In het België van de jaren 1880-1890 bracht James Ensor een omwenteling teweeg in de toenmalige schilderkunst. Na zijn eerste naturalistische pogingen en zijn interesse voor het licht en het palet van de impressionisten, kwam hij zeer snel tot een preëxpressionistische formele taal en een meer innerlijke visie op de wereld, in het grensgebied van de droom, de toverij en zelfs de hallucinatie. Twee steden zijn erg belangrijk geweest voor zijn leven en werk.