Weinig kerken in Vlaanderen ademen de in situ-gedachte zoals de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw. Dat heeft alles te maken met een historisch verloop dat afweek van het gangbare. Waar elders Beeldenstorm, Franse overheersing en andere ingrijpende gebeurtenissen zich voordeden, was dit hier niet of veel minder het geval. Eenentwintig Vlaamse Topstukken die opgenomen werden in de Topstukkenlijst gedijen er in een unieke verstrengeling van plaats, tijd, kunsten, ambachten en devotie.
De Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw - Een uniek topstukkenverhaal
Stel je voor dat er een kerk in Vlaanderen is die de beeldenstormers nooit hebben bestormd. Ze hebben er geen beelden, schilderijen of liturgische voorwerpen beschadigd of vernietigd. Ze hebben geen zaken verdonkeremaand en dus ging er betrekkelijk weinig erfgoed naar de Filistijnen. En stel je dan ook voor dat er daarna geen reden was om het interieur in ere te herstellen en volgens de nieuwste esthetische mode, namelijk die van de barok, aan te kleden. En dat zelfs de impact van de Franse overheersing eind achttiende eeuw zich hier veel minder deed gevoelen dan elders zodat waardevolle stukken niet naar Parijs werden versleept, in academies en vroege musea terechtkwamen of gewoonweg openbaar verkocht werden. En dat ook het edelsmeedwerk deels gevrijwaard werd en niet rücksichtslos naar de hoogste bieder ging. Dan zouden we spreken over een kerk met een laatmiddeleeuws interieur en kerkschatten die ruwweg dateren van de veertiende tot en met de zestiende eeuw, met kapellen met altaren getooid met retabels, geschilderde altaarstukken, heiligenbeelden verspreid over de kerk, een reusachtige geelkoperen paaskandelaar en een reuzengroot sacramentshuis met het fijnste beeldhouwwerk dat hier te lande of zelfs in de grote kunststeden te vinden is. Welnu, we hoeven er ons geen mentaal beeld van te vormen, we stappen gewoon binnen in de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw.
Omwille van al het boven beschrevene is deze plaats uniek. Vandaar ook dat hier eenentwintig Vlaamse Topstukken te vinden zijn die werden opgenomen in de Topstukkenlijst. En die lijst kan gerust nog uitgebreid worden. We denken alleen al maar aan de drie altaarstukken van Frans Floris (1519/20-1570) en zijn atelier. Het is een aantal dat enkel geëvenaard werd door de drie altaarstukken van zijn hand in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen. Alleen ging één van die stukken in Antwerpen verloren en bevinden de andere zich niet meer op hun originele plaats, maar in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Niet alles is evenwel bewaard in Zoutleeuw. Zesentwintig stukken werden in 1983 gestolen en daarvan zijn de meeste nooit gerecupereerd.
Veel dichter bij een tijdscapsule kunnen we niet komen. Niet slecht voor een landelijk gelegen stadje aan de oostgrens van de provincie Vlaams-Brabant. Meer zelfs, één van de twee westertorens was ooit een belfort en is om die reden geklasseerd als UNESCO-werelderfgoed. Maar waarom niet de hele site verheffen in die erfgoedkundige adelstand?
Een Marianum in het schip en kapellen vol kunst
Stappen we het gerestaureerde en opgefriste interieur binnen, dan vallen de in ossenbloed en oker gestoken gewelfribben en spitsbogen op en het licht dat weldadig binnenvalt. Hoog in het schip hangt een topstuk. Het is een zestiende-eeuws Marianum. De sculptuur is een tweezijdige, gespiegelde voorstelling van Maria en kind omgeven door een stralenkrans en gevat binnen een rozenkrans. Daaromheen zweven sierlijke engelen. Maria staat op de maansikkel en verplettert de draak. Het is een beeld dat door de evangelist Johannes werd beschreven: “En daar werd een groot teken gezien aan de hemel, een vrouw bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.” Het wapenschild onderaan is dat van de opdrachtgever Maarten van Wilre, een naam om te onthouden. Uitzonderlijk is het grote aantal houten beelden, beeldengroepen, fragmenten en gesneden retabels dat zich in de kerk bevindt. In elk van de acht kapellen langs de zijbeuken, in het transept en de kooromgang is er op dat vlak iets te beleven. Van het vijftiende-eeuwse Sint-Leonardusretabel uit een Brusselse werkplaats met zijn statige figuren, tot het zwierige, Antwerpse Sint-Annaretabel uit de daaropvolgende eeuw. Dat laatste biedt een wonderlijk schouwspel van diverse fijne figuurtjes in een complexe scenografie gevat in een baldakijn met monumentale beelden. De geschilderde predella uit 1575 en de geschilderde zijluiken uit 1624 completeren dit organisch gegroeide ensemble. Het statige, veertiende-eeuwse Leonardusbeeld is dan weer bezet met bergkristallen en wordt vandaag nog altijd gebruikt als processiebeeld tijdens een jaarlijkse ceremonie.
