Al werd hij in de pers vaak ‘de kluizenaar van Achterbos’ genoemd, Jakob Smits had wel degelijk de vinger aan de pols van zijn tijd. Hij zag het landschap veranderen, ook in de ‘afgelegen’ Kempen. Hij maakte zich weleens druk over wat verloren ging, maar begreep ook dat vernieuwing nodig was, en onafwendbaar. Het landschap was veel meer dan een mooi plaatje voor hem. Het landschap stond voor de verbondenheid van de mens met de wereld, voor het leven zelf. En ook de moderniteit kreeg daarin, geleidelijk, een plaats.
Geen betere locatie om Smits' veranderend landschap te ondergaan dan in Tabloo, waar de moderniteit hoogtij viert. Nu het Jakob Smitsmuseum verbouwd wordt, gaat Jakob buiten de muren, resoluut en onvervaard.