeglijk moet blijven. Bovendien worden de deelnemers achteraf nog bij de ontwikkeling in de donkere kamers betrokken. En het is algemeen geweten: al doende leert men sneller". 

Het beest gefotografeerd

In de ateliers gaat men nog een stapje verder. In een eerste reeks lessen moeten de leerlingen de fotografie opnieuw uitvinden. Met een simpele schoendoos moeten ze zelf een gaatjesca­mera construeren. In een volgen­de serie wordt dan de overstap gemaakt naar een kleinbeeld­toestel en 6 X 6 camera. En dan is er nog het buitenbeentje: in het kader van Antwenpen 93 had men een multicultureel atelier opgestart, waarbij kinderen van zoveel mogelijk nationaliteiten hun leven fotografisch vastleggen. Aan een muur bij het atelier hingen de afgelopen zomer bovendien ook nog een reeks dierenfoto's, in het kader van het project "Het beest uithangen in het museum", dat door De Kunstbank en het MUHKA, het Fotografiemuseum, en het Museum voor Schone Kunsten werd georganiseerd. Kinderen werden daarbij niet alleen met tentoonstellingen rond dieren geconfronteerd, maar konden onder meer ook zichzelf als dier portretteren. Het succes was overweldigend, en de resultaten van die ateliers worden vanaf 23 september in het Museum voor Fotografie tentoongesteld. Ann Van Dijck "Onze musea liggen zo dicht bij elkaar, ze waren als het ware een gouden driehoek. En het zou dom zijn om dat niet te exploiteren". 

Draagbare gidsen

In het Museum voor Schone Kunsten praat Els Maréchal ondertussen niet weinig trots over de draagbare gids die elke bezoeker voortaan overhandigd krijgt. Van de genoemde verant­woordelijken is zij veruit diegene met de langste staat van dienst: sinds 1972 werkt ze in het museum. In die tijd had ze samen met Leen de Jong zowat alle educatieve middelen uitgepro­beerd. Een overzicht van die verschillende soorten rondleidin­gen en de activiteiten in de kinderateliers was trouwens eind 1993 in een nummer van het Museum Magazine verschenen, 130 pagina's dik. Maar Maréchal wil niet ontkennen dat er zich daarbij ook problemen stelden. Er was een duidelijk gebrek aan middelen en goede wil bij de administratie van de Vlaamse Gemeenschap, waardoor bijvoorbeeld lesgevers onmogelijk een contract op lange termijn konden krijgen, en soms 's ochtends lieten weten dat ze 's middags niet meer konden doceren, omdat ze een betere aanbieding hadden. Bovendien was er hoofdconservator Lydia Schoonbaert, die zeer recentelijk met pensioen ging, en niet echt de neiging had om verantwoor­delijkheden te delegeren. Maréchal herinnert zich ook maar al te best hoe de stad Antwerpen zelfs geweigerd had om in de straten wegwijzers naar het museum te plaatsen.

Els Maréchal

Els Maréchal 

"En bovendien was het ook zo dat wij ook aardig wat activiteiten van andere diensten op ons moesten nemen, zoals pers en public-relations. Ideaal zou het trouwens ook zijn dat een dienst als de onze van bij het begin aan een tentoonstelling zou kunnen meewerken, maar helaas was dat tot heden ondenkbaar, alleen al vanwege personeelsgebrek". Maar sinds kort waait er dus duidelijk een nieuwe wind. Leen de Jong heeft de dienst verlaten, waardoor Maréchal een tijdlang alleen kwam te zitten, maar er is alweer sprake van uitbreiding. Een fris ogende Museumkrant is inmiddels al aan zijn tweede jaargang, en vorig jaar nog werden een paar fraai ogende gidsjes voor kinderen uitgegeven. En dan is er natuurlijk de Gallery Guide. Elke bezoeker krijgt bij de balie een draagbaar informatie­systeem met CD-Rom overhan­digd, en door eenvoudigweg de nummers in te tikken die bij de ingang van de zalen werden aangebracht, of naast de kunst­werken, krijgt die bezoeker door een koptelefoon de gewenste informatie over de zaal of het werk te horen. Voor alle duidelijkheid: de bezoeker bepaalt daarbij zelf zijn of haar parcours, en de werken waarover hij wat meer wil horen.

Tot nu toe kan over zo'n 200 werken informatie worden opgevraagd. "Maar het is maar een begin, " zegt Maréchal, "en de mogelijkheden zijn oneindig. Het toestel kan meer dan 300 uur tekst opslaan, en we zouden bijvoorbeeld kunnen te weten komen, over welke werken er zelden of nooit informatie wordt gevraagd, en daaruit kan je dan natuurlijk ook verdere konklusies trekken. Ik geef toe dat we tot voor kort de individuele bezoekers nogal verwaarloosd hadden, maar dit systeem is gewoon ideaal, en zal daarom binnenkort ook door de National Gallery worden overgenomen. Zo zie je maar: de uitvinding is Brits, maar wij waren de eerste in Europa om ze in gebruik te nemen. We hoeven heus niet altijd achter de dingen aan te hollen". 

Educatieve diensten

Download hier de pdf

Museumonderwijs anno 1995.pdf