Het is natuurlijk niet omdat deze kerk een uitzonderingspositie geniet dat het roerend erfgoed ongewijzigd is overgeleverd. Een goed voorbeeld is de vijftiende-eeuwse sculptuurgroep met de koene Sint-Joris die de draak verslaat. Hoewel het zijn originele polychromie heeft behouden is het samen met de apostelen Philippus en Jacobus de Mindere in een baldakijn geplaatst terwijl zowel de kast als de beelden oorspronkelijk niet samen hoorden. De Antwerpse beeldsnijder Jan Mertens ontwierp Joris als een actieheld. De groep maakt indruk door de dramatische, monumentale handeling en de verfijnde uitrusting van het paard.
Zowel het altaarstuk de Zeven vreugden van Maria als zijn pendant de Zeven smarten van Maria is toegeschreven aan Pieter Aertsen (1508-1575) en zijn atelier. De uit Amsterdam afkomstige Aertsen werkte lange tijd in Antwerpen. We kennen hem vooral als een schilder van boerentaferelen en meer bepaald als de schilder die het markt- en keukenstuk ontwikkelde. Voor die tijd was hij een schilder van altaarstukken waarvan het 1554 gedateerde Zeven vreugden van Maria een belangrijke rol speelt binnen de dateringsproblematiek van zijn oeuvre en toegevoegd is aan de Topstukkenlijst. Rond het hoofdtafereel zijn de zeven vreugden in aparte medaillons voorgesteld. Maarten van Wilres vrouw Maria Pylepeers stierf in 1554. Hij stichtte in het daaropvolgende jaar een mis in de kapel waar het drieluik zich bevindt en had meer dan waarschijnlijk een hand in de bestelling van beide altaarstukken bij Aertsen.
Een toren die tot aan de hemel reikt
In het transept aan de noordzijde treffen we de majestueuze sacramentstoren, een stuk dat alleen al de reis naar Zoutleeuw waard is. De toren is achttien meter hoog en telt negen verdiepingen tot net onder de gewelven, reikend naar de hemel. Van een afstand oogt deze robuuste reus uit witte Avesnessteen sierlijk en slank. Met reden kan men dit het indrukwekkendste sculpturale geheel noemen dat uit de zestiende eeuw in de Zuidelijke Nederlanden is overgeleverd.
Op 13 augustus 1550 ondertekende Maarten van Wilre, heer van Oplinter, het contract voor de sacramentstoren van Cornelis Floris (1513/14-1575), dezelfde weldoener die bij zijn broer Frans Floris de drie aangehaalde altaarstukken in opdracht had gegeven. Twee jaar kreeg Floris de tijd om met zijn atelier een complex totaalkunstwerk op te leveren dat architectuur, architecturale vormgeving, verfijnde ornamentiek en beeldhouwwerk verenigt. Floris vermengde de antieke en renaissancekunst die hij in Italië uit de eerste hand had leren kennen met de artisticiteit van zijn geboorteland.
Aan de hoeken van elke verdieping, die opgevat is als een architraafbouw, zijn beelden opgesteld. Onderaan gaat het om kariatidefiguren en hogerop zijn het beelden in nissen, sculpturen bovenop zuilen of kunstig uitgewerkte sokkels. De variatie en de ornamentele afwerking zijn exquis en het aantal personages bijna niet te tellen. We herkennen engelen, aartsvaders, kerkvaders, profeten, heiligen, maagden en martelaressen, pelgrims en koningen. Tussen de hoekfiguren zijn op elke verdieping gebeeldhouwde taferelen geplaatst die onder andere het scheppingsverhaal en andere oudtestamentische passages, de eucharistie en hoog bovenaan de kroning van Maria verbeelden. Het zijn bijzonder kwalitatieve retabelachtige scènes gevat binnen renaissancistisch vormgegeven absiden en portieken.
Een fijne toevoeging aan dit meesterwerk is de meer dan manshoge geelkoperen balustrade op een granieten sokkel die rond dezelfde tijd is gemaakt. Bovenop het hekwerk echoën kandelaars en naakte vrouwen met cornucopia (Hoorn des overvloeds) de vormentaal van Floris. Jammer genoeg belemmert het frivole edelsmeedwerk het zicht op de toren maar vormt tezelfdertijd een mooi samenspel en werd logischerwijze opgenomen in de Topstukkenlijst. Het veranderende lichtspel, zowel voor de toren als de omheining, zorgt voor een extra visuele ervaring. Ook dat is een facet van de beleving van kunst in situ. Van Wilre en zijn vrouw Pylepeers lagen begraven voor de sacramentstoren die zij aan de kerk hadden geschonken. Hun grafsteen werd later in de belendende muur geïnstalleerd.
