De tentoonstelling "Art Deco-zilver in België" wil de toeschouwer een zo volledig mogelijk overzicht bieden van de Belgische zilverproduktie in Art Decostijl, vanaf 1920 tot de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Er is zowel religieus als burgerlijk edelsmeedwerk uit de topateliers van Antwerpen, Brussel en Gent te zien. Tegelijk wordt aandacht besteed aan het toenmalig maatschappelijk en socio-economisch kader.
OKV Mededelingen 1996.1
Art Deco-zilver in België
Een eerste luik van de tentoonstelling plaatst de produktie van de Brusselse firma's Wolfers Frères en Delheid Frères in de kijker. Deze ateliers verkochten zowel religieus als burgerlijk Art Deco-zilver. Bij de vervaardiging van de kerkelijke stukken kon de firma Wolfers Frères rekenen op de medewerking van de benedictijn Dom Martin. Voor het religieus vaatwerk werkte de firma Delheid Frères nauw samen met de Gentse edelsmid Leo Loosfelt. Er waren echter ook ateliers die louter religieus zilver in Art Decostijl vervaardigden, zoals de huizen Rie Haan en Petrus Bertels in Antwerpen, Henri Holemans en Jacques Frères in Brussel en Bourdon en Gedeon De Reuck in Gent. Hetzelfde geldt voor burgerlijk Art Decozilver in Antwerpen zijn het de edelsmeden Raymond Ruys en Massaux, in Brussel Altenloh en Charlent en in Gent Richard De Meyer en Sauvage.
De Belgische edelsmeden gebruikten zowel materialen uit de kolonie als de techniek van de Oosterse lakkunst. Missionarissen en kloosterorden, waaronder vooral de benedictijnen, propageerden het "moderne" kerkzilver. Dit paste bij de nieuwe kerkarchitectuur, waarvan de Heilig Hartbasiliek te Koekelberg het bekendste voorbeeld is.
Schitterende koffie- en theeserviezen van de firma's Wolfers en Delheid, die tegelijk een synthese zijn van de diverse stijlrichtingen binnen de Belgische edelsmeedkunst, sluiten de tentoonstelling af.
Praktisch
Provinciaal Museum Sterckshof - Zilvercentrum, Deurne. Van 27 februari tot 27 mei
Johannes Vermeer
De National Gallery of Art in Washington en het Mauritshuis in Den Haag organiseren de eerste overzichtstentoonstelling van het werk van één der grootste schilders uit de Hollandse Gouden Eeuw: Johannes Vermeer ( 1632-1675).
Na Washington is de tentoonstelling nu te zien in Den Haag als enige locatie in Europa. Van Vermeers thans bekende oeuvre van 35 schilderijen, zullen er 22 op de tentoonstelling te zien zijn.
Ondanks zijn beperkte oeuvre van slechts 35 schilderijen, wordt Johannes Vermeer naast Rembrandt en Van Gogh algemeen erkend als één der grootste schilders uit de geschiedenis. Vermeer begon, net als de meeste l 7de-eeuwse schilders, met het schilderen van bijbelse en mythologische taferelen. Maar al spoedig legde hij zich toe op interieurs met één of enkele figuren. Johannes Vermeer wordt bewonderd om zijn schilderstechniek, het meesterlijk spel met licht en illusionisme. De meeste voorstellingen zijn geschilderd in heldere tinten waardoor de vormen optisch zeer scherp tevoorschijn komen. De suggestie van een tastbare ruimte is dan ook zeer groot.
Washington bezit vier schilderijen van Vermeer, waaronder het onlangs gerestaureerde doek "Vrouw met weegschaal". Het Mauritshuis brengt drie Vermeers in, waaronder het beroemde "Gezicht op Delft".
Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus met veel nieuwe informatie over het werk èn de werkwijze van Vermeer. Vooral de restauratie van verschillende schilderijen van de Hollandse meester leverde heel wat nieuwe gegevens over zijn schilderstechniek, perspectiefgebruik en stijlontwikkeling. Het historisch onderzoek belicht het milieu van Vermeer en zijn verzamelaars.
De bezoeker krijgt de gelegenheid om vooraf voor een datum en een tijdstip van bezoek te kiezen. Bezoekers worden per uur toegelaten en kunnen vervolgens zolang blijven als ze willen.
Praktisch
Mauritshuis, Den Haag. Van 1 maart tot 2 juni
Het antwoord van de kunsthistorici
Dat het KMSK in Antwerpen met plaatsgebrek kampt, is geweten. Het Hippodroomproject, recht tegenover het museum, zou onderdak bieden aan de volledige verzameling Moderne Meesters, maar werd van hogerhand afgevoerd.
Een zware klap voor een museum dat de laatste tijd omwille van zijn beleid, exposities en museale presentatie zwaar onder vuur lag.
Het pleit voor de museumploeg van ca. 20 kunsthistorici dat zij zich o.l.v. hoofdconservator a.i. dr. Erik Vandamme tot een efficiënt samenwerkingsteam hebben gereorganiseerd, dat gezamenlijk en in gedeelde verantwoordelijkheid de problemen het hoofd wil bieden en komen tot een museumbeleid dat zinvol is en kan boeien en een "extern manager" overbodig maakt.
Een oplossing voor het plaatsprobleem, zonder dat het tientallen miljoenen kost, is reeds een eerste resultaat van de nieuwe creatieve wind. Vooreerst zal de ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. de zgn. "brug", worden beperkt en ten tweede zal de bomvrije kelder worden gesaneerd en heringericht als tentoonstellingsruimte.
Alles moet klaar zijn eind 1996 als de eerste expositie start van de nieuwe reeks waarvan het concept loopt t.e.m. 2000. Het aantal tentoonstellingen zal worden beperkt tot twee per jaar; het gaat telkens om exposities die een reflectie inhouden wat de hedendaagse mens bezig houdt.
De reeks start eind 1996 met "Naturalisme in België, 1880-1910", een tentoonstelling waarop wij in verdere nummers zeker zullen terugkomen; evenals op de andere aangekondigde tentoonstellingen, bijvoorbeeld "Anton Van Dijck" in 1999 en "Atlantis" in 2000.
In 1996 wordt ook werk gemaakt van de monumentale doeken "de verheerlijking van de Antwerpse Schilderschool" van Nicaise De Keyser die de inkomhal sieren. Gelet op de staat van de versleten en vervuilde doeken is "versieren" veel gezegd. Dit euvel wordt dus verholpen met een restauratie die twee jaar zal duren en in situ wordt uitgevoerd zodat het publiek alles goed zal kunnen volgen en er geen transportrisico bestaat voor de kwetsbare doeken.
Na de succesvolle vernieuwing van de "Rubens"- en "Van Dyck"zalen werd besloten tot een hernieuwde opstelling van de "oude meesters", "Vlaamse" kunst tussen ca. 1400 en ca. 1700. De enigszins solitaire ophanging van kunstwerken werd verlaten en er werd geopteerd voor een toendertijdse opvatting van de 15de-, 16de- en 17de-eeuwse kunstkabinetten waar de schilderijen als pars pro toto dicht in elkaars buurt werden gehangen. Het is een hernieuwde visie die afbreuk doet aan het ene schilderij op de witte muur en zeker ook beantwoordt aan de "cosy" smaak van de hedendaagse interieurinrichting. De bezoeker krijgt met deze overvloed aan schilderijen niet alleen "waar voor zijn geld", maar door de "samenhang" ook de mogelijkheid om de kunstwerken in hun historische dimensie te plaatsen. Het gaat om een 1 6 zalen waarvan het circuit chronologisch is opgevat aanvangend in de 14de eeuw en afsluitend omstreeks 1780.
