Hetzelfde geldt trouwens ook voor de beide catalogi. Nochtans levert de tentoonstelling af en toe interessante voorwerpen op zoals de verzameling van insignes met erotische inslag. Waar het in de 15de eeuw nog mogelijk is pornografische insignes op de kleding te spelden is dit in de 17de eeuw uit den boze. Zo komt er uit Brugge een insigne met twee vrouwen die een fallus uit een broek tonen, vermoedelijk daterend tussen 1400-1450.
Barbara Vanderlinden van Roomade in Brussel selecteert een aantal kunstenaars die volgens de opdracht een overzicht moeten geven van de Vlaamse actuele een hedendaagse kunst ,waarbij ze zelf de kaart trekt van de jonge kunstenaars zoals Kobe Mathys en Franciska Lambrechts. Verder hoedt ze er zich voor om het Vlaamse karakter van haar kunstenaars in de verf te zetten wat bijvoorbeeld verklaart waarom de Franstalige Brusselaar Broodhaers zo prominent aanwezig is op de tentoonstelling. In haar selectie komen de gevestigde kunstenaars ruimschoots aan bod zoals Roger Raveel, Panamarenko, Luc Tuymans, Jef Cornelis. De meerwaarde van de tentoonstelling ligt in de confrontatie van de moderne kunst met de klassieke schilderijen in het eerbiedwaardige Koninklijke Museum voor Schone Kunsten. Door die confrontatie bekijkt de toeschouwer de werken vanuit een ander perspectief. Vooral de zaal met de historische portretten en de werken van Panamarenko en Broodhaers is interessant. De blik van de toeschouwer bliksemt over en weer tussen de oude portretten en de hedendaagse kunst.
Die beweging knaagt aan het statuut van de twee soorten kunstwerken en in die zin ook aan dat van het museum zelf. Voor Paul Huvenne, de hoofdconservator van het KMSK is dit misschien nog het belangrijkst en een interessante ervaring naar de komende Van Dyck-tentoonstelling toe. Dergelijke tentoonstellingen zou men beter laten maken door buitenlanders die ongetwijfeld veel meer over onze 'Kunst en Samenleving' kunnen zeggen dan wij zelf. Ons zelfbeeld is bij iedereen immers dermate ideologisch gekleurd dat het altijd overdreven lijkt in de beide richtingen.