Heel wat religieuze kunst is doorheen de eeuwen ontheemd. Met een beetje geluk zijn waardevolle stukken overgeleverd en elders ondergebracht, maar het effect dat ze sorteerden op hun originele plaats is verdwenen. Hoe sprak Van Eycks Van der Paele-Madonna tot de beschouwer in de Sint-Donaaskerk in Brugge? Wat was de impact van Rogier van der Weydens Kruisafneming in de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-van-Ginderbuiten in Leuven? En op diezelfde plek het magistrale Sint-Jorisretabel van Jan Borman? Of Bosch’ Tuin der Lusten in de Nassaukapel in Brussel en het schilderij van Hugo van der Goes dat zich op diezelfde plaats bevond? Iets van die verloren grandeur is bewaard in Zoutleeuw en die moeilijk in woorden te vatten beleving van kunst op zijn originele plek. Een bezoek aan de kerk maakt ook duidelijk welk vertekend beeld we hebben omdat de schilderkunst boven alles verheven werd in combo met die perverse, voornamelijk negentiende-eeuwse opdeling tussen schone en toegepaste kunsten.
De 21 Topstukken in de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw
Op 2 december 2014 werden twee werken, samen met ander zestiende-eeuws beeldhouwwerk, opgenomen in de Topstukkenlijst:
- Toegeschreven aan Hendrik Rosen of atelier, De heilige Florentius, ca. 1520, eik, gepolychromeerd, 115 cm
- Anoniem, Marianum, ca. 1535, hout, gepolychromeerd
Op 2 december 2014 werd één werk, samen met andere zestiende- eeuwse schilderkunst, opgenomen in de Topstukkenlijst:
- Pieter Aertsen, Zeven vreugden van Maria, 1554, drieluik, olieverf op paneel, 175 x 140 cm (middenpaneel), 175 x 65 cm (luiken)
Op 14 november 2016 kwamen achttien werken uit de Sint- Leonarduskerk in de Topstukkenlijst:
- Anoniem, Christus aan het kruis, Christusbeeld: 1060-1070, kruis: tweede kwart vijftiende eeuw, eik, gepolychromeerd, Christusbeeld: 80 x 76 cm, kruis: 130 x 90 cm
- Anoniem (Brabant, Maasland of Rijnland), Sedes Sapientiae, eerste helft dertiende eeuw, hout, gepolychromeerd, 120 cm
- Anoniem (Maasland?), Zittende Onze-Lieve-Vrouw met kind vertrapt de draak, midden dertiende eeuw, eik, sporen van oude polychromie, 84,5 x 28,5 x 22 cm
- Anoniem (lokaal Maaslands atelier), Predella, eind veertiende-begin vijftiende eeuw, eik, gepolychromeerd, 34 x 181 cm
- Anoniem (Maasland?), Zittende heilige Leonardus van Noblac, ca. 1300, eik, polychromie hernieuwd in 1578, 115 cm
- Anoniem (Brussels atelier/meester, vermoedelijk naar ontwerp van Aert de Maeler), Sint-Leonardusretabel, ca. 1478, eik, oorspronkelijke vergulding en polychromie, retabelkast: 228,4 x 261 x 26,5 cm
- Vermoedelijk naar ontwerp van Jan Borreman en vervaardigd door Renier van Thienen (Brussel), Paaskandelaar, 1483, gegoten geelkoper, 568 cm
- Anoniem, met toevoegingen van Renier van Thienen (Brussel), Koorlezenaar, 1469, gegoten geelkoper, 193 cm hoog
- Jan I Mertens (Antwerpen), Sint-Joris bevecht de draak, opgesteld in vroegrenaissance baldakijnconstructie, eik, gepolychromeerd, Sint-Joris: 1486, 143 cm, baldakijn: eerste helft zestiende eeuw, 241 x 290 cm
- Anoniem (Brabant), Apostelen Philippus en Jacobus de Mindere, laatste kwart vijftiende eeuw, eik, gepolychromeerd, beide beelden 113,5 cm hoog
- Heilig Graf met engel de drie Maria’s, 1504 (of tussen 1470 en 1536?), paneelschilderingen van Lodewijk Raets of van een onbekend Leuvens meester, Christusbeeld vermoedelijk van Jan Mertens
- Anoniem (Antwerpen), Zittende Sint-Anne-ten-Drieën, begin zestiende eeuw, eik, gepolychromeerd, 81 x 60 cm
- Anoniem (Brabant), Heilige Maria Magdalena, eerste kwart zestiende eeuw, hout, 91 cm
- Anoniem, Sint-Annaretabel, tweede kwart zestiende eeuw, eik, 240 x 273 cm
- Anoniem (Zuidelijke-Nederalnden of Duitsland), De lanssteek, ca. 1530, schildering op glas, 39 x 34 cm
- Cornelis de Vriendt, genoemd Floris, Sacramentstoren, 1550-1552, Avesnessteen, zwarte steen en ijzer, 18 meter hoog
- Jan Paus of Michiels, Hekwerk rond de sacramentstoren, midden zestiende eeuw, geelkoper, 237 cm hoog, samen met granieten basis 290 cm hoog
- Joes Beyaert, Retabel van de heilige Catharina of Heilige Familie, 1479, eik, gepolychromeerd, retabelkast 181 x 184 cm, Maria 113 cm hoog, Jozef en Catharina 100 cm hoog