Door handigheid en geluk wist het KMSK zeven oude meesters aan te kopen tegen prijzen die spotten met de gangbare prijskaartjes in de kunsthandel. Hoewel alle aankopen gewoonweg kwaliteit zijn, vallen er toch enkele op. Dit zijn een "Madonna met kind" van Petrus Christus. van wie slechts zes werken bekend zijn, uit 1449; een paneel (57 x 39 cm) dat op een veiling Van Sotheby's voor minder dan 6 miljoen eigendom werd van het museum. Verder kan het KMSK fier zijn op twee kleinere paneeltjes: "Loth en zijn dochters" van Joachim Patinir en een "Madonna met kind" uit de omgeving van Dirk Bouts. Volgens Erik Vandamme is dit laatste paneel van de hand van Dirk Bouts zelf, en indien hij gelijk heeft, dan betekent dit dat het museum met deze aankoop "tientallen miljoenen heeft gewonnen".
U kan het uiteraard zelf gaan bekijken.
Praktisch
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
Via New York over Firenze en Parijs naar Rusland
Digitale museumroute
Het aantal musea op het wereldwijde computer netwerk Internet groeit gestaag. De oogst kan soms echt groot zijn, maar voor de gemiddelde neofiet is er op het eerste zicht dikwijls niet meer te vinden dan in de eerste de beste krant.
Hoe vindt een kunstliefhebber op het Internet nieuwe multimediale kiosken met musea?
De gemakkelijkste manier blijkt erg conventioneel: de neofiet leest ergens iets en typt het minutieus over. Ook hints van elektronische vrienden kunnen helpen. Is er dan geen stratenplan of iets dergelijks voor het Internet? Niet echt. Er zijn boeken en die zijn vaak gedateerd alvorens ze in de winkel liggen. Toch is er een oplossing. Hier en daar maken enkele goede zielen virtuele marktpleinen waar ze per onderwerp zoveel mogelijk verwijzingen in stoppen. De bezoeker van een virtueel marktplein kan via zo'n index al mikkend en klikkend musea en galleries bezoeken. Vanuit de grasduiner waarmee de gebruiker over het World Wide Web surft, kan hij vanuit de knoppenbalk naar Yahoo. In Yahoo is er een aparte index voor "Museums". De lijst is alles behalve exhaustief en bevat ook ruis, maar de lijst verwijst onder andere wel naar het Metropolitan Museum van New York. Zeker nu het Metropolitan overzichtstentoonstellingen houdt over Goya, Tiepolo en over Rembrandt zou het zonde zijn om er weg te blijven.
Het Metropolitan heet zijn bezoekers welkom met een foto van het gebouw en tal van interessante hyperteksten. Naast praktische informatie over openingsuren en exposities biedt het een prachtige kalender met illustraties en uitleg bij elke tijdelijke tentoonstelling. Over Rembrandt en de neprembrandts toont het museum weinig. Enkele mooie reproducties en wat uitleg. Nauwelijks meer dan een ruim blad papier. De liefhebbers van Goya daarentegen krijgen een sobere digitale rondleiding met telkens één repoductie met uitleg. Wie wil kan trouwens elk plaatje of elke tekst bewaren op zijn computer. Uiteraard verkoopt het Metropolitan Museum ook boeken en cd's via het net.
Wie wil kopen moet voorzichtig zijn en hij of zij mag er zeker niet aan beginnen als hij de veilige grasduiner Netscape 1.12 niet bezit.
Via dergelijke indexen vindt de gebruiker natuurlijk niet alles. Daarom kan het nuttig zijn om via de menu-ingang "Net Search" te zoeken. Vervolgens typt de gebruiker een trefwoord in bij een van de aangeboden zoekmachines. Lycos ( oudgriekse voor spin) zoekt dag en nacht het web af en genereert eigen indices.
