Gent heeft als cultuurstad heel wat te bieden. Naast een aantal kwaliteitsvolle musea bezit Gent een historisch complex dat heel wat steden en gemeenten maar al te graag in hun museumbestand zouden willen: de Sint-Pietersabdij. Het was dan ook een terechte keuze van hel stadsbestuur om dit complex uit te bouwen tot één van de meest gerenommeerde tentoonstellingsruimten van de lage landen.
Ruim 20 jaar geleden voelde het toenmalige stadsbestuur de noodzaak aan om naast een wetenschappelijk team ook een tentoonstellingsarchitect-vormgever te benoemen om de abdij mee te helpen uitbouwen. Vandaag, na 40 jaar pionierswerk in het tentoonstellingswezen, is de abdij dringend toe aan restyling.
Onder de impuls van de internationale tentoonstelling Carolus is de renovatie van het gebouw tot een hedendaagse, veilige en praktische tentoonstellingsruimte in een stroomversnelling gekomen.
Het is een voorrecht om als tentoonstellingsarchitect de veranderingen mee te ondersteunen en te realiseren. In deze functie neem ik deel aan de besluitvorming op architecturaal en bouwkundig niveau. Dit zijn de elementen die een positieve bijdrage zullen leveren voor de vormgeving en inplanting van de toekomstige exposities.
De Sint-Pietersabdij is en blijft ook na de transformaties een moeilijk maar toch dankbaar gebouw om tentoonstellingen in onder te brengen. Het gebouw was een abdij tot 1796. Het ligt voor de hand dat bij het in. richten van exposities niet alles van een leien dak loopt. Het gebouw heeft zijn beperkingen. Dit maakt de uitdaging echter des te groter.
Als tentoonstellingsarchitect ben ik van bij het begin betrokken bij de realisatie van de projecten. De keuze om wetenschappers en vormgever van bij de start te laten samenwerken - een koers die reeds 22 jaar wordt gevaren - heeft steeds geleid tot een optimale wisselwerking van ideeën en kennis. De tientallen prachtige realisaties van cultuurhistorische, kunsthistorische en andere exposities zijn er een getuige van.
In concreto kan ik mijn functie als tentoonstellingsarchitect in de Sint-Pietersabdij belichten aan de hand van de Carolus-tentoonstelling. De expositie opent haar deuren op 6 november 1999. Gedurende een drietal jaren is er reeds intens aan deze tentoonstelling gewerkt door een internationaal en nationaal wetenschappelijk comité. Vanaf het begin werkte ik er aan mee. Concreet betekent dit een deelname aan alle vergaderingen van het wetenschappelijk comité. Deze betrokkenheid heeft een niet te onderschatten voordeel. Je leert als tentoonstellingsarchitect heel goed de kunstwerken kennen, maar ook het idee dat achter het geheel schuil gaat. Je kan je gedurende vele maanden steeds beter inleven in het tentoonstellingsverhaal. Het is dus niet de bedoeling dat de taak van de tentoonstellingsarchitect zich beperkt tot correct gepresenteerde voorwerpen. Hij moet meedenken in functie van het concept. Het moet een begrijpelijk verhaal worden, een evidente opeenvolging, aangenaam om te volgen en geordend in een logisch parcours.