Directrice Leen Ochelen is tevreden met het werkstuk. "We zijn dadelijk begonnen met het wegwerken van de problemen. De musea waren alvast vragende partij. Het meest eenvoudige, en dat past in een grotere toeristische aanpak, is het verbeteren van de bewegwijzering. In Brussel worden sinds enige tijd masten met toeristische en algemene informatie geplaatst. Iemand de weg naar een museum wijzen is er veel gemakkelijker door geworden. Ik heb het zelf ondervonden. Alle betrokken musea hebben de resultaten van de enquête ontvangen. De Brusselse Museumraad zal in de toekomst voorstellen doen om hun imago te verbeteren, ook om materiële faciliteiten en het onthaal te verbeteren ."
Maar er wordt ook op langere termijn gewerkt. Op 14 maart ll. keurde de Algemene Vergadering van de Brusselse Museumraad een vijfjaren plan goed, een aangepaste versie van een vroeger driejaren plan als gevolg van de enquête en van de positieve resultaten van bepaalde activiteiten, zoals de nocturnes. Het plan bouwt voort op hetgeen verwezenlijkt werd. In eerste instantie zal gewerkt worden aan de verbetering van de dienstverlening, zowel naar de musea als naar het publiek.
Leen Ochelen : "Het secretariaat van de Museumraad wil meer en meer een 'huis van de musea' zijn. We hebben inderdaad al heel wat ervaring opgebouwd om musea te helpen bij specifieke vragen, zoals hulp bij het opmaken van berichten, bezorgen van specifieke adressen: museologen, decorateurs, drukkers, grafici, leveranciers, traiteurs, enz. Het zijn vooral de kleine musea, met weinig personeel en beperkte financiële middelen die hier baat bij hebben.
Maar we zullen in de toekomst ook hulp proberen te bieden voor de kwalitatieve verbetering van hun aanbod : ontwikkeling van het vormingsprogramma voor het onthaal- en informatiepersoneel, bijbrengen van elementaire kennis van een tweede en derde taal, ontdekking van de andere musea en van de stedelijke context, publicatie van een tweemaandelijks bulletin, bijstaan bij vragen naar opleiding. Voeg daar nog aan toe het bevorderen van de sociale functie van de musea als plaatsen van ontmoeting en van dialoog. "