Op die manier vond ondergetekende een parel van een site in Firenze. Tientallen hypertekstdocumenten over de restauratie van de muurschilderingen van de Cupola van de Santa Maria del Fiore. In het Italiaans of het Engels.
De thuispagina noemt terecht Thesaurus Florentinus. Zowel uitleg als voorbeelden uit het werk van Vasari en Zuccari. iedereen kent natuurlijk Vasari als biograaf van de Italiaanse renaissancekunstenaars. Zelf was hij ook een gevierd fresco-schilder uit de late zestiende eeuw. De hyerlinks leiden de bezoeker langs schema's, details en uitleg naar een informatiesysteem (image processing) dat in de Koepel staat. Op de website kunnen de bezoekers alleen het vierde kwartier van de koepel bekijken. De bezoeker kiest voor een kijkje naar de fresci voor of na de restauratie en kan dan aan de hand van omkaderde personages tientallen details bekijken.
De geschiedenis van de Koepel en de trage voltooiing van Arnolfo di Cambio's project uit 1296 is bijzonder interessant. De bouw van de kathedraal en het belfort (1334) lezen als een krantenartikel. Spijtig genoeg sommen de Italiaanse auteurs zonder uitleg artiesten op zoals Giotto, Francesco, Giovanni di Lapo, Filippo Brunelleschi ...
Eenmaal een museum bezocht voegt een slimme netnomade de unieke plaatsaanduiding (URL) toe aan zijn persoonlijke "hotlist". Op die manier kan hij met één enkele toets zijn favoriete plekjes bezoeken. Plots blijkt daar dan een tentoonstelling over Tiepolo of Hopper te lopen.
Het Whitney Museum of Modem Art hield onlangs een grote overzichtstentoonstelling rond Edward Hopper. Deze Amerikaanse schilder was in Europa de laatste maal te zien in het Museum voor Schone Kunsten te Brussel. Helaas ontbraken voorjaar 1993 alle topstukken.
De teksten bij de schilderijen op het net waren zeer degelijk, maar lazen toch beter na het afdrukken op een kleurenprinter. Het afdrukken van bepaalde slecht opgebouwde (langer dan één scherm) hyperteksten is zeker geen overbodige luxe. Het nauwkeurig kopiëren naar de harde schijf is beter maar vergt handigheid.
Wat opvalt bij de opgenoemde websites is dat ze ofwel rond een persoon of een thema werden opgebouwd en dat de sponsors (IBM, Eastman Kodak enzovoort) de multimediale projecten ondersteunden zonder absoluut hun logo's op te dringen.
Liefhebbers van het Pushkin Museum kunnen er een prachtig werk van Jordaens vinden. Ten slotte melden we nog even dat het Louvre in Parijs eindelijk echt op het Internet staat De cd-rom is voorlopig beter tenzij voor de actualiteit, maar zodra het Louvre en BMG een cd-rom met verbindingen naar het Internet uitbrengen is ook dat voorbij.
Adressen
Opgelet: type nooit karakters met accenten in een adres. Internet was Amerikaans.
- http://www.dada.it/intech/thes/cover. (THESAURUS Florentinus)
- http://www.louvre.fr (Louvre W3)
- http://www.metmuseum.org/htmlfile/opening/enter.html (The Metropolitan Museum of Art)
- http://www.echonyc.com/~whitney/ ( Whitney Museum of American Art)
- http:/ /www.rosprint.ru/art/museum/pushkin/ (The Push kin Museum of Fine Arts)
- http://prinny.pavilion.eo.uk/cartoonet (Cartoon Arts Network met Belgisch centrum voor het Beeldverhaal)
- http:/ /twine.stg.brown.edu/projects/hypertext/landow/ cv/landow _ ov.html ( de thuispagina van George P. Landow)
- http://www.online.be/blaazuit (Blaazuit homepage)
- http://www.men.lu/Musee/LuxMusee.html (Musée National D'histoire Et